Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdEton Voices Interviews door Danny Danziger Uitgever: Viking, 290 p., / 55,90 Importeur: Penguin NederlandGert HekmaEton: niet de oudste, maar zeker wel de beste kostschool in Engeland. Een middelbare school voor de elite die bijna vijf en een halve eeuw oud is en stijf staat van de tradities. Eigenlijk is het meer een dorp dan een school, niet ver van het koninklijke paleis van Windsor en Londen. Wat maakt Eton nu eigenlijk tot de beste school van Engeland? In Eton Voices geven ex-leerlingen daar een antwoord op; zij vertellen van hun leven op en ook wel na kostschool. Deze ervaringen stammen allemaal uit deze eeuw, vanaf de Eerste Wereldoorlog tot en met de jaren zeventig. Op Eton worden een dikke twaalfhonderd jongens en een enkel meisje dat dochter van een leraar moet zijn, voor een stevige prijs - zo'n halve ton per jaar tegenwoordig - klaargestoomd voor de grote wereld, hetgeen in de praktijk meestal neerkomt op de universiteiten van Cambridge en Oxford. Onderwijs wordt gegeven door ruim tweehonderd leraren van wie sommige een ‘huis’ beheren waar ongeveer veertig jongens wonen. Het is een oude school met de modernste voorzieningen en ruime sportaccomodaties. De toelating gebeurt op grand van examens, maar gezien de schoolgelden zullen de meeste jongens uit de ‘upper-class’ komen: veel bloed- en geldadel. Eigenlijk is de succesformule van Eton simpel: een mythische traditie die de snob en het talent aantrekt. Het is aan de provoost en de directeur om erop toe te zien dat op het niveau van leraren en voorzieningen het beste wordt geboden - en dat lukt tot op heden heel aardig. Gezien Etons reputatie kunnen ze anderzijds talentrijke jongens selecteren; en tegelijk voor eenmalige gelegenheden beroemdheden inviteren voor lezingen en debatten. Niet alleen leidende politici laten zich graag verleiden met de jonge elite te verkeren, dat geldt evengoed voor pop- en sportsterren. De kwaliteit van de opleiding wordt in sterke mate gegarandeerd door het gezelschap waarin de scholier verkeert. Een ander sterk punt is dat de school de jongens heel vrijlaat in wat ze doen terwijl er eindeloze mogelijkheden bestaan om dingen te doen: debatteren, musiceren, schilderen, lezen; sportvelden en laboratoria zijn vrij toegankelijk. In de jaren zestig en zeventig is er veel veranderd, speciaal in de gezagsverhoudingen. Het systeem van ‘fagging’ (dienstverlening van jonge aan oudere scholieren) en ‘beating’ (lichaamsstraffen) is verdwenen. Wel is het steeds een jongenskostschool gebleven. Het enige meisje dat in dit boek verhaalt van haar schoolbestaan op Eton, heeft daar geen prettige herinneringen aan. Ook niet alle jongens zijn enthousiast, maar de meesten wel. Voor hen vormden de jeugdvriendschappen van Eton de basis voor het ‘old boys' network’ waardoor ze later soepel doorstootten naar de top van de Engelse samenleving. Je leerde er zelfverzekerd te zijn, want ‘your horizons have never been limited’. Alles kon er, zoals alles later in het leven van een leien dakje zou gaan. | |
Pederastische gemeenschapDe reputatie van Eton berust op twee pijlers: intellectuele en sportieve kwaliteit. In Eton Voices bekennen de geïnterviewden om het hardst dat het met de sportkoorts alleszins meeviel, een merkwaardige bewering die het tegendeel doet vermoeden. Echte sportlieden komen echter nauwelijks aan het woord in deze bundel. Over hun ervaringen wordt gezegd: ‘I've known a lot of people (...), especially people who were sporting heroes and have really been slightly sad characters ever since (sinds hun schooljaren - G.H.), because nothing in life after they leave is ever better than their Eton days.’ Vroeg succes brengt levenslange ellende. Aardig zijn de verschuivingen in de sportmodes: vroeger ging voetbal door voor chique en tennis voor ‘not done’, terwijl de balvechtsport ‘de muur’ sinds eeuwen de echte topper van Eton is. Het is misschien niet verrassend dat Eton door iemand een ‘pederastic institution’ wordt genoemd; wel verrast de openheid en de intensiteit waarmee de ex-leerlingen van deze top-school in 1988 over homoseksualiteit spreken. Engeland is het land van de dwaze tegenstellingen. Enerzijds een wet die een positieve voorstelling van homoseksualiteit in vele gevallen verbiedt, anderzijds een eliteschool waar homoseksuele momenten de parels in de oester zijn. Verschillende geïnterviewden zijn er zonneklaar over: zulke verlangens en zulke praktijken komen algemeen voor in een situatie waar jongens steeds onder elkaar verkeren. Eén van hen is om homoseksuele verhoudingen van Eton gejaagd; hij spreekt er even onbekommerd over als anderen dat doen. De filmcriticus Derek Malcolm vertelt: ‘So it was a homosexual society, a pederastic society. There was hardly anybody who didn't desire little boys, and there was a great competition to get the most attractive fag, in which I sort of joined, because in that kind of atmosphere there's no way you could escape. I must tell you when I left Eton at eighteen, I was in pretty good terror for about a year that I might be gay, and of course the worse kind of gay, liking little boys.’ Ondanks zulke ervaringen slaagden de meeste jongens er overigens in op het ‘goede’ pad te geraken. De heren hebben grote moeite deze homoseksuele verhoudingen te benoemen: er is sprake van ‘friendship’, ‘buggery’ (sodomie) ‘gay’ of mutuele masturbatie. De acteur Patrick Macnee: ‘Er was geen sprake van sodomie in Eton, het was allemaal gebaseerd op sensualiteit, penetratie kwam er niet bij te pas. In die zin was het geen homoseksualiteit, het was een grote behoefte aan vriendschap en liefde.’ Vervolgens gaat hij zichzelf tegenspreken: ‘Het is de beste tijd voor seksualiteit in het leven en de gevaarlijkste, want het gebeurt met dezelfde sekse, wat nogal beangstigend is denk ik.’ De schrijver John Moorhead geeft de paradoxale situatie aan waarin de jongens zich bevinden: ‘Well, we were all gay, we were all queer, as we called it in those days. Gay Eton! The wonderful hypocrisy about the whole thing, I mean, you were odd if you had not had some homosexual experience when you were there, and yet the rules were that if you did have it, you got thrown out.’ Eton is niet alleen een homoseksueel, maar het was ook een sadistisch paradijs. ‘Fagging’ en ‘beating’ hoorden tot de routine van het onderwijs, waarbij het heersen en straffen aan de jongens zelf werd overgelaten. Deze pijnlijke machtspolitiek bevorderde ook weer de homoseksuele opwinding. De uitgever Anthony Blond over deze lichaamsstraffen: ‘...for me, its only charm is sexual, not anything else.’ Malcolm, nu over de ‘beatings’ door de kostschooljongens: ‘Ze mochten niet je broek naar beneden doen, uit angst dat ze je zouden grijpen, in plaats van te slaan, denk ik.’ Sadisme en homoseksualiteit waren de seksuele vormen van Etons sociale systeem, en de homoseksualiteit is het nog steeds. Wat waren de andere basisingrediënten, naast seks, sport en talent? Nauw verbonden met het homoseksuele is de sterke nadruk op schoonheid, die niet alleen in de architectuur of natuur, maar ook in de jongens zelf is uitgedrukt. De ontdekkingsreiziger Sir Ranulph Twistleton-Wykeham-Fiennes: ‘Ik was een mooie jongen, en daar werd ik mijn hele leven door bezocht. Dat ze me ‘een mooie jongen’ noemden en dat de grotere jongens naar me keken, haatte ik. Andere ingredienten uit voorbije tijden, die zeker de wreedheid van de jongens onder elkaar bevorderden, waren de koude en de honger: het was in Eton nooit warm en het eten liet veel te wensen over. Eton is waarschijnlijk niet veel corrupter dan de rest van Engeland, maar omdat daar de elite wordt opgeleid, loopt het meer in de gaten. Behalve over de hypocrisie en de wreedheid, wordt over een andere smet op het blazoen van deze instelling, het antisemitisme, een verhaal tot drie keer toe herhaald. Op de dag dat de geallieerden Duitsland hebben verslagen, viert Engeland, en dus ook Eton, feest. In het kostschooldorp loopt het nogal uit de hand, en een joodse jongen ontkomt ternauwernood aan een lynchpartij. Les extrêmes se touchent, juist aan de top? ■ |
|