Innerlijke emigratie
In de jaren dertig ontvluchtten talrijke schrijvers Hitler-Duitsland, maar anderen bleven en trokken zich terug in de zogeheten ‘innere Emigration’. Een van hen was Luise Rinser. Zij ontwikkelde zich pas gedurende de nazitijd als schrijfster en in de jaren dertig werden enige van haar gedichten en verhalen in nationaal-socialistische tijdschriften geplaatst - waarmee niet gezegd is dat zijzelf nazi-sympathieën had. Na haar verhalenbundel Die glasernen Ringe uit 1940 trof haar een publikatieverbod en in 1944 werd Rinser gearresteerd wegens kritische uitlatingen over het regime. De doodstraf hing haar boven het hoofd, maar Hitlers einde kwam eerder. In de cel hield ze een dagboek bij op papiertjes die ze vond onder een plank in de vloer. Dit Dagboek uit de gevangenis werd in 1946 uitgegeven en is nu in Nederlandse vertaling herdrukt (Nijgh & Van Ditmar, f 28,50). Hoewel het natuurlijk van belang is als tijdsdocument van de ‘innere Emigration’, lijkt het mij inmiddels van algemenere betekenis als verslag van het leven in een vrouwengevangenis. Arthur Koestier was na zijn Spaanse gevangenschap onder Franco - beschreven in Dialogue with death - in staat realistisch over het stalinisme te schrijven in Darkness at noon. Zo zijn ook Rinsers belevenissen achter de tralies minder aan tijd en plaats gebonden dan we graag zouden willen. Ik moest tijdens het lezen nogal eens denken aan Dacia Maraini's roman Herinneringen van een dievegge, die zich onder meer afspeelt in de Italiaanse Rebibia-vrouwengevangenis. Luise Rinser zat niet in een concentratiekamp, maar in een reguliere strafinrichting, waar de gevangenisdirecteur in een gesprek met haar zelfs aan zijn nazi-personeel refereerde als aan ‘dat tuig’. Onder haar celgenotes zijn oplichters en dieveggen, maar ook vrouwen die zich hebben laten aborteren. Het
nazisme is op de achtergrond steeds aanwezig, maar slechts af en toe dringt het in zijn volle omvang naar voren. Zoals in het huiveringwekkende verhaal over de vrouw van een SS'er die maar niet zwanger werd en daarom een jaar lang aan experimenten in een SS-hospitaal werd onderworpen. Rinsers bedoeling is geweest ‘een fotografisch nauwkeurig beeld’ te geven van wat ze achter de gevangenismuren heeft gezien. De verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke gevangenen blijken op sommige punten minder groot dan menigeen denkt. Zo maakt ze melding van een grote seksuele activiteit onder haar lotgenotes. In het Dagboek komen betrekkelijk weinig politieke en werelbeschouwelijke overwegingen voor. Rinser zegt daar bewust van af te hebben gezien met het oog op ontdekking van haar aantekeningen. Ze noteerde wel haar opinie over het systeem van langdurige opsluiting: ‘Zou het niet duizend maal beter zijn als de gevangenissen en tuchthuizen werden afgeschaft?’
HS
Deze twee tekeningen zijn van Kamagurka. Helaas maar twee, omdat het niet mogelijk is zijn hele nieuwe boek Mieke's eerste exhibitionist hier af te drukken, al verdient hij het wel. Wie niet in de lach schiet, moet naar de humordokter, Koepoortkaai 10, Gent, België. Uitgegeven door De Harmonie, f 9,90.