Bibliothecaris redt
Een van de meest bijzondere bibliotheken in Nederland is de Librije te Zutphen, een middeleeuwse kloosterbibliotheek die vrijwel authentiek bewaard is gebleven. Dat de Librije nu nog steeds bestaat is niet in de laatste plaats te danken aan de archivaris en bibliothecaris die in 1899 werd benoemd, K.O. Meinsma. De bibliotheek in Zutphen kreeg ook door zijn toedoen nationale bekendheid: zijn proefschrift Middeleeuwse bibliotheken (1903) werd relatief veel gelezen, daarin is (uiteraard) ook een hoofdstuk over de Librije opgenomen. Dat hoofdstuk werd nu herdrukt in De Librije te Zutphen en van een inleiding voorzien door Bert Looper en A.J. Geurts (De Walburgpers, 64 p., f 15,-). Looper belicht de biografie van de multatuliaan en spinozist Meinsma, die onder het pseudoniem J. van den Ende zeer regelmatig in het vrijdenkerstijdschrift De Dageraad publiceerde. In 1896 nam hij afscheid van ‘de beweging’, publiceerde zijn eerste boek Spinoza en zijn kring en wijdde zich in Zutphen verder aan de studie van oude boeken en bibliotheken. Nadat hij in 1899 tot bibliothecaris van de Librije werd benoemd, bracht hij het verspreide en verwaarloosde bezit weer bijeen; onder zijn beheer ook werd in 1907 met de restauratie begonnen.
Behalve de bewaard gebleven middeleeuwse inrichting van de bibliotheek maakt vooral het bezit van bijzondere boekbanden deze Zutphense bibliotheek zo bijzonder. A.H. Geurts schrijft over de restauratiegeschiedenis van dat bezit, die overigens nog steeds doorgaat: de invloed van vocht en insekten is weliswaar enigszins in banen geleid, maar nog steeds zuchten de banden onder de nadelige gevolgen van onoordeelkundige vroegere restauraties. Sinds 1984 houdt de Stichting Librije toezicht op de boekbindtechnische en historische facetten van de boekbandrestauratie.
Het herdrukte Librije-hoofdstuk uit Meinsma's dissertatie is nog steeds actueel: de grondige naspeuringen naar de geschiedenis van de Librije kunnen nauwelijks worden verbeterd. Daarbij - wellicht heeft J. van den Ende bij het schrijven geassisteerd - is Meinsma's studie in een voor bibliothecaire kringen wel zeer ongebruikelijk kritisch en levendig proza gesteld. Zelden, ook van hedendaagse scribenten niet, lees je over geschiedenis en inrichting van een bibliotheek zo'n prettig stuk.
AJ