Hans Vervoort
Vervolg van pagina 13
over zijn rivaal, maar hij houdt er niet minder om van zijn Marjolein. Veel recht daarop kan ze niet laten gelden: zelfs van het mislukte moment suprême van hun liefdesnacht is haar mannie op de hoogte.
Meer nog dan in de vermakelijke ironie der gebeurtenissen verraadt de ware klasse van Hans Vervoort zich in die van zijn stijl. Er is iets monkelends in de manier waarop Van Wort tegen de dingen aankijkt, geringschattend tegenover zichzelf, en met een grote mate van scepsis ten aanzien van anderen. Het moet het mannetje in zijn hoofd zijn ‘dat alles zag wat ik beleefde, en er eeuwig zijn hoofd over schudde’, dat in Het tekort aan het woord is, die elke overmaat aan sentimentaliteit de kop in weet te drukken, en die je toch telkens aan het lachen maakt. Dat mannetje moet over een taperecordertje beschikken: de dialoogjes zijn onweerstaanbaar scherp, gevat, effectief, gevoelig. Van Worts verliefdheid blijft in die context onaangetast als iets heel moois - voor wat het waard is: niet veel meer dan een symptoom van de weerloosheid van een man-alleen. Ook al biedt diens bestaan niet al te veel perspectieven, ‘al het andere’ is ervan gemaakt: ontroerend amusement dat het gemoed verheft.
■