Etsclub
Een van de aardige parallellen die Van der Wiel aandraagt in Ewijkshoeve, is die tussen de Nieuwe Gids-beweging en de Nederlande Etsclub die eveneens in 1885 werd opgericht. Zoals De Nieuwe Gids voorbereid werd door gesprekken in het genootschap Flanor (1881), werd de oprichting van de Etsclub voorafgegaan door die van de Sint-Lucasvereniging eind 1880, waar op een met Flanor vergelijkbare wijze voordrachten over kunst gehouden werden. De Tachtigers kenden elkaar van de studie klassieke talen en van school, de jonge schilders als Witsen, Veth en Van Looy kenden elkaar van de Amsterdamse Academie van Beeldende Kunsten. De Etsclub had tot doel de kunst van het etsen in Nederland in ere te herstellen en de waardering ervoor te bevorderen. Ze gaf albums uit en organiseerde tentoonstellingen. Die kregen internationaal niveau: Whistler, Klinger, Rops, Redon en Pisarro deden op een gegeven moment mee. Een belangrijk verschil met De Nieuwe Gids is dat ook kunstenaars van de oudere garde werk bijdroegen aan de portefeuilles en de tentoonstellingen, bij voorbeeld Israëls sr. en de gebroeders Maris. Jonge leden van de Etsclub als Witsen en Veth gingen de kunstkritieken in De Nieuwe Gids verzorgen. Die van Witsen zijn als bijlage achterin Ewijkshoeve opgenomen. Geleidelijk groeiden de kunstopvattingen van de leden uit elkaar. Een aantal bleef impressionistisch werk leveren, maar andere kunstenaars die zich aangesloten hadden bij de Etsclub, zoals Toorop, Richard Roland Holst en Thorn Prikker werkten monumentaler en symbolistisch. Het werd ondoenlijk deze twee stromingen nog in één portefeuille of tentoonstelling te verenigen en begin 1896 werd de Etsclub ontbonden. De laatste tentoonstelling was in 1895 geweest. Zoals uit de illustraties blijkt heeft Witsen zich in die jaren intensief met de etskunst beziggehouden.
De ondergang van De Nieuwe Gids kan verbonden worden met enige feiten uit Witsens leven. Witsen vertrok eind 1888 naar Londen om het sombere familieleven op Ewijkshoeve te ontlopen. Het huis was leeggestroomd na diverse huwelijken, Anna werd steeds melancholieker en bepaalde de sfeer in het 's winters toch al weinig bezochte huis. Daarbij had Witsen een Engels vriendinnetje van lichte zeden opgedoken in de Amsterdamse Nes en dat reisde hij na. Bij zijn afscheidsdiner waren ook Kloos en Verwey geweest, die toen juist met elkaar gebroken hadden vanwege Verweys verloving met Kitty van Vloten. Kloos had er willen vechten. Om te kalmeren voegde hij zich voor enige tijd bij Witsen in Londen. Bij zijn terugkeer bleek de redactie van De Nieuwe Gids in kampen tussen Verwey en Kloos verdeeld te zijn. De zelfmoord van Anna vond plaats toen Witsen in Londen woonde. In 1891 kwam hij terug in Nederland. Het blad van de Tachtigers was toen platform geworden voor de strijd tussen socialistische en esthetische kunst. In 1893 trouwde Witsen met een zus van Kitty van Vloten, de vrouw om wie de breuk tussen Kloos en Verwey ontstaan was. Dat was ook het jaar dat De Nieuwe Gids ten onder ging.
■