Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdDiny SchoutenDe schrijver woonde er weliswaar slechts tot zijn zesde jaar, maar aan Nieuw-Vossemeer gaat de honderdste geboortedag van A.M. de Jong niet onopgemerkt voorbij. Wel wordt de belangstelling der Nieuw-Vosmeerders deze dag óók opgeëist door de jaarlijkse wielerronde: het voorzitterschap van de ‘Stichting A.M. de Jong’ dat burgemeester Rijstenbil qualitate qua vervult, deed hem geenszins de andere gemeentebelangen uit het oog verliezen. ‘Maar het startschot wordt gelost door mijn wethouder, ik als burgemeester kan natuurlijk niet op twee plaatsen tegelijk zijn,’ bekent de burgervader, tevreden gezeten achter zijn koffie-met-petit-fours op de salonboot ‘Merijntje Gijzen’. Beneden in het ruim wachten de gedekte tafels voorde Brabantse koffietafel. Het schip is warempel nog van dezelfde rederij uit Stampersgat waarmee het gezin van landarbeider-borstelmaker Melchior de Jong in jaren van wanhopige armoe - een der laatste van de vorige eeuw - naar Rotterdam emigreerde. Nu vaart het voor de gelegenheid over de Steenbergse Vliet naar Beneden Sas, Philipsdam en Krammersluizen. De honderdvijftig deelnemers aan de boottocht, burgemeester voorspelde het al in zijn welkomstwoord, laten hun gedachten terugdwalen naar de tijden van De Kruik, meneer pastoor, Blozekriekske, Flierefluiter en wie al niet meer. Toch wordt hun aandacht verdeeld, tussen het voorbijglijdend, sinds de watersnoodramp nogal kale weidelandschap en de ten gehore gebrachte volksdansen ‘uit de tijd van Merijntje Gijzen’. De bandleider van de ‘Pinneke Testers’, die zich bij braderieën ook wel presenteren als ‘De Stoeprakkers’ en op disco-avonden als ‘The Buskers’, leest in zijn authentieke Westbrabantse tongval ook voor. Eerst een passage uit ‘Het verraad’, altijd goed voor vertederde herkenning en hartelijk applaus, maar ook gedurfdere stukken, uit ‘Frank van Wezels roemruchte jaren’ en ‘Onder de Jefkes’. ‘Ik wou ook laten horen dat A.M. de Jong wel méér geschreven heeft dan Merijntje,’ zegt de gelegenheidsmuzikant in vertrouwen. In het dagelijks leven pendelt hij voor zijn sociaal opbouwwerk dagelijks naar Rotterdam. Nee, van school kennen doet hij de boeken van A.M. de Jong zeker niet: de kapelaan hield ze immers weg, dâ begrijpde toch wel? Wel had zijn oom ze in de kast staan, ‘Maar die was schipper. Als je ze als landarbeider las, en de boer ontdekte dat, dan kon je mooi wél moven.’ Dat de wielerronde juist vandaag gehouden wordt, zegt iets over de weinig diepgaande liefde der Nieuw-Vosmeerders voor de ‘rooie’ De Jong: ‘Ze hadden liever gehad dat Toon Kortooms hier geboren was.’ De hoge oplagen van destijds maken het verklaarbaar dat élke aangesprokene hier een complete verzameling Jongiana blijkt te bezitten (‘Alleen “Fathma, de Roos van het Oosten” mis ik nog’) - de expositie in het A.M. de Jongmuseum, die vanmiddag in de aandacht werd aanbevolen, kan wat dat aangaat voor de liefhebbers niks nieuws geboden hebben. Van de rondvaart-met-lezing wordt zichtbaar genoten, niet minder dan van de eerder op de middag in het museum uitgesproken woorden van Gudi Thomassen-De Jong (67), die voor het eerst openbaart hoe haar vader zijn huis openstelde voor Hongaarse, Poolse, Duitse en Italiaanse vluchtelingen. De dochter trekt zich nog altijd het gebrek aan erkenning aan door de Literatuur met grote L: ‘Zijn boeken waren geschreven uit liefde voor het volk, maar ze werden neergesabeld als leesvoer.’ Gelukkig maar, dat ‘A.M.’ zich er niets van aantrok: ‘Dat het vandaag een gezellig feestje wordt zou mijn vader prachtig hebben gevonden.’ Gezelligheid is niet de enige reden tot deelname aan de middag: ‘Geweldig dat A.M. de Jong nu zó herdacht wordt. Hij was een voorvechter in de sociale strijd, niet minder dan Troelstra. Dat is toch eigenlijk nooit erkend,’ lichten twee sociaal-democraten-van-huis-uit toe. Max Dendermonde beroert in zijn toespraak over leven en werk van A.M. de Jong de andere zere plek: ‘In de literatuur heeft hij nooit de bekendheid gekregen van Herman Heijermans. Ze hebben hem in hetzelfde pak genaaid als Anne de Vries en Anton Coolen, maar hij heeft veel meer dan zij het lezen bevorderd onder grote lagen van de bevolking.’ Dendermondes woorden verwarmen de harten; de boot ligt stil aan de sluis van Beneden Sas. Dat het nu bijna tijd is voor het Brabants buffet weerhoudt de vele bejaarden onder het publiek van het bezichtigen van de locatie van de tv-serie naar Merijntje Gijzen. Een klein groepje trotseert de motregen en staart bereidwillig naar de plek waar Jannekeeë (‘Jazeker, het is historisch gebeurd’) ‘bloot, haar hele hebben en houwen kon je zien op tv’ vermoord werd aangetroffen. ‘En ónze Jantje Ligthart, een jongske uit Nieuw-Vossemeer, had de rol van Merijntje.’ |
|