Joe tussen vleesetende planten en parasieten
Sohmers' Favoriet en Bossinks Verdriet
De favoriet door Steve Sohmer Uitgever: Luitingh, 450 p., f 32,50
Het verdriet van meijers door Roel Bossink Uitgever: Het Spectrum, 153 p., f 19,90
R. Ferdinandusse
De Favoriet heet het boek - en dat gaat door voor vertaling van Favorite Son. Het begin van de plot is te lezen op de achterflap: een aanslag op de trappen van het Capitool in Washington. Twee mannen worden daar tegelijk door een sluipschutter neergeknald, terwijl de televisiecamera's snorren. De Nicaraguaanse verzetsstrijder Martinez wordt dodelijk geraakt, de jonge senator Terry Fallon wordt gewond. Fallon spreekt met gebroken stem zo'n mooie zin uit dat heel Amerika hem, de gewonde, in het hart sluit. De partijbonzen nemen zich meteen voor hem tot kandidaat voor het vice-presidentschap te laten benoemen, en de huidige te dumpen. Kort daarop wordt duidelijk dat de aanslag is gepleegd door een CIA-agent. En iemand vraagt zich af hoe het komt dat Fallon, hoewel gewond, zo'n mooie zin uit zijn strot kon krijgen - met de suggestie dus dat die wel eens gerepeteerd kon zijn.
President Baker heeft problemen en zijn adviseur, de zeer machtige en louche Lou Bender, vindt dat de aanslag niet uitgezocht moet worden. Daartoe zet hij de directeur van de FBI onder druk, en die geeft daarom het onderzoek in handen van een oude agent, Joe Mancuso, drie maanden van zijn pensioen verwijderd, en zijn jonge helper Ross.
Mancuso is cynisch en niet gek. Hij weet meteen dat de zaak stinkt, en tot op het bot verrot is. Hij heeft ook ervaring: hij moest indertijd voor McCarthy op communistenjacht. Hij heeft in opdracht van Hoover vroeger Martin Luther King afgeluisterd, hij heeft Robert Kennedy moeten volgen om chantabele dingen te vinden. Mancuso is in al zijn chagrijn een mooi type, en eigenlijk de enige reden om het boek (alle vierhonderdvijftig pagina's) uit te lezen.
Want voor de rest is het van dik hout: de aanslag was niet tegen Martinez gericht, zelfs niet tegen Fallon. Het is allemaal nog iets vuiler. (Martinez bleek bij onderzoeken zelfs van de ene dag op de andere aidspositief te zijn geworden, wat direct in verband blijkt te staan met het feit dat het Amerikaanse leger bezig is een wapen te ontwikkelen dat aids verspreid.)
De favorite son, senator Fallon, is een raar soort verkrachter, met een dubieus verleden (ook al zo'n maf iets, gezien de screening die de pers zulk soort figuren geeft) en zijn perscheffin, de gewiekste en ambitieuze Sally Crain is helemaal een geflipt, onmenselijk type: zij schuwt niets om haar doel te bereiken. Niemand deugt: de politiek is een en al, over lijken marcherend, verraad. Alle personages zijn berekenend en beschikken over macht om anderen te laten uitschakelen. In die jungle van louter vleesetende planten en parasieten is Joe Mancuso een opluchting omdat hij zijn pensioen wil halen én die ene, laatste zaak waar hij met andere bedoelingen aan moest beginnen, afmaken.
Dat al die figuren niet deugen heeft één voordeel: het stelde auteur Sohmer in staat een schitterend plot te ontwerpen. Voor wie geen last heeft van die opeenhoping van absurde figuren is het inderdaad een spannend boek. De Anglosaksen noemen dat unputdownable, je leest door, want je wil weten hoe het afloopt. Pas tegen de laatste bladzijden, als alle vermoedens over de afloop duidelijk worden, komt de smaak van as. Het is tien keer beter dan Ludlum, daar zijn geweld, ambities en hartstochten ook daverend en heftig, maar zonder logica, terwijl Sohmers plot ingewikkeld, maar perfect en duidelijk is. Sohmer schrijft in het gangbare thrillerproza, dus geen cliché wordt gespaard en de vertaling hobbelt daar geduldig achteraan.
Volgens de al geciteerde achterflap geeft Steve Sohmer ook een onthullende kijk op de invloed van de pers op de hedendaagse Amerikaanse politiek. Dat is niet waar: Sohmer voert vooral enigszins corrupte (televisiejjournalisten ten tonele die tot elke deal bereid zijn en niet voor chantage terugschrikken om hun primeur te bereiken, maar dat is een kijk op het vak die in thrillers vaker voorkomt. En dat politici alles doen om maar een goede pers te krijgen, daar zal de gemiddelde lezer ook niet van opkijken. Het enige wat klopt is dat Sohmer het wereldje goed kent: de schurkerijen van de pers zijn acceptabeler en logischer dan de kuiperijen van de politici.
Stevige kost, voor de liefhebber. Met de aantekening dat als ik ooit een lijstje zou moeten maken van sympathieke, lezenswaardige politiemannen uit de thrillerliteratuur deze Joe Mancuso daar wel op zal staan.