Hoe het afliep
Goede Vrijdag 1958 stak de vijftienjarige Cheryl Crane zonder opzet (hij liep in het opgeheven mes) Johnny Stompanato dood. Zij was de dochter van Lana Turner, hij was haar moeders minnaar. Een enge, maar mooie jongeman. Hij was gangster en een van de zeven lijfwachten van gangster boss Mickey Cohen. (Cohen and his seven dwarfs, werd de groep genoemd.) Stompanato was heetgebakerd, én een oplichter. Hij had al wat rijke weduwen bezwendeld. En hij reisde een keer razend naar Londen toen hij hoorde dat Lana daar tijdens opnamen een verhouding had met de jonge acteur Sean Connery. Hij bedreigde Connery met een pistool maar Connery, nog in de aanloop naar zijn James Bond-creatie, stompte hem een bloedneus.
Lana was een Hollywood-beroemdheid, legendarisch voorbeeld ook, want zij was ontdekt toen ze in een café een cola dronk, gekleed in een uitdagende trui. Haar handelsmerk: The Sweater Girl. ‘She liked to fuck’ (uitspraak van een choreograaf die vaak met haar werkte) en koos, naast rijen minnaars, steevast de verkeerde mannen om mee te trouwen. Ze was al van Stephen Crane gescheiden toen bleek dat ze zwanger was en hertrouwde vanwege Cheryl.
Cheryl kwam haar te hulp met het mes toen Stompanato haar wéér bedreigde, want Lana had haar meer dan eens verteld hoe gewelddadig hij was en hoe zij van hem af wilde. Toen het schandaal van de moord de voorpagina's beheerste brak Mickey Cohen de kamer van Stompanato open en gaf aan de pers de hete en kinderlijke liefdesbrieven van Lana. Het werd een van de grote Hollywood-schandalen, die tot vandaag nieuwsgierigheid wekken.
Cheryl Crane heeft er nu ook een boek over geschreven: Detour. A Hollywood Tragedy (Michael Joseph, f 53,10) - de omweg die ze moest maken tot ze alles verwerkt had. Want haar hele leven achtervolgde het haar: in alle berichten over haar en haar moeder stond steeds die ene alinea; als ze zich ergens vestigde (ze leidde diverse hotels), kwam altijd haar verleden weer in de pers. Lana Turner, niet eens een onbekwaam actrice maar met een slechte neus voor films, speelde ook nog wel eens rollen van moeders met slechte dochters, zodat het schandaal steeds weer even boven kwam. Harold Robbins schreef er een nauwelijks verhulde bestseller over, Where Love Has Gone.
Cheryl Crane beschrijft de gruwelijlijke obsessies van die jeugd, onder toezicht van justitie, in opvoedingsinstituten en scholen. Haar ellende werd versterkt doordat ze enkele malen op de klassieke manier (‘dit is ons grote geheim’) werd verkracht door Lana's vierde echtgenoot en Hollywood-Tarzan, Lex Barker. Ze ontdekt dat ze lesbisch is, krijgt een vriendin die haar leert over het gebeurde te praten en de grote verdringing te doorbreken. Vandaar het boek dat eindigt met haar verzoening met Lana, die oud en religieus is geworden. Een happy end aan een schandaal, dat het boek direct op de bestsellerlijst bracht. Cheryl Crane schreef het samen met een journalist, Cliff Jahr, en dat maakt de feitelijke hoofdstukken aardig. Voor de rest is het een biecht, niet al te melo, maar alleen boeiend voor lezers die na dertig jaar nog willen weten hoe het afliep met de personages van het grote Stompanato-schandaal.
RF
Afro-American Culture, Jewish-American Culture. Latin-American Culture: dat is allemaal een feit en prachtig, maar wat te zeggen van Irish-American Culture? Die bestaat evenzeer, van Jay Catsby, Eugene O'Neill, George McManus tot John Kennedy, maar is minder gedocumenteerd. Bob Callahan brengt daar verandering in met zijn The Big Book of American Irish Culture (Viking, f 65.60. importeur Penguin Nederland). Callahan verzamelde de Ierse bijdrage aan de Amerikaaanse cultuur en legde zich geen beperkingen op, want zijn verzameling geeft voorbeelden uit de sport, film, handel, misdaad, striptekenaars, theater, literatuur, politiek, religie, dans en journalistiek. Big is het boek omdat het vol staat met illustraties, zoals deze uit de strip Dixie Dugan van Joseph McEvoy die in de jaren twintig verscheen. Dixie is een showgirl met het uiterlijk van Louise Brooks: ze heeft als lijfspreuk: ‘All there is to this follies is to be cool and look hot.’