Uit de as herrezen
De veranderingen die zich in korte tijd in de Sovjetliteratuur hebben voltrokken zijn opmerkelijk. Twee, drie jaar geleden nog was deze literatuur één grote grijze massa. Alle tijdschriften publiceerden dezelfde soort middelmatige werken en er was slechts heel zelden iets dat er enigszins uitsprong. Een perfecte afbeelding van de verstarring van de Russische samenleving tijdens het bewind van Brezjnev. Nu, na een paar jaar Gorbatsjov, is nauwelijks meer bij te houden wat er allemaal gebeurt. Een Russich literair tijdschrift verschijnt maandelijks en telt per nummer zo'n tweehonderdvijftig tot driehonderd bladzijden. Niet alle tijdschriften doen mee met de vernieuwing - ook in de literatuur blijven conservatieve krachten werkzaam - maar zeker een achttal dingt naar de gunst van het lezerspubliek en probeert zo interessant mogelijk materiaal te publiceren. Voorop daarbij loopt Novy mir (Nieuwe wereld) vanouds het leidende liberale literaire tijdschrift in de Sovjetunie. Tijdens Brezjnev was het blad onder het hoofdredacteurschap van oud-generaal (!) Vladimir Karpov net zo grijs geworden als de rest. Nu Karpov is weggepromoveerd tot voorzitter van de Schrijversbond en is opgevolgd door de niet onverdienstelijke schrijver Sergej Zalygin, is Novy mir in minder dan geen tijd uit de as herrezen. De laatste tijd verschenen hierin onder andere de geruchtmakende roman Het schavot van Tsjingiz Ajtmatov, gedichten van Nobelprijswinnaar Iosif Brodski (de eerste keer dat zijn poëzie werd gepubliceerd in zijn eigen land), de Gogol-biografie van Nabokov, de roman Het Poesjkinhuis van Andrej Bitov, een aantal jaren geleden al in het Westen verschenen en, eindelijk nu ook, Pasternaks magistrale chef-d'oeuvre Dokter Zjivago.
Boris Pasternak
Anatoli Rybakov
Joeri Trifonov
Tatjana Tolstaja
Andrej Platonov
Boris Mozjajev
Als gevolg van dit nieuwe beleid is de oplage van Novy mir als een raket omhooggeschoten, van enkele honderdduizenden in 1985 tot ruim een miljoen op dit moment (1.150.000 om precies te zijn). Terwijl in de dooiperiode tijdens Chroesjtsjov Novy mir het enige tijdschrift was dat zijn nek durfde uit te steken, heeft het blad nu echter ernstige concurrentie te duchten van tijdschriften als Znamja (De banier), Droezjba narodov (De vriendschap der volkeren) en zelfs het vroegere bolwerk van conservatisme Oktjabr (Oktober). De (nieuwe) hoofdredacteur van Znamja, de schrijver van oorlogsverhalen Grigori Baklanov, heeft de leidende criticus van Novy mir, Vladimir Laksjin (die in het begin van de jaren zestig juichende stukken over de toen nog persona grata zijnde Solzjenitsyn schreef) weten over te nemen. Oktjabr publiceert de uiterst controversiële roman Leven en lot van Vasili Grossman, waarin een parallel wordt getrokken tussen naziterreur en die van Stalin. Er lijkt - en dat is iets totaal nieuws - een felle strijd ontbrand om het meest verrassende materiaal en de beste medewerkers. Zalygin heeft zelfs al een claim gelegd op de antiutopische roman Wij van Jeveni Zamjatin (de voorloper van Brave New World en 1984) en het hele oeuvre van Solzjenitsyn, met inbegrip van diens Goelag Archipel.
De winst is natuurlijk voor de lezer, vooral de lezer in de Sovjetunie zelf: in snel tempo wordt hem zijn zo lang wederrechtelijk onthouden literatuur teruggeven - Goemiljov, Chodasevitsj, Mandelsjtam, Achmatova, Zamjatin, Platonov, Boelgakov, Pasternak. Geëmigreerde of door het communistische bewind geëlimineerde dichters en schrijvers worden eindelijk gerehabiliteerd en krijgen geleidelijk de plaats in de literatuur waar ze recht op hebben. Wat dat betekent voor het geestelijk klimaat in de Sovjetunie valt niet te voorspellen, maar dat men nu vrij mag citeren uit Dokter Zjivago of de roman Tsjevengoer van Andrej Platonov kan niet anders dan invloed hebben.
Rusland krijgt zijn verleden terug. Dit gebeurt niet alleen door het eerherstel van sinds lang verboden schrijvers en werken en het bespreekbaar maken van de, vaak historisch gebonden, inhoud van die werken. Ook de ‘nieuwe’ literatuur heeft als hoofdthema: het verleden. Wat is er vroeger - en vroeger is dan vooral die zwarte plek in de geschiedenis, de Stalintijd - werkelijk gebeurd? Was de collectivisatie werkelijk nodig en was deze de offers die ze heeft gekost werkelijk waard? Waarom heeft Stalin nagenoeg alle oude revolutionairen en strijders voor het communisme laten afvoeren naar de kampen van Siberië? Wat voor verschrikkelijk dingen speelden zich af in de kampen, bij de - te voorkomen - hongersnoden in de jaren twintig en dertig, tijdens de chaos in het begin van de Tweede Wereldoorlog?