Raadsels van het verleden
Hermine de Graaf beantwoordt alle vragen
De regels van het huis door Hermine de Graaf Uitgever: Meulenhoff, 103 p., f 22,50
Wim Vogel
Dertig jaar geleden publiceerde Cees Nooteboom in de bundel De verliefde Gevangene onder andere ‘Hoelah’, een verhaaltje van een paar honderd woorden. Een knaapje slaat de banale verdrinkingsdood van zijn neefje gade zonder dat hij de volwassenen die ook in de kamer aanwezig zijn alarmeert. Als een wraakneming op zeurende familieleden én op het voorbeeldige neefje, laat hij hem rustig in het tuinvijvertje ten onder gaan terwijl er achter hem taart wordt gegeten. Later echter ‘veel later, na een van de miljoenen nachtmerries waarin hij verdronk, en verdronk, en verdronk, kon hij zich altijd herinneren wat hij gedacht had’.
In haar novelle De regels van het Huis geeft Hermine de Graaf een vrijwel identieke situatie weer. De driejarige Daphne laat na haar oom en tante te waarschuwen als zij op het strandje bij een grintgat ziet hoe haar negen jaar oudere zusje Alicia in de diepte verdwijnt. De volwassenen mogen niet gestoord worden in hun incestueuze stoeipartij (ze zijn broer en zus), Alicia heeft bovendien té vaak laten blijken Daphne maar lastig te vinden. Ze plaagt haar, duwt haar met haar gezichtje in plastic badjes, eet alle koekjes op maar wordt wel door haar ouders voortdurend hun oogappeltje genoemd. Net als in het verhaal van Nooteboom keren ook bij Daphne jarenlang in angstige dromen de tragische beelden terug. Afgunst, wraak en wroeging zijn de motieven die beide verhalen dragen.
De twee bladzijden van Nooteboom zijn er bij De Graaf honderd geworden. Wie Nooteboom leest, blijft verwonderd en vol vragen achter, wie De Graaf leest, krijgt op alle vragen een antwoord. Wat overblijft is bewondering voor haar spannende constructie, haar suggestieve stijl en haar uitstekende milieutekening. Dat is niet niks, maar toch te weinig om lang bij stil te blijven staan.
De spanning wordt met name veroorzaakt doordat Daphne, zoals bijna altijd in de verhalen van Hermine de Graaf, een intelligent meisje is dat aan het begin van haar puberteit anderen heel goed observeert, maar dat nog niet in staat is daar conclusies aan te verbinden. Laat staan dat ze zicht zou hebben op eigen gedrag en eigen emoties. In het keurige milieu waarin zij opgroeit - een mondaine en oppervlakkige moeder, een veel oudere en wat sullige vader, een riant buitenhuis - zijn dat soort conclusies ook helemaal niet gewenst. Dus wordt er nooit openlijk gesproken over de licht frauduleuze handelingen van haar vader, merkt niemand ooit iets van de verhouding tussen oom Hans en tante Mara. Maar de lezer zit mét Daphne onder de tafel, wat zij gadeslaat, ziet hij ook. Waar zij nog geen verbanden weet te leggen, staat ook de lezer voor raadsels.