Richard Burton
Vervolg van pagina 13
schreef zelfs niet onverdienstelijk al is dat niets geworden) en ook nog triomfen als King Arthur in de musical Camelot, een hit op Broadway, want behalve acteren kon hij ook nog uitstekend zingen.
Hoewel alles bergopwaarts ging, was hij nooit echt tevreden, er leek altijd iets te wensen over te zijn. In 1962 kwam het aanbod Marcus Antonius te spelen in de grootste spektakelfilm aller tijden tot dan: Cleopatra met Liz Taylor in de hoofdrol en Rex Harrison als Caesar. Hij kwam meteen in het hogere stardom met tweehonderdvijftigduizend dollar gage, een enorme séjourvergoeding, een villa buiten Rome, twee auto's met chauffeur en een aandeel in de winst. En zo reisde hij naar Rome en de armen van Elizabeth Taylor in.
Deze ‘prinses van Amerika’ was toen achtentwintig, ze kreeg een miljoen dollar voor een film, was getrouwd met haar derde echtgenoot, Eddie Fisher, met wie ze na de dood door een vliegtuigongeluk van haar tweede man Mike Todd trouwde. Van haar eerste man, Michael Wilding, had ze twee zoons en dan was er nog een aangenomen dochtertje.
Burton was aan haar gewaagd, danste niet naar haar pijpen en liet zich niet intimideren als zoveel acteurs die voor het eerst tegenover haar stonden, maar het duurde niet lang of ze speelden wel héél erg natuurlijk dat ze verliefd waren. Het viel op en de schandaalpers, voortdurend aanwezig op de set, verhaalde over de ontluikende love affair. De wederzijdse echtgenoten vlogen verontrust naar Rome, maar er was geen houden aan, hoewel ze het beiden oprecht hebben geprobeerd.
Burton en Taylor zijn zonder enige twijfel elkaars grote liefde geweest. Ze vormden scandaleus wereldnieuws, waarmee zelfs de paus zich bemoeide via een Vaticaan-bulletin dat sprak van ‘de grillen van onvolwassen kinderen’ die de spot dreven met het heilig sacrament van het huwelijk. Ze waren onafscheidelijk; Taylor volgde Burton meer dan een jaar overal waar hij werkte. Ze ging ook mee naar Wales, naar de familie, die als één blok voor haar viel. Ze logeerden in een klein kamertje bij Richards zuster Hilda en de enige ‘luxe’ die Liz vroeg was een po onder haar bed omdat de wc zo ver weg was. De familie hield van haar omdat ze een goede invloed op Richard had, hem gelukkig maakte, zijn moeilijke buien aan kon. Hij was wel in competitie met haar en werd kwaad als journalisten hem ‘mr. Cleopatra’ noemden, maar Liz was de loyaliteit zelf. ‘Mijn enige ambitie is net zoveel te verdienen als Elizabeth en haar enige ambitie is Hamlet spelen,’ placht hij schertsend te zeggen. Die eerste ambitie is voor elkaar gekomen, de tweede niet. Samen hebben ze een paar bijzonder opmerkelijke films gemaakt zoals Who 's afraid of Virginia WoolJ en Zeffirelli's adaptie van Shakespeares The Taming of the Shrew. Daarvóór maakte hij zijn fameuze The spy who came in front the cold naar John le Carré, over de sombere alleen drinkende spion. ‘Waarom acteren,’ zei Burton op de set, ‘als ik het écht kan?’ en dus dronk hij twee flessen wodka per dag... hij kon er toen (nog) tegen.
Het heeft lang geduurd voor hij toegaf alcoholist te zijn; hij trachtte menigmaal af te kicken, maar het lukte hem niet. ‘Ik drink uit angst,’ zei hij. Angst om alleen gelaten te worden, zijn vrouw en zijn carrière te verliezen. Hij werd gek van de banale films waarin hij gecontracteerd stond. Het leek wel of hij zich zelf wilde vernietigen (honderd sigaretten per dag ook nog) want het drong tot producers door dat hij dronk en lastig was. Een fellowship in Oxford, waar hij les zou geven aan de theateracademie ging niet door. Elizabeth kon en wilde deze ondergang niet meer aanzien. Hij was al heel vroeg een vermoeide man van middelbare leeftijd met een slechte gezondheid (hij kreeg een maagzweer, stortte psychisch in en na zijn vijftigste bleek dat zijn nieren en zijn lever verwoest waren). Ondanks hun scheiding belden ze elkaar dagelijks, ontmoetten elkaar in het geheim en niet lang daarna trouwden ze weer. Hij heeft wel eens gezegd: ‘Elizabeth en ik zijn net een paar boekensteunen. Er komen wel andere mensen tussen, maar aan het einde zijn wij er altijd, tegenover elkaar.’ Hij ging voor het eerst na twaalf jaar terug naar het toneel en ofschoon hij zelf en iedereen zijn hart vasthield voor zijn come-back op Broadway (met Equus), lukte hem het weer kritiek en publiek te betoveren.
Inmiddels had hij een nieuwe liefde. Susan Hunt, en dit keer vroeg hij Liz om een scheiding. Hun laatste gezamenlijke onderneming was Private Lives op Broadway van Noel Coward, het verhaal van het gescheiden echtpaar dat met zijn nieuwe partners logeert in hetzelfde hotel en tot de conclusie komt, dat ze weer met elkaar willen. Het was artistiek gesproken een grote mislukking, hoewel het publiek in de rij stond om ze bij wijze van spreken hun eigen leven nog eens te zien spelen.
Mevrouw Burton nummer vier was Sally, met wie hij de laatste jaren van zijn leven sleet. Hij bleef werken, maar zijn gezondheid was abominabel. Hij was oud en op voor zijn tijd, en had moeite met bewegen. Zijn laatste film was Ellis Island. Die kwam uit een maand na Richards dood door een hersenbloeding.
De vierde mevrouw Burton had iets tegen zijn familie en wilde niet dat Richards zuster Cis de begrafenis in Zwitserland bijwoonde en al helemáál niet dat Elizabeth Taylor kwam, óók niet bij de herdenkingsdienst in Richards geboortedorp. Liz Taylor is niet gegaan, ze wilde Sally niet dwars zitten. Later pas heeft ze de familie in Wales bezocht en het graf in Zwitserland. Cis, inmiddels bijna tachtig, ging wel, ‘Richard zou hebben gewild dat ik er was, en dus ga ik’. En aldus geschiedde. Bij de herdenkingsplechtigheid in Pontrhydyfen, waar het hele dorp voor uitliep, was tussen alle bloemstukken één enkele rode roos. Van Liz.
■