Ierse kinderjaren
Vervolg van pagina 10
de botsing met het Engelse bewind. De anglisering van het onderwijs wordt bespot in een bijtende satire van Flann O'Brien. Als reactie kwam er een star katholiek onderwijs, en de jongste auteur die over zijn botsing daarmee vertelt, is pop-ster Bob Geldof. En er zijn natuurlijk ook de onvermijdelijke verhalen over ontwakend nationalisme en jeugdig verlangen naar heldendom. Frank O'Connor wist dit, met een verwijzing naar de sage over de jeugd van Cuchulain (de bloemlezing opent daarmee), prachtig te relativeren.
Of het zo bedoeld is of niet, dit boek laat een mooi evenwicht zien tussen wat wel en niet ‘typisch Iers’ is. Voorde neiging los te komen van nationale sentimenten is het stuk van Caragh Devlin misschien symbolisch. Ze is geboren in 1969, toen de ‘Troubles’ opnieuw hevig uitbraken. Maar al brengt ze daar geen ‘boodschap’ over, ze lijkt te behoren tot een generatie waarin de tegenstellingen worden overbrugd (ze zit op een ‘non-sectarian school’) en die de gewelddadige bezetenheid hopenlijk kan laten uitsterven.
De lezer die de vele en gevarieerde bijdragen thematisch wil rangschikken, kan de uitvoerige inleiding als gids gebruiken. Dat kan tot aardige overeenkomsten of contrasten leiden: de al vroeg erotisch aktieve Frank Harris bijvoorbeeld tegenover het preutse kind Yeats. Een paar stukken zijn overbodig en ik begrijp beslist niet het nut van de mededeling (van de samenstellers?) op pag. 67, dat de Hertog van Wellington misschien wel, misschien niet in Ierland is geboren. Dat had ik graag geruild voor een van de autobiografische gedichten van John Hewitt, die in het boek ontbreekt.
Als er één eigenschap ‘typisch Iers’ is, dan is het de neiging graag en goed te vertellen en daardoor is er bij die honderdveertien bijdragen bijna niet één die niet boeiend is, wat de bloemlezing tot zeer aantrekkelijke lectuur maakt. Als het richtsnoer van de samenstellers is geweest: Ierse en dus goed vertelde verhalen over de kindertijd, dan dekt de titel van het boek de inhoud perfect.
■