De dood van een kind
Notities van een drama
Het jaar nul door Dolores Thijs Uitgever: La Rivière & Voorhoeve, 146 p., f 22,50
Paul Beers
Vier jaar geleden werd een dochterje van mijn overburen overreden, de helft van een tweeling die wij niet uit elkaar konden houden. Uit elkaar rukken kon dus wel. Zij werd de dag voor Kerstmis begraven.
Twee jaar geleden kwamen op de dag voor Kerstmis in het zwembad van Driebergen twee jongens van veertien om het leven, ‘verdronken’ voor de statistieken, in feite gestikt doordat ze onder water vastgezogen werden aan het afzuigrooster, gevolg van een te vroeg leegpompen van het bassin.
Weer twee jaar later, de dag voor afgelopen Kerstmis, rijdt een Zaïrees vluchtelingetje uit Zeist met zijn juist gekregen fietsje het water in en verdrinkt voor de ogen van zijn één jaar oudere of jongere broertje.
Driemaal in vier jaar tijds in mijn directe omgeving - je vraagt je af: hoe vaak komt zoiets voor? En wat gaat er om in de ouders van zo'n kind? Daar kun je je maar beter niet in verdiepen. Maar wie daar toch de moed voor wil opbrengen of wie als getroffen ouder steun zoekt bij de ervaringen van een lotgenoot, kan daarvoor terecht bij Het jaar nul - Leven met de dood van een kind van Dolores Thijs. De schrijfster is de moeder van één van de zwembad-jongens uit Driebergen. Zij is werkzaam als journaliste en publiceerde onder andere de roman De vrouwenval.
De ongelooflijke schok die de zo plotselinge dood van een kind veroorzaakt, wordt in alle hevigheid op de lezer overgebracht. Het kon ook niet erger. De dag voor kerst, John gaat 's middags nog even zwemmen, het loopt nu tegen vijven, de kerstboomverlichting brandt al, de cadeautjes worden neergelegd, straks is iedereen thuis en... opeens staat de dokter voor de deur. Het bange vermoeden dat zekerheid wordt, de gang naar het ziekenhuis, de confrontatie, de ‘kerstdagen’, de begrafenis - het grijpt je naar de keel als je het leest en je voelt diepe bewondering voor de moeder die zich tot schrijven dwong.
Hoe verder te leven? Voor iemand die zich de zondag vóór het onheil, met het gezin in de bossen, als volgt herinnert: ‘Wandelend tussen de naaldbomen en bij daglicht wist ik me volmaakt gelukkig. Ja, het leven was goed, de wereld in orde.’ Het leven mag soms goed zijn, de wereld is niet in orde. De zweminrichting verdringt haar klaarblijkelijke schuld door op de dagen dat de twee jongens worden gecremeerd respectievelijk begraven niet eens te sluiten. Deze ongehoorde grofheid, symptomatisch voor de algehele houding van het zwembad, kwetst de schrijfster zo diep dat zij zich in de loop van de tijd meermalen afreageert op het zwembad en zelfs een tocht langs andere zwembaden maakt om daar anoniem te informeren naar hun systeem van waterverversing en naar het vóórkomen respectievelijk voorkómen van ongelukken. Niet altijd voel ik me hier behaaglijk bij, maar in een luie stoel is het makkelijk oordelen. Ook doet het pijn te lezen hoe de aandacht voor de beide andere kinderen van het gezin bijna lijkt weggevallen. Lijkt, want in werkelijkheid zal de zorg zijn voortgegaan, maar de geobsedeerdheid door het verlies van de derde maakt dat zij in het boek nauwelijks een rol spelen.
In de lente gaat het gezin naar een Waddeneiland en ervaart voor het eerst weer iets van de bevrijding der anonimiteit, die hun in het eigen dorp voorlopig niet beschoren is. In de zomer gaan ze naar het vertrouwde vakantieadres in Italië, maar voor de schrijfster wordt het een mislukking: ‘Ik word verscheurd door de onmacht om van mijn levende kinderen te genieten omdat ik vervuld blijf van het dode.’ In de herfst dreigt de algehele somberte het gezin zelf aan te tasten, maar eerst de moeder, daarna de vader trekt zich een weekje terug op het Waddeneiland en daar, in de eenzaamheid, ervaren ze wat hun rest: de liefde voor de partner en voor de andere kinderen. ‘In die ene week heb ik meer verwerkt dan in driekwart jaar.’ Hun beider dagboeknotities van het eiland behoren tot het mooiste van het boek.
Dan naderen de kerstdagen, weer wordt het 24 december, weer wordt het 5 uur, het gezin legt bloemen neer bij het zwembad en ontvlucht het dorp en de kerstviering richting Friesland. ‘Het jaar Nul loopt ten einde.’
■