Het met en over zichzelf debatterende Israël
De visie van een geslaagde immigrant
Heroes and hustlers, hard hats and holy men Inside the New Israel door Ze'ev Chafets Uitgever: William Morrow, 249 p. Importeur: Proost & Brandt, f 21,95
Jan Abbink
In 1978 trad de van origine Amerikaanse Israëli Ze'ev Chafets in Jeruzalem in het huwelijk. Bij de registratie op het rabbinaat (er zijn alleen ‘religieuze’ huwelijken mogelijk in Israël) noteerde de rabbi bij de rubriek edah (‘etnische’ affiliatie; bijvoorbeeld Asjkenazisch, sefardisch, maar ook Moslim, Christelijk, et cetera): ‘sefardisch’. Chafets, wiens grootouders uit Rusland naar de Verenigde Staten waren gekomen, protesteerde, even verbaasd als geamuseerd. Maar de rabbi bleef bij zijn besluit en gaf een historische verklaring van de herkomst van de naam Chafets: uit middeleeuws Spanje. Dat zijn voorouders eeuwenlang in Rusland hadden geleefd en in elk opzicht ‘asjkenazisch’ waren geworden maakte niets meer uit. Chafets had binnen de minuut van edah gewisseld. Hij zou nu bijvoorbeeld een sefardische rabbi moeten nemen bij zijn huwelijksplechtigheid. Bij het afscheid voegde de rabbi hem toe: ‘And remember, habibi, your're one of us now.’ Aanvankelijk was Chafets wat onwennig met deze nieuwe status. Maar zoals een in Bagdad geboren buurman hem zei: ‘Being a Sephardi these days is in.’
Dit voorval, enige tijd na de met een vooral sefardisch electoraat behaalde verkiezingsoverwinning van Menachem Begin, drukte Chafets met de neus op de feiten: niet alleen de onontkoombare betekenis van religie en geschiedenis voor het persoonlijk leven der Israëli's maar ook de op vele terreinen van het maatschappelijke leven aanwezige spanning tussen ‘asjkenazische’ en ‘sefardische’ joodse bevolkingsgroepen.
De periode vanaf 1977 bracht radicale en snelle veranderingen in die verhouding en in het ethos van de samenleving. Deze sfeer- en normverandering na de ‘machtswisseling’ tot in de periode van ‘nationale eenheid’ (de periode na zomer 1984, toen de Arbeiderspartij en de Likoed samen een regering gingen vormen die wonderwel standhoudt) is het overheersende thema in dit boek, geschreven in een uitzonderlijk leesbare en meeslepende stijl - humoristisch, scherp en soms sarcastisch.
Ten tijde van de ‘machtswisseling’ door de Likoed in mei 1977 was de auteur hoofd van de informatie-afdeling van de Liberale Partij (in die periode geleid door Simha Ehrlich, later minister van Financiën onder Begin). Overtuigd lid van de partij was Chafets zeker niet. Zijn recrutering in de partij beschrijft hij als een soort grap. Meteen in 1977 echter werd hij benoemd als hoofd van het Israëlische Government Press Office en kon zo de leidende kringen van nabij waarnemen. Hij beschrijft de achtergrond van mensen als Begin, Sharon, Weizmann, Yadin, David Levy en andere topfiguren, de beslissingsprocedures in de kabinetsvergaderingen, de interne spanningen, en de botsing van persoonlijkheden.
1977 was inderdaad het begin van een ‘nieuw tijdperk’. Menachem Begin werd, als eerste niet tot de Arbeiderspartij (het establishment) behorende premier, het voertuig van een in politiek en cultureel opzicht nieuwe generatie Israëli's. Onder zijn bewind - maar niet alleen als gevolg van zijn beleid - nam Israël pas echt afscheid van de pioniersethiek van het Israëlisch socialisme, dat tot dan toe het karakter van de samenleving had gedomineerd. Zakendoen, geld verdienen zonder goede ideologische bijbedoelingen, raakte in, modern-westerse consumptiepatronen vonden razendsnel ingang, de politieke cultuur veranderde, en Israël werd, aldus Chafets, in die zin steeds ‘normaliter’.
Als geen ander weet de auteur die veranderde sfeer in het Israël van na 1977 via significante details op te roepen. De politieke en economische, maar daarnaast ook de culturele en ‘psychologische’ emancipatie van de grote sefardische massa, die tot dan toe vaak als het ‘andere Israël’ werd betiteld - en niet alleen op grond van economische achterstelling -, wordt geïllustreerd in allerlei uitspraken en levenslopen van ‘oriëntaalse’ bewoners.