De boekcorner van...
Goos Verhoef!
Wie wordt de grote liefde van mijn Rita de advocate met het rode haar? De belangrijkste vraag voor het boek dat ik over ze ga schrijven is Wat doet hij voor de kost? Als ik dat weet volgt de rest vanzelf want uit hun beroepen komt ook hun ontmoeting voort. En nou geloof ik dat ik het weet. Hij namelijk kunstschilder. Wat vindt u dáárvan.
Begrijpt u hoe ik heb gedacht? Ik zocht naar een tegenstelling maar dat het toch twee mensen worden die met elkaar praten kunnen. De Hij is een schilder die nog niet zo bekend is maar later wereldberoemd. Meteen gaat het rollen want ik weet nu ook dat ik Rita in het begin nog niet oogverblindend mooi moet maken. Niemand heeft nog tegen haar gezegd meid zet je bril 's af en doe je haar los. Ze zit altijd maar met haar neus in de boeken. Ze praat ook in de taal van wetten en artikel zus of zo. 't Is die losbol van een kunstschilder die iets heel anders in haar ziet.
Daar heb je weer zoiets. Kunstschilder = losbol. Ik ga er maar automatisch vanuit dat elke kunstschilder een grote vrouwenversierder is 's ochtends om tien uur al een fles wijn aan zijn lippen zet en 's avonds om tien uur pas aan warm eten denkt. Dat is vast niet zo. Er bestaan natuurlijk ook keurige schilders die 's ochtends om halfnegen op de fiets naar hun atelier gaan met een pakje boterhammen achterop. Die om vijf 's middags weer naar huis fietsen en dat hun vrouw dan vraagt hoe ging het man? En dat hij dan zegt ja goed hoor lekker geschilderd vandaag. Maar daar heb ik in mijn boek niks aan. Ineens begrijp ik dat het in de boeken uit mijn Corner er niet om gaat of de beroepen van de personen wel kloppen met de werkelijkheid. Het gaat erom of je het al lezend er warm van krijgt. Of het spannend is wat er tussen die twee gebeurt. Nou als ik denk aan mijn Rode Rita die een grote ruige maar toch gevoelige kunstschilder ontmoet krijg ik het behoorlijk warm.
Op dit punt aangekomen met mijn denkwerk dacht ik ojee. Want langzaamaan ging ik die schilder voor me zien. Groot en ruig? Hij nam de gestalte aan van een schilder die ik op de tv had gezien. Een serie gemaakt naar een boek nog wel! En dat moet je natuurlijk niet hebben. Dat ze kunnen zeggen van die Verhoef heeft gewoon een paar delen aan een tv-serie zitten breien. De kunstschilder als losbol is veel gebruikt in boeken en films maar in een nieuw boek moet het dus steeds net even anders toegaan. Een klein beetje origineel doen komt er dus wel bij kijken.
Hoe heette dat boek van die tv-serie? Omdat ik het in mijn eigen Corner nooit heb verkocht ging ik met die vraag naar een grote boekhandel. En dan sta je wel even voor paal als je moet uitleggen ja het gaat over een grote ruige kunstschilder meneer. Het is hetzelfde als je in een platenzaak een melodietje moet voorzingen dat je op dat je op de radio hebt gehoord en geen titel weet. De boekencollega was heel goed in zijn vak. Hij zei niks maar stak een wijsvinger in de lucht liep naar achteren en kwam terug met een pil van een boek. De dochter van Mistral door Judith Krantz. Ja dat was het. Mistral heette die schilder ik wist het weer. En ik zag ook meteen dat op de voorkant een filmfoto stond van de vrouwelijke hoofdpersoon Maggy en zij had.... rood haar! In de boeken bestaan meer roodharigen dan in de werkelijkheid.
Ik heb het boek gelezen en het is gelukkig anders dan ik het in míjn boek ga doen. In dit boek is Mistral de hoofdpersoon en lees je over de vele vrouwen die hij in zijn leven heeft gehad en bij mij wordt advocate Rita de hoofdpersoon. Best mogelijk dat mijn kunstschilder in deel 2 van de Rita-reeks doodgaat en dat er een andere man in haar leven verschijnt. Dat is van later zorg. Maar een ruigerik is die Mistral wel. Godallemachtig. Hier volgen twee passages.
De eerste keer dat Julien Mistral Maggy schilderde, de eerste keer dat hij zich op de schaduw tussen haar borsten wierp, de eerste keer dat hij zijn penseel gedachteloos in vermiljoen doopte en die schauduw schilderde, hoorde hij een kosmisch ‘Aha!’ door zijn hersens klinken. Zijn lichaamstemperatuur steeg dusdanig dat hij zijn hemd met een ruk uittrok; zijn ongeduld om het visioen te volgen was zo groot dat hij ten slotte alle penselen liet vallen en de verf regelrecht uit de tubes op het doek perste.
Geboeid sloeg Maggy hem gade terwijl ze bewegingloos op een stapel kussens lag. Ze durfde zich niet verroeren totdat, lang na het afgesproken uur, hij eindelijk de aanval op het doek beëindigde en naast haar neerviel, stralend en badend in zijn zweet. Met een gebaar waarvan hij nooit eerder gedroomd had, veegde hij zijn met verf besmeurde handen aan haar schaamhaar af, brandmerkte haar met groen en Titiaans rood alsof ook zij een groot doek was. Hij rukte zijn broek open zonder hem uit te trekken en drong bijna woedend bij haar binnen; hij duwde haar met zijn grote, warme lichaam stevig op de kussens neer totdat hij eindelijk met een schreew klaar kwam, een schreeuw die meer iets van een triomfkreet had.
Ik krijg er in mijn boek een harde dobber aan dat nog 's dunnetjes over te doen!