De maan bezongen
De titel van de nieuwe, door Salix Alba uitgegeven bundel van Elly de Waard bestaat uit één letter: ‘C’. Het is de C van Caroline, de geliefde die in alle twaalf gedichten wordt bezongen, maar ook de C van sikkel: in de vorm doet de letter denken aan de maan in haar laatste kwartier of, omgekeerd, in haar eerste kwartier. Van deze figuratieve kwaliteiten van de C maakt De Waard gebruik in haar eerste gedicht:
De eerste letter van je naam,
in de lucht als in papier
gegrift, rijst uit de hoek
als een sikkeltje daaruit op,
in haar laatste kwartier tot
de nieuwe maan in spiegel-
Het kleine (de C) spiegelt zich hier in het grote (de sikkel), en dat gebeurt in meer gedichten. De Waard bezingt de schoonheid van de liefste, maar maakt haar ook, in het voorlaatste gedicht, tot haar muze en, in het laatste, tot evenbeeld van de maan: ‘een eenzame / uit de nacht omhoog / gerezen koningin.’
Alle twaalf gedichten zijn verschillend van vorm; twee ervan zijn figuurgedichten, gezel in de vorm van een iris en een vlinder. Ook typograaf Eric Wittenberns heeft ernaar gestreefd zijn vormgeving zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de inhoud. In overeenstemming met de maaninvloeden zijn alle gedichten gedrukt in zilverkleurige inkt. Hij heeft bovendien illustraties toegevoegd. Een gedicht over een zijden blouse wordt dan weliswaar niet met een stukje zijde, maar toch wel met een ingeplakt stukje marmerpapier kracht bijgezet. De lofzang op ‘die twee prachtige / vlakjes op het puntje / van je neus, waar god, / toen hij je met zijn eigen / handen schiep, met duim / en wijsvinger je nog eens / aandrukte’ gaat vergezeld van twee vingerafdrukken in lipstickroze. Wélke god hiervoor zijn vingertoppen leende, vermeldt het colofon niet.
C verscheen in een oplage van dertig exemplaren, te bestellen bij Salix Alba, Smaragdplein 9, 3523 EA Utrecht (32 blz., f 45,-).
GM
Aan deze pagina werkten mee: Guus Middag, Wim Hottentot, Joost Zwagerman en Judith Staghouwer