We zijn gek op eten, maar we denken er niet over na
De verwantschap tussen koken en kunst
Koken met kunstenaars Kleurrijke recepten uit de ateliers van het Royal College of Art bij zijn 150ste verjaardag Vertaling Annemarie van Ewijck Uitgever: De Lantaarn, 160 p., f 45,-
Johannes van Dam
Alsof ons eigen fin-de-siècle dat van de negentiende eeuw is, verschijnen er de laatste jaren planken vol boeken met titels als ‘Kookkunst in Nederland’, ‘De kunst van het koken’, ‘Kookkunst voor fijnproevers’, ‘Kookkunst van de zon’ of Kookkunst van een of andere kok.
De geneeskunst en de boekdrukkunst golden allang als kunsten, en in de negentiende eeuw voegde zich bij de publikaties over de kunst van het glasblazen, van het stoelenmatten en het etaleren natuurlijk ook de kookkunst.
Hoewel niemand zal beweren dat stoelenmatten tot de schone kunsten moet worden gerekend, laat staan het werk van bijvoorbeeld de hongerkunstenaar, blijft wat het koken betreft die verwarring bestaan en vooral lekkerbekken, uitgevers en restaurateurs (niet de restaurerende, maar de restaurant exploiterende), houden die mythe graag intact. Waarom is duidelijk. De associatie van de goede keuken met Kunst met een grote K geeft de kookkunst een meerwaarde waardoor de kassa kan rinkelen. En zo wordt de kunst van kookkunst niet verkocht als
1. | een vak van kennis of studie, wetenschap; niet als |
2. | de kennis dienstbaar gemaakt aan de praktijk; niet als |
3. | de bijzondere manier om iets tot stand te brengen; niet als |
4. | de volgens bepaalde regels beoefende verrichting, vak; niet als |
5. | de enkele handeling die ten gevolge van oefening of bijzondere gave verricht kan worden; maar niet minder dan als |
6. | het vermogen van de kunstenaar en de toepassing daarvan; het vermogen dat wat in geest of gemoed leeft of daarin gewekt is tot uiting of voorstelling te brengen op een wijze die schoonheidsontroering kan veroorzaken. |
Hoewel de grote Van Dale de kookkunst - terecht - onder definitie 4 laat vallen, maken zij die er belang bij hebben gebruik van het feit dat al die definities van ‘kunst’ zich voor de moderne leek achter definitie 6 verschuilen en zo bombarderen ze de koks tot kunstenaars in plaats van, alsof het oneerbaar zou zijn, tot vaklieden.
Een waarlijk grote kok zal dat overigens zelf niet over zijn lippen krijgen. Hij noemt zich misschien een geïnspireerd ambachtsman, een ontwerper en uitvoerder van ambachtelijke produkten, die wel kunststukjes kunnen zijn, maar geen kunst.
Tekening Emma Chischester-Clarke
Gelukkig is er net een boek verschenen dat voor de aandachtige lezer dat oude misverstand wat opheft: Koken met kunstenaars. Recepten uit de ateliers van het Royal College of Art bij zijn honderdvijftigste verjaardag.
Als alle goede koks kunstenaars waren zou deze titel dubbelzinnig zijn, of onduidelijk. Nu weten we: koken is één ding, kunst een ander. En toch moet er een verband bestaan, hoewel dat niets te maken zal hebben met het woord kunst.
Beeldend kunstenaars hebben zich altijd al tot de geneugten van de tafel aangetrokken gevoeld. Bij koken met schrijvers moeten we ons, vrees ik, rampen voorstellen als het nuttigen van een makreel of een gekookt paardehart van een stuk vetvrij papier op een ondergrond van couranten, gezeten achter een gordijn van jute (Reve). Maar beeldend kunstenaars houden er wel van.
Louis Paul Boon was dan wel schrijver, zijn ondergrond was in de eerste plaats die van schilder en de eenvoudige maar grillige en vaak verrassende keuken die schilders liefhebben, spreekt uit zijn onlangs herdrukte Eten op zijn Vlaams.
Het Museum of Modern Art in New York gaf in 1977 een Artists' Cookbook uit waarin kunstenaars als Christo, Dali, Indiana, De Kooning en Warhol hun lievelingsrecepten prijsgeven.
Christo geeft trouwens geen recept, zelfs niet voor iets in folie. Hij wordt wel geciteerd: ‘Wij eten namelijk niet. Voedsel is onbelangrijk. Ik heb er geen tijd voor.’ Gelukkig voegt zijn vrouw eraan toe: ‘Wat we zeggen is eigenlijk niet waar. We zijn gek op eten, maar we denken er niet over na.’ De Kooning geeft onder andere een recept voor bruine bonen met spek en Warhol, inderdaad, een recept voor Campbells milk- of tomato-soup.
Er zijn meer van dit soort bundels en er zijn ook solokookboeken van schilders. Koken met kunstenaars is een bundel als de andere: in dit geval hebben ook aan het Royal College verbonden niet-kunstenaars meegedaan en hun recepten zijn door anderen geïllustreerd. De illustraties zijn niet zonder charme, maar natuurlijk wel een ratjetoe. De recepten trouwens ook. Het zijn allemaal heel plezierige, vooral eenvoudige en vaak verrassende recepten, precies zoals je van kunstenaars kan verwachten.
Als je een kenschets van de aard van de kookkunst van kunstenaars zou mogen geven op basis van een aantal bundels met totaal zo'n vierhonderd recepten, dan denk ik dat de woorden van Christo's vrouw het wel aardig weergeven: ‘We zijn gek op eten maar we denken er niet over na.’
Vooral de Italiaanse keuken, met zijn eenvoudige opbouw waarin alles naar zichzelf smaakt oefent op kunstenaars aantrekkingskracht uit. Geen wonder dus dat Jan Dibbets in Creature Comforts een recept voor Tagliatelle Rosa geeft.