Monsterlijk karakter
Op het gebied van de fanclubs is niets te gek, vandaar dat Engeland drie Dracula-fanclubs heeft en Amerika ook. Wat The Dracula Society, The Count Dracula Fan Club, The Dracula Experience of Vampire Information Exchange precies uitspoken is niet bekend, maar het daglicht zal het zeker niet kunnen verdragen. De namen en adressen van deze clubs zijn het sluitstuk van het boek The Dracula Centenary Book van Peter Haining (Souvenir Press, f 44,90), geschreven en samengesteld vanwege het feit dat honderd jaar geleden Bram Stokers roman Dracula werd uitgegeven. Haining beschrijft vooral de herhaaldelijke miraculeuze opstanding van de bloeddorstige graaf in de vorm van romans en films. Elke tien jaar werd wel een nieuwe filmversie gemaakt en steeds werd de acteur die Dracula speelde voor zijn leven met hem geïdentificeerd. Dat gold voor de eerste Dracula, de oorspronkelijk Hongaarse acteur Bela Lugosi, die hem op Broadway bracht in 1927 en op de film in 1931. Daarna was het de beurt aan John Carradine in House of Dracula (1945) en daarna Christopher Lee, wiens bloeddorst in kleur in 1965 de spuigaten uit liep. Er waren ook nog Jack Palance (die zijn ongure uiterlijk mee had) en een zwarte Dracula, William Marshall. Hainings boek bevat veel foto's en illustraties en ook korte stukjes die bijvoorbeeld Lugosi over het spelen van Dracula zelf heeft geschreven in 1935. Hij verklaart daarin dat er wel degelijk acteertalent nodig is om Dracula of een menselijk monster te kunnen spelen: ‘A monster, to be convincing, must have a character and a brain.’