Tranen van een mus
‘Jeugd heeft ook zijn verdrietigheden, maar het zijn tranen van een mus,’ merkt Bertus Aafjes op tegenover zijn vriend Michel van der Plas. De laatste verzamelde zijn interviews (verschenen in Elsevier) over Vader en moeder (Bosch en Keuning, 300 p., f 29,50), waarin de mussetranen rijkelijk stromen, al doen de gesprekspartners erg hun best om vader en moeder, die het per slot óók niet gemakkelijk hadden, te eren. Annie M.G. Schmidt vraagt bij het uitgeleide doen van haar interviewer of ze het bijbelse gebod dienaangaande niet overtreden heeft en stelt zichzelf gerust: ‘Ik ben barmhartig geweest.’ Van der Plas ondervroeg beroemdheden over hun kinderverdriet (onder wie: Albert Heijn, Jan de Hartog en Peter Ustinov), en zocht ook kinderen van beroemde ouders op: de zoons van Ethel en Julius Rosenberg, van maarschalk Rommel, van Vita Sackville-West en Harold Nicolson, Martinus Nijhoff, generaal George Patton en Umberto II, de dochter van lord Baden-Powell, de kleindochter van Abraham Kuyper. De interviewer ‘hoort zichzelf de momenten afkappen’ waarop Faan Nijhoff ‘De Vreselijke Dingen’ wil gaan zeggen over vader Pom. Oef! Dat geeft even een gespannen moment in het interview. Het gezelligheidsaspect van de bundel is voor het overige goed bewaakt, wat verklaart waarom Gerard Fagel een bladzij lang mag uitweiden over de te lang gekookte spruitjes van zijn moeder en de jongeheer Heijn gelegenheid wordt gegeven te vertellen hoe fijn het is om ‘kruijenier’ - de uitspraak dateert uit de dispuutstijd met Simon de Wit jr. - te zijn.
DS