Voetangels en klemmen
Naar aanleiding van een passage van Vestdijk over Mahler (‘Mits niet gebanaliseerd in het autobiografische, is de opvatting van een zelfprojectie van de schepper, als schepper, waarschijnlijk toch wel de meest juiste’) lijkt Visser het gelijk van zijn eigen standpunt als biograaf te willen halen: ‘Kunst is meer dan haar soms banaal autobiografische aanleiding, maar deze aanleiding is een deel van het werk en daarmee ook van de interpretatie daarvan.’ Het klinkt vrijblijvend genoeg en vermoedelijk heeft Visser ook niet veel meer dan een omvangrijke bijdrage willen leveren, maar nee, ook een verslag van Vestdijks aanleidingen tot wat hij schrijft is deze biografie niet geworden. Steeds ontbreekt er die, inderdaad reuze geheimzinnige, band van het triviaal alledaagse naar het creatieve en juist dat had ik, zo niet definitief ‘verklaard’ dan toch graag ‘geïnterpreteerd’ gezien. Nu is het steeds met een sprongetje van de realiteit naar de fictie en weer terug.
Het gezin Vestdijk in het huis aan de Torenlaan, 1969
Er is al veel kritiek gespuid op Vissers neiging citaten uit het werk zelf zonder commentaar voor biografisch te laten doorgaan. Met name de Anton Wachter-romans, inderdaad grotendeels autobiografisch maar toch niet zo dat we ze in Privé-Domein zouden verwachten, zitten wat dat aangaat vol voetangels en klemmen. Ik moet bekennen dat het voor een Vestdijkiaan niet zo'n probleem is om in dit opzicht met Vissers boek om te gaan. Een Vestdijkiaan weet de weg immers al zo'n beetje en voelt wel aan waar de schrijver precies hineininterpretiert en dat hij eigenlijk Maria Schrader bedoelt als hij Else Böhler zegt. Voor de niet-kenner ligt dat uiteraard anders en dat schaadt de publieke waarde van het boek.
In de eerder geciteerde passage, waarin Vestdijks opmerking over creatie als zelfprojectie Visser goed leek uit te komen, openbaart Visser zich ook wat al te zeer als slaaf van Vestdijks eigen visies en opmerkingen. Hier, en op andere plaatsen, had wel eens een kritische noot in plaats van een bronvermelding mogen staan. Of had Vestdijk soms altijd kritiek? Ik lees bijvoorbeeld: ‘Vestdijk realiseerde zich na veel ervaring met autobiografische romans pas met De ziener dat hij in staat was “zuivere fictie” te schrijven.’ Dat hoop ik toch niet; de man had intussen al talloze historisch-fictionele en fantastische romans op zijn naam staan. Lariekoek dus, wat Vestdijk zelve zich ook gerealiseerd moge hebben.
Goed, het ontbreekt dus aan een samenvattende visie. Vestdijk ligt in de splinters en brokstukken van zijn werkelijkheid voor onze voeten. Maar ook de weergave van die feitelijke realiteit is bij nadere beschouwing verre van volledig. Over de autobiografische achtergronden van heel wat proza is Visser zeer wel ingelicht, maar over welke omstandigheden er nu precies aan de geruchtmakende roman De Schandalen ten grondslag liggen laat hij ons opeens volkomen in het duister tasten. En waarom komt de autobiografische achtergrond van de poëzie, als we toch zo bezig zijn, er zo bekaaid af? Inderdaad, nu wil ik ook de hele hand.
Ach, ik moet nog heel wat onvrede kwijt. De pissige wraak die Visser op Mieke Vestdijk neemt door haar onsympathiek in Vestdijks laatste dagen af te schilderen. De vreemde stijl van het boekje, als we buiten de citaten treden. Hier bijvoorbeeld: ‘Het jaar daarop voelde Vestdijk zich oud worden. Hij nodigde Herman Mulder uit weer eens op bezoek te komen.’ Of deze: ‘Zij (Mieke) wilde volgens Vestdijk heel wat, zoals een boterbriefje, een auto en kinderen. Voor dit laatste zou later Brakman worden ingeschakeld.’ Hoe, als donor soms? We horen er later niets meer over. Enfin, door die ene kwalificatie, ‘Biografie’ valt er bij dit werkstuk heel wat af te klagen. Maar ik kan niet ontkennen dat ik, bij alle verbazing, het boek zonder probleem heb uitgekregen en er heel wat nieuws van heb opgestoken. Het is namelijk een wat onhandige presentatie van een enorme hoeveelheid materiaal. Het laat zich eigenlijk het best vergelijken met de persberichten van het ANP, heel nuttig maar niet helemaal presentabel. Het is een studieus halffabrikaat. Mogen de biografen van Vestdijk er hun voordeel mee doen.
■