Ter zake
Diny Schouten
‘Incompatibilité d'humeurs’, noemt uitgever Thomas Rap als oorzaak voor zijn naderend vertrek bij De Boekerij. Wegens het ‘verschil van inzicht’ met zijn directe cheffin, uitgeefster Marijke Bartels, zoekt Rap met zijn hoogste directeur, de eigenaar van De Boekerij René Malherbe, op het ogenblik naar de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst tussen beiden te verbreken: ‘Het is zoiets als een echtscheiding die jaren dreigde maar nu definitief gaat worden.’ Spreken over Raps vertrek is volgens René Malherbe echter prematuur. ‘We zoeken nog naar een constructieve oplossing,’ zegt Malherbe, die de samenwerking met Rap prijst, maar zich zorgelijk betoont omtrent het rendement van Raps literaire uitgeverij. Malherbe nam vorig jaar juli het Thomas Rapfonds over van Elsevier, in een gemeenschappelijke koop met Elsevier-Manteau, De Boekerij en Van Goor. De rendementskwestie is wel de essentie van het voorgenomen vertrek, vindt Rap, ‘maar waarschijnlijk ben ik niet zo op mijn plaats in het zakelijk klimaat van De Boekerij, waar ze nu kortingbonnen geven bij de aankoop van twee kilo Dash. Dat is niet mijn wereld.’ Marijke Bartels voelt er niet voor om commentaar te geven, anders dan dat ‘onze samenwerking redelijk was’.
Een feestelijke middag waar redacteuren van De Gids het honderdvijftigste geboortejaar van hun tijdschrift vierden door aan het aanwezige SLAA-publiek in de Amsterdamse Balie te vertellen hoe zij hun entree maakten bij Neerlands deftigste en oudste tijdschrift, werd even verstoord door twee jongemannen die een pamflet uitdeelden met zeer opruiende taal. Het pamflet verklaart de ‘Dood aan de Gids’, aan welk blad de levendigheid van het Hollands Maandblad ten voorbeeld gesteld wordt. De gerenommeerde honderdvijftigjarige wordt volgens de anonieme ondertekenaars, die tekenen ‘namens Anton Wachterromans, de redactie van Platforum’, gemaakt door zes ouden van dagen (‘verstokdoofde ruggemergteringlijders’), en het bevat niets dan ‘holle pis- en blaaskakerij’ en ‘dor leproza’. De zes profielen van de ‘bepakte en bezakte uitgebluste patjepeeërs’ der Gidsredacteuren zijn bepaald onflatteus. Het verwijt aan ‘H2O Quasimier,’ ‘Wiel, Generaal en Circus Custers,’ ‘Ab des Waan,’ ‘Jij Bentem Harry van de Berg’ en ‘Haary Krishna Mulisch’ is vooral dat zij niet speels zijn, dit in tegenstelling tot het ‘schuimend asproza’ van Hollands Maandblad, ‘de pijnstiller van de nieuwe generatie’. Getuigen herkenden in de twee jongemannen inderdaad de twee polemische sterren van Hollands Maandblad, Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, die in dat blad hun heftige aanvallen op ‘De tijd waarin wij leven’ ondertekenen als ‘redactie van Platforum’. Het uitdelen gebeurde zonder noemenswaardig incident: de jongelui
vertrokken even schielijk als ze gekomen waren. Voor Gids-redacteur Godfried van Benthem van de Bergh waren ze geen onbekenden: ‘Ze hebben ons ook wel eens wat ter publikatie aangeboden. We vonden hun stukken niet zo leuk.’ Onder de redacteuren is de actie ‘niet ernstig’ opgevat, zegt Van de Bergh: ‘We vonden het wel mooi, die aandacht.’ Of K.L. Poll, enig redacteur van Hollands Maandblad, ook erg is ingenomen met de actie van zijn twee protégés? ‘Die vraag is me al voorgelegd door een bezoeker van de middag, die me vroeg of ik het pamflet niet openlijk wilde dementeren, maar dat lijkt me onzin. Bindervoet en Henkels doen het op hun manier, en dat wil niet zeggen dat dat mijn manier is, maar dat De Gids een stoffig, onpersoonlijk en ingeslapen blad is dat zichzelf nu een heel jaar lang feliciteert, daar ben ik het van harte mee eens.’
poul van de gids
De serie cassettes Hun eigen stem, die geluidstechnicus Maurits Rubinstein vorig jaar uitbracht, wordt wegens succes geprolongeerd. Als nieuwe uitgaven kondigt Rubinsteins I.C. Uitgeverij een nieuwe serie aan, met de stemmen van Kees van Kooten, F.B. Hotz, Leo Vroman, Hubert Lampo en Remco Campert, die ieder voorlezen uit eigen werk. Op veler verzoek - vooral van boekverkopers - kregen de cassettes nieuwe jasjes aan waarmee ze tussen conventionele boeken niet misstaan: ‘Boekhandelaren vonden het moeilijk om de cassettes een plaats te geven,’ verklaart de jonge, inmiddels professionele uitgever Rubinstein, die zijn onderneming door het succes van titels als Annie Schmidts Ziezo en Nee heb je van zijn tante Renate Rubinstein - waarmee het allemaal begon - binnenkort gaat uitbreiden met twee vaste medewerkers. Annie Schmidt, de meestgevraagde schrijfster uit Rubinsteins fonds (van de tweeëentwintig versjes uit Ziezo werden in twee dagen tweeduizend exemplaren verkocht) blijkt de ‘ons allen bekende literaire Ster’ te zijn aan wie de presentatie in handen wordt gelegd bij het uitreiken van De Gouden Stemband, een prijs (bestaande uit een kunstwerk) die de uitgever uitlooft aan een auteur die het afgelopen jaar op literair gebied ‘iets moois’ met zijn stem heeft gedaan. Voor deze eerste keer gaat de prijs nog naar een auteur uit het I.C.-fonds, ‘maar volgend jaar kan het ook een schrijver zijn die met zijn stem iets bijzonders heeft gedaan op de radio,’ belooft de schenker ervan.
Het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs reikt dit jaar voor de tweede keer De Gouden Strop uit: een plastiekje plus f 10.001, -. De drie genomineerde titels van dit jaar zijn René Appels Handicap, Martin Koomens Tarkov's geheim, en Tomas Ross' Bêta, gekozen uit de veelheid van zesentwintig oorspronkelijk-Nederlandse nieuwe misdaadtitels. Sponsors van de prijs waren tot nu toe uitgeverijen, aan wie donaties van f 2500, - werd gevraagd. ‘Dat had het bezwaar dat er zo een monopoliepositie van vier grote uitgeverijen ontstond,’ zegt de secretaris van het genootschap, Tomas Ross, ‘want voor kleine uitgeverijen is dat bedrag een te grote aderlating.’ Steun, ‘zowel materieel als immaterieel’ is nu toegezegd door de stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek, waar directeur Henk Kraima plannen heeft voor een jaarlijkse ‘week van het spannende boek’, festiviteiten rond misdaadboeken, met goed zakelijk inzicht te organiseren in juni, de stille tijd ná de boekenweek.
In 1977 kreeg Gerrit Krol de Multatuliprijs voor De weg naar Sacramento. De roman beviel hem echter steeds minder, schrijft Krol in de nieuwe aanbiedingsfolder van Querido: ‘In de loop van de daaropvolgende jaren nam de roman een vorm aan die ook de meest gewaagde interpretaties achter zich liet: nieuwe lange scheuten groeiden uit wat ik allang als een rustige sculptuur in de tuin van mijn geest had staan. Ook zag ik er steeds meer dode stukken in, die verwijderd konden worden.’ Krol herschreef het boek tot De weg naar Tuktoyaktuk; op het omslag staat ‘Sacramento’ dan ook doorgekrast, en is het vervangen door ‘Tuktoyaktuk’. Betekent Krols herschrijving dat De weg naar Sacramento nooit meer herdrukt zal worden? Het antwoord van uitgever Ary Langbroek van Querido is voorzichtig-bevestigend: ‘Dat ligt niet in de rede.’ Liefhebbers van tekstvergelijkend onderzoek wordt geraden zich naar de boekhandel te reppen: ‘Er zijn nog tweehonderd exemplaren van De weg naar Sacramento.’
Bij Kees van den Hoeks uitgeverij Thoth gaat deze maand een essay van Harry Mulisch verschijnen, Grondslagen van de mythologie van het schrijverschap. Deze in linnen gebonden ‘prachtuitgave’ moet volgens de schrijver beschouwd worden als ‘een transliteraire beschouwing’, die voorafging aan de kleine roman De pupil. Het essay mag ook gezien worden ‘als de goedgunstige beloning van een aanroep, die de schrijver richt tot Thoth, de Egyptische god van het schrift’. Die mededeling in Thoths aanbiedingsfolder verklaart ook waarom Mulisch voor eenmaal zijn uitgever De Bezige Bij ontrouw was: ‘Ik wist dat Mulisch zichzelf als Thoth ziet, uit het zelfportret dat hij ooit voor De Revisor heeft getekend,’ zegt Van den Hoek, ‘daarom heb ik hem geschreven of daar niet iets mee te doen was.’ Het zelfportret van Mulisch-als-Thoth zal echter alleen in een tegelijk verschijnende bibliofiele uitgave worden afgebeeld.