Een uit de hand gelopen schoonheidsideaal
Arnold Schwarzeneggers encyclopedie voor bodybuilders
Encyclopedia of modern bodybuilding door Arnold Schwarzenegger en Bill Dobbins Uitgever: Simon & Schuster, 736 p., f 60,25
Diny Schouten
Omvang en gewicht zijn ongeveer die van het telefoonboek van New York of Hollywood, maar we hebben dan ook te doen met Arnold (‘Predator’ Schwarzeneggers ‘Ultimate Book On Bodybuilding Now In Paperback.’ Schwarzenegger vulde de 735 bladzijden niet in zijn eentje, al doet hij z'n best om die indruk te wekken: in een minuscuul letterkorps staat Bill Dobbins als co-auteur vermeld. Het zij verre van mij om te suggereren dat Mr. Schwarzenegger - vijf keer Mr. Universe, zeven keer mr. Olympia - slechts een fraai gespierde dommekracht zou zijn: zijn filmbiografie vermeldt behalve rollen in Stay Hungry en Conan the Barbarian het auteurschap van drie instructieboeken over bodybuilding, een graad in bedrijfsadministratie en economie aan de universiteit van Wisconsin, en een selfmade miljonairschap door belangen in onroerend goed en een postorderbedrijf.
De Bodybuilding Encyclopedie, Schwarzeneggers vierde publikatie derhalve, is eigenlijk ook meer een uitgebreid handboek; het belooft álle kennis door te geven die beschikbaar is over moderne trainingsprogramma's, diëten, anatomie, lichamelijke verzorging - inderdaad, het meeste effect geeft Johnsons babyolie, mits spaarzaam aangebracht teneinde het effect van een goedbedropen kalkoen te vermijden - verwondingen, tot en met gebruik en misbruik van anabole steroïden, scheren van het borsthaar (minimaal een week voor de ‘contests’ ter tijdige genezing van schrammen) en poseren. Dat laatste blijkt nog het belangrijkst: wie het voordeligst zijn musculatuur weet uit te stallen wint, verzekert Schwarzenegger, die in een hoofdstuk verderop (over jury's) doet alsof hij er heilig van overtuigd is dat de beste wint en dat alleen slechte verliezers de jury's van partijdigheid en ‘politiek’ beschuldigen. Toch kan het geen kwaad, rebbelt Schwarzenegger er vlug overheen, om officials persoonlijk te leren kennen, de naam van hun echtgenotes te onthouden en ze op z'n tijd een kerstkaart te sturen. Dat klinkt allemaal wel erg naïef. Er is alle reden om aan te nemen dat bodybuilding Big Business is. Een echte encyclopedie zou waarschijnlijk enige informatie over de antecedenten van juryleden weten op te sommen - zakelijke belangen in sportscholen bijvoorbeeld.
Arnold Schwarzenegger
Eugene Sandow
Het uitgestalde vlees (850 foto's) wekt ongetwijfeld voor de niet-liefhebber uitsluitend weerzin op. Bodybuilding lijkt dan ook nog het meest op een uit de hand gelopen schoonheidsideaal; Praxiteles zou geloof ik zo'n endomorfpycnisch ventje als Franco Columbu afgekeurd hebben als model. Toch gaat het wel degelijk om ‘mooi’, om het beeldhouwen van het eigen lichaam tot iets wat - in sommige lagen van de bevolking? - als perfectie gezien wordt. Dat bleek beter te gaan met gewichtsheffen dan met waterpolo of speerwerpen, al hielden ‘Mr. America's’ tot ver in de jaren dertig zo goed mogelijk geheim dat ze hun overweldigend fysiek te danken hadden aan sportschooltraining, dat werd lange tijd als ‘bedrog’ gezien. Maar imposant zijn ze heus, de modern vormgegeven Herculessen, die verbijsterend verschillen van wie eind vorige eeuw de mooiste man ter wereld gevonden werd: krachtpatser Eugene Sandow, door koning George van Engeland benoemd tot ‘Professor of Scientific Physical Culture to His Majesty’. Sandow hield selecte ontvangsten, waar het schóne geslacht in zijn spierballen mocht knijpen. ‘The Ladies Idolize Sandow’ staat onder het plaatje. De rest van de illustraties - geen vrouw te bekennen - doet plotseling beseffen op wie ze vandaag de dag indruk willen maken: op elkaar. Dat valt me van ze tegen, maar de wetenschap dat ze veel harder moeten werken voor hun mooie smalle middeltjes dan welke Miss Universe dan ook, maakt veel goed.
■