Liefdevol veldwerk
Een participerend onderzoek naar de vrouwelijke werkelijkheid in de Derde Wereld
Uw toegenegen Dora D. Reisbrieven door Saskia Wieringa Uitgever: Furie, 109 p., f 22,95
Louise Fresco
Van Malinowski tot onlangs nog Nigel Barley (The Innocent Anthropologist) heeft antropologisch veldwerk boeiende en onthullende bijprodukten opgeleverd in de vorm van dagboeken en brieven. Een kijkje achter de schermen laat zien hoe moeizaam wetenschap tot stand komt temidden van onwillige informanten, onoverkoombare misverstanden en gebrek aan comfort. Maar terwijl Barley wanhopig tracht enig verband te zien tussen geslachte geiten, voorouderschedels en peniskokers, vergaat het Saskia Wieringa heel anders. In Dora D. geen spoor van vertwijfeling, gebrek aan medewerking, desoriëntatie of onbetrouwbare gidsen. Integendeel, zonder uitzondering ontmoet de schrijfster warme gastvrijheid en meer dan gewillige informantes. ‘Roekmi zuchtte diep en trok mij naar zich toe. “Hè hè, ik had niet gedacht dat ik je al zo snel op mijn bed zou krijgen.” Ik kuste haar hartstochtelijker, streelde haar schouders, armen, borsten.’
Wieringa, aan het Institute for Social Studies verbonden als antropologe, doet onderzoek naar een van de meest onderbelichte aspecten van de ‘vrouwelijke werkelijkheid’ in de Derde Wereld, ‘lesbische levensvormen’ en ‘verschillende uitingsvormen van vrouwenvriendschappen’. Op alle continenten heeft zij materiaal verzameld ‘dat duidelijk maakt dat vrouwen relaties met elkaar ontwikkelden in een vorm waarin ze weliswaar de door mannen beheerste heteronormen van haar maatschappijen niet wezenlijk aantastten maar waarin ze toch zoveel ruimte voor zichzelf creëerden dat ze haar behoeften aan vriendschap, erotiek en sociale en economische geborgenheid met elkaar konden vervullen.’ In het laatste hoofdstuk van haar boek licht zij de aard van dit onderzoek meer toe. Haar uitgangspunt is dat mannelijke onderzoekers of geen oog gehad hebben voor vrouwenvriendschappen of deze alleen in negatieve termen hebben beschreven, bijvoorbeeld als gevolg van ‘paternale deprivatie’. Op basis van de door haar opgespoorde gegevens concludeert de schrijfster dat de beschuldiging dat lesbianisme een recente, westerse uitvinding zou zijn, kan worden weerlegd. Er blijkt een groot aantal manieren te zijn, naast de westerse lesbische stijl, waarop ‘vrouwen haar relaties met elkaar geleefd hebben’.
Het werk van Wieringa moet gezien worden in het kader van de feministische antropologie, waarin het viricentrisme te vuur en te zwaard wordt bestreden. Viricentrisme is, voor wie het nog niet mocht weten, ‘het gecentreerd zijn rondom het denken en handelen van de man’ - een uiterst laakbare trek die deze wetenschap tot het begin van de jaren zeventig heeft gekenmerkt. Vanaf dat moment hebben feministische wetenschapsters de vrouw serieus genomen, haar onderdrukking op alle mogelijke terreinen aan de kaak gesteld en haar kracht en solidariteit uitvoerig gedocumenteerd in ontelbare gedetailleerde studies over de positie van de vrouw van Ankara tot Zaria. Ook methodologisch werd een doorbraak bereikt doordat de meningen en gevoelens van vrouwen een belangrijker uitgangspunt zijn gaan vormen dan zogenaamde objectieve feiten of het abstracte rationele raamwerk van de wetenschap. Essentieel hierbij is dat de onderzoekster niet neutraal tegenover haar onderzoeksobjecten staat maar op alle mogelijke wijzen in het lokale leven participeert. Dit stelt hoge eisen aan de intuïtie en het invoelingsvermogen van de feministische antropologes.
Uw toegenegen Dora D. is daarom potentieel zo interessant omdat het een mogelijkheid biedt om te zien hoe feministisch onderzoek, en dan nog wel naar een van de minst onderzochte onderwerpen, plaatsvindt. Wieringa's alter ego, Dora D., bedrijft haar participerende observatie voornamelijk in bars en op congressen. Met veel inlevingsvermogen worden de vele schakeringen van de scene neergezet. Travestieten in Singapore (‘strak t-shirt met een prachtige boezem’), ‘lesbo-Jakarta’ met zijn ‘guys’, in mooie broeken op snelle motorfietsen, en haar minnaressen, die zich in uiterlijk en gedrag in niets onderscheiden van heterovrouwen. De guys roken sigaretten en dragen herenhorloges. Ze bezoekt een Chinese tempel in Singapore waar vegetarische tantes en haar geadopteerde dochters wonen en leert veel over de vrouwelijke principes in de Chinese godsdienst. Dat leidt tot boeiende inzichten: ‘De Chinese muur is toch de grootste vulva ter wereld! Het christendom waar jullie je tegen moeten afzetten is natuurlijk bij uitstek fallisch... Het vrouwelijke masochisme is een van de kernpunten van jullie symbolische ordening, terwijl wij uitgaan van een actief, regelend vrouwelijk principe.’ Aldus een van haar informanten.