Dramatische geschiedenissen
Gesprek in De Kathedraal verhult deze verteldrang weliswaar, maar toch is duidelijk dat er achter de modernistische procédés een traditionele roman schuilt: de plot, de intriges, de drama's, de spanningopbouw, de diepe wortels in de (maatschappelijke) werkelijkheid, de betrekkelijk geringe ruimte voor gepsychologiseer en de heldere taal vormen er het tastbare bewijs van. Het motto (dat in de vertaling abusievelijk bij het eerste deel is ondergebracht: het hoort bij het boek) eveneens. Het is een citaat van Balzac: ‘Il faut avoir fouillé toute la vie sociale pour être un vrai romancier, vu que le roman est l'histoire privée des nations.’
Gesprek in De Kathedraal geeft inderdaad een brede doorsnede van de Peruaanse samenleving, en wel die van de jaren vijftig en - in mindere mate - die van de jaren zestig: arm en rijk, stad en platteland (een term die vloekt met het Peruaanse landschap), bourgeoisie, zelfkant, leger, zakenwereld, de journalistiek, de politiek, en daarbinnen de diverse, stringent gescheiden geledingen.
Dit alles - heel Peru dus - was ‘jodido’ (in het Nederlands enigszins afgezwakt tot ‘verpest’), zo stelt Santiago Zavala verbitterd vast op de eerste pagina. Hij is dan dertig jaar, en is uitgeblust: een routineus baantje op de krant, een huwelijk dat drijft op sleur, geen sociaal leven en geen ambities. Alleen de kwellende vraag: op welk moment was Peru verpest? Op welk moment was hijzelf verpest?
Een toevallige ontmoeting met de vroegere chauffeur van zijn vader, Ambrosio Pardo, biedt hem de pijnlijke gelegenheid te proberen een antwoord te vinden op deze vragen. Hij gaat met Ambrosio naar een kroeg (De Kathedraal), waar zij vier uur met elkaar praten. Wat zij bespreken volgt in de rest van het boek.
Op geraffineerde wijze laat Vargas Llosa in het eerste hoofdstuk maar weinig los over het besprokene. En wat hij loslaat, roept vooral vragen op. Met name de laatste woorden die Santiago en Ambrosio wisselen laten de lezer in het ongewisse en doen hem verlangen naar de volgende hoofdstukken: waarom loopt Ambrosio kwaad en angstig weg als Santiago hem bijna smeekt dat ‘we openhartig praten over la Musa, over mijn vader. Heeft hij je gestuurd?
Vervolg op pagina 4