De belichaming van het ongerichte gescharrel
Melancholische foto's van Hans van der Meer
Quirk of fate Photographs door Hans van der Meer Uitgever: Bert Bakker, 56 p., f 36,90
Mariëtte Haveman
‘Oude man, gezicht vriendelijk en vermoeid. Onverzorgd en ongezond. Lang van stuk. Hij staat iets van de muur af, drukke straat. Leunt iets achterover, raakt de muur alleen met een plek op de achterkant van zijn hoofd, glimlacht. Februarizon op zijn gezicht.’
Sommige foto's kunnen je treffen als melancholiek, zonder dat je eigenlijk begrijpt waarom. De voorstelling is niet speciaal somber, soms zelfs grappig. Wat er op staat is gauw gezegd: een klein meisje dat over de lichtvlekjes in een diagonaal het beeld doorsnijdende schaduw loopt, van bovenaf op de verlichte voetjes gefotografeerd; een jongen die een briefje leest dat aan een boomstam is bevestigd: een oude vrouw met krulletjespermanent die schaterend lacht om het verhaal dat een man met twee stoelen haar zojuist heeft verteld; een jongetje dat huppelt aan de hand van een streng voor zich uit kijkende vader; een groepje mensen dat de wandelriemen van drie onderkruiperige hondebeesten probeert te ontwarren; een man die wacht in een aangereden auto'tje; een man die slaapt op een rol stof; een man die een centrifuge voor zich uitduwt; ‘het soort beelden dat zich buiten een scenario om lijkt voor te doen, als een figurantenscène in een film van Buñuel’, noemt de fotograaf ze. Met andere woorden, het gescharrel dat je duizend keer op een dag tegenkomt, en waar je ijverig aan meedoet, althans die indruk geven deze foto's, maar dat is bedrieglijk. In feite belichamen ze de essentie van alledaags ongericht gescharrel, op een manier die zich desondanks in het echte leven zelden zo voordoet.
hans van der meer
Het tafereel van de man in de februarizon is niet in het boekje van Hans van der Meer te vinden, het is zelfs nooit gefotografeerd, omdat er iemand in de weg ging staan toen hij de foto wilde maken. Die informatie - en de beschrijving - vindt men in een brieffragment van de fotograaf in de inleiding op dit boekje. Het eigenaardige van dat brieffragement is dat het de indruk van melancholie die uit de foto's spreekt sterk bevestigt: stilstaan bij dingen die zouden zijn gebeurd, ware het niet dat, alle foto's die men zou hebben gemaakt als er niet net iemand in de weg was gaan staan, enzovoorts.
Sombere foto's zijn er in alle mogelijke schakeringen gemaakt, van Diane Arbus tot Bruce Davidsons foto's van East 100th Street in Harlem en het spookhuis van Joel-Peter Witkin, maar die foto's hebben met deze weinig gemeen. Deze doen eerder denken aan de foto's van een van de meesters van de grappige kleine tafereelfotografie, Elliot Erwitt - maar dan strenger. Misschien is die strengheid grotendeels verantwoordelijk voor de zwaarmoedige sfeer in deze foto's: het mocht nooit ‘te makkelijk’ zijn, lichtzinnig zijn. Het is een aanpak die iets uitdrukt van een minimale, moeizame wens tot communiceren, alsof er feitelijk nauwelijks iets te communiceren valt. Quirk of Fate (speling van het lot) is ondanks de lelijke vormgeving en het onooglijke formaat het meest opvallende Nederlandse fotoboek dat ik dit jaar ben tegengekomen.
■