Tijdschrift
Over een doopsgezinde dominee en een astmatische Duitse schrijver (beiden uit het begin van deze eeuw) over Apollinaire en Kiefer, over Goos Verhoef en Joost Nijsen en nog anderen gaan de eerste twee nummers van de derde jaargang van Boek & Band. Dit tijdschrift wordt uitgegeven door de Nederlandse Handboekbinders en Boekbandontwerpersgroep samen met de Fabrikanten en Grafische Eindprodukten (FGE) en noemt zich een tijdschrift voor boekencultuur. Vanzelfsprekend staan in veel artikelen boekbinderszaken centraal. Een interview met een boekrestaurateur, een pleidooi voor restauratie met perkamenten kaft, een beschrijving van geborduurde boekbanden zijn voor de echte liefhebbers natuurlijk Gefundenes Fressen. Maar door de afwisseling van onderwerpen en door de kritische rubriek Noordewind is het blad ook heel leesbaar voor degenen die nog nooit met een boekbindmes, karton, lijm en leer in de weer zijn geweest. Uit het interview in het eerste nummer van dit jaar met restaurateur Bernard Middleton blijkt trouwens dat het heel lucratief kan zijn om wel die gereedschappen te hanteren. Goede vaklieden op het gebied van restauratie en boekbinden zijn schaars. Voor boekrestauratie geldt hetzelfde als voor het restaureren van oude huizen. Je staat voor de keus hoever je terug moet gaan. Zelfs zogenaamde ‘temporary bindings’, zegt Middleton, staan nu in de belangstelling. In de zeventiende en achttiende eeuw al maakten de uitgevers onopvallende omslagjes om hun boeken, zoals in Frankrijk nog steeds gebeurt. omdat de koper ze toch naar eigen smaak liet inbinden. Saskia de Bodt beschrijft in Boek & Band nummer twee een heel aparte manier waarop men een boek in de zeventiende eeuw een eigen gezicht gaf. Een aantal bijbels met geborduurde band neemt zij onder de loep. Een uitgebreider beschrijving van de activiteiten van de borduurwerkers van het Sint Lucasgilde geeft zij in haar
pasverschenen boek Op de Raempte off mette Brodse. Een aantal van de daarin besproken borduurwerken is op een tentoonstelling met dezelfde naam in Leeuwarden te zien. Die titel slaat op de manier waarop het borduurambacht werd uitgevoerd: op een raam gespannen en met behulp van een klos (brodse). In Boek & Band staat een heel mooi boekje uit het bezit van Anna Maria van Schurman afgebeeld. Op de band, die overtrokken is met fluweel, zijn met gouddraad, parels en pailletten grote granaatappels afgebeeld. Anna Maria van Schurman borduurde zelf ook (een prachtig klein broddellapje van haar staat op Saskia de Bodts boek afgebeeld) net als de zusters Roemer Visscher, maar het professionele borduurwerk werd door de mannen van het gilde gemaakt. De medewerkers van Boek & Band aarzelen niet om een duidelijk standpunt in te nemen in hun bijdragen. Zo vindt Alex de Vries bibliofilie een tegennatuurlijke seksuele geaardheid, voyeurs met klamme handen en ingehouden geilheid zijn die bibliomanen, volgens hem. Dit gedrag werd de bezoekers van de tentoonstelling van Anselm Kiefers werk opgedrongen, vindt hij, door de peep-showachtige presentatie van diens boeken. In de jammer genoeg anonieme bijdragen aan de rubriek Noordewind wordt onder meer de kleine rel rond de toekenning van de Charles Nypels-prijs besproken. De prijswinnaar Dieter Roth kreeg een minder lang durende tentoonstelling toebedeeld dan de naamgever van de prijs, merkt Boek & Band fijntjes op. Tot slot doet Boek & Band ook een duit in het zakje over de mystificatie rond columnist Goos verhoef. De foto die van hem in nummer één van dit jaar staat afgedrukt, lokte een dringende oproep om onthulling uit in nummer twee van een misleide lezeres.
EVA COSSEE