Pockets
Op reis. In de vroege jaren zeventig van de vorige eeuw ging Margaret Brooke per schip naar Sarawak, een landstreek op Borneo waar haar man de tweede blanke rajah was. Over haar ervaringen schreef ze My life in Sarawak (Oxford University Press, 313 p. f 32,50). Haar observaties zijn helder, haar opvattingen onconventioneel. Inlanders worden als gewone mensen beschouwd, voor het koppensnellen vindt ze ‘so many excuses’. My life in Sarawak verscheen voor het eerst in 1913 en werd nu in facsimile herdrukt. Eenzelfde herdruk kreeg het schitterende Touring in 1600 door E.S. Bales (Century, 418 p. f 37,50). Wie reisde er rond 1600? Hoe? Waar naartoe? Waar overnachtte men? Had men reisgidsen tot zijn beschikking? Op basis van zeer veel bronnen stelde Bates een soort ‘sociologie van de reiziger rond 1600’ samen. Met onverwachte anekdotes. Wie had er gedacht aan een congres van herbergiers in die dagen? Bates beschrijft het met veel humor: de bijeenkomst van het internationale gezelschap loopt uit op handgemeen. In 1589 verscheen een reusachtige uitgave: The Principal Navigations, Voyages, Traffiques and Discoveries of the English Nation, samengesteld door Richard Hakluyt, die bijna zijn hele leven aan dit boekwerk van rond anderhalf miljoen woorden had gewijd. Uit deze verhalenverzameling verscheen een selectie: Hakluyt Voyages and Discoveries (Penguin, 443 p. f25,50) waarin de waarnemingen van een Engelse koopman, die de toren van Babel beschrijft als een ruïne die er uitziet als een kleine berg. Ook lezen we over een reis naar ‘Barbarije’ (Noord-Afrika) van het schip Jesus, dat voor de bemanning uitdraait op de galeien. Na een jaar weet de Engelse ambassadeur hen vrij te krijgen, waarop men begrijpelijkerwijs Gods naam prijst.
Veel later, in 1931, reisde Wyndham Lewis naar ‘Barbarije’. op zoek naar ‘islamitische ervaringen’. Van de verhalen en tekeningen die hij maakte verscheen een selectie van C.J. Fox, Journey into Barbery (Penguin, 233 p. f 22,95) Fraaie beschrijvingen hier en daar, zo raken we van een gedrogeerde drummer in een café terecht in een wanhopige achtervolging per kameel in Wyndhams fantasie. En dat alleen door de manier waarop de drummer met zijn hoofd en weer schudt. Wie in het tegenwoordige Barbarije, Tunis bijvoorbeeld, in een visresaurant terecht mocht komen: zorg ervoor dat U Mediterranean Seafood op zak hebt. (Penguin, 429 p. f 42. -) Als op het menu Qarnit kbir vermeld staat, is in dit culinaire naslagwerk te vinden dat er inktvis wordt geserveerd. Op dezelfde pagina wordt tevens de Franse, Griekse, Italiaanse, Spaanse, Turkse, Provençaalse en zelfs Bulgaarse benaming voor deze lekkernij vermeld: resp. Pieuvre, Chtapódi, Polpo, Pulpo, Ahtapot, Pourpre en Oktopod.
Op basis van vele bronnen stelde Peter Becker The Pafhfinders. The Saga of Exploration in Southern Africa samen. (Penguin, 281 p. f22,95) Zeer veel (blanke) reizigers passeren de revue: wetenschappers, ontsnapte gevangenisboeven, missionarissen, schilders of het mensentype dat men ‘pionier’ noemt. Vele gevaren worden wel of niet overwonnen. Als men niet met vermoeidheid, natuurgeweld of besmettelijke ziekten kampt, is het wel met vijandig negerstammen. Beckers Pathfinders loopt van de aankomst in 1652 van Jan van Riebeeck tot ongeveer 1850. Het valt niet mee dit boek te lezen zonder voortdurend de situatie anno 1987 in gedachten te houden. Toch kun je Jan van Riebeeck of achttiende-eeuwse reizigers in Zuid-Afrika Botha's racisme niet kwalijk nemen. En Beckers Pathfinders is een fascinerend boek.
Geoffrey Kendal reisde in 1944 naar India om er Shakespeare te gaan opvoeren. Hij schreef er een boek over: The Shakespeare Wallah. Een Indische leraar aan een hindoecollege roept ergens uit: ‘U voert Shakespeare op? O, Shakespeare is mijn goeroe!’ De Indiër houdt het meest van De koopman van Venetië. India's eigen cultuur werd beschreven in een zeer uitvoerige The Art Architecture of the Indian Subcontinent door J.C. Harle. (Penguin, 597 p. f 65,70) In de inleiding schrijft Harle dat zijn boek slechts over de grenzen van India strekt waar het Afghanistan, Nepal, Pakistan en Sri Lanka betreft. Verder is een hoofdstuk over Indo-Moslim architectuur opgenomen. Cut stones and Crossroads is de titel van Ronald Wrights verslag van een reis door Peru. (Penguin, 239 p. f 22,95) Op zijn tocht langs overblijfselen uit het Incarijk ontmoet hij twee Duitsers in een Mercedes-camper, ‘Panzer’ getiteld. Met die camper op reis door Azië waren ze ooit in een oorlogshandeling terecht gekomen, de auto had hen schuilplaats tegen bomscherven geboden, vandaar de naam. In Zuid-Amerika, zo was hen tot grote verbazing gebleken, roept zo'n naam Hitler-groeten aan de grens te voorschijn.
Neemt een reiziger reisverhalen of culinaire naslagwerken mee in zijn rugzak of sleept hij liever romans en verhalen mee op zijn tochten? Zeer prettig te vervoeren zijn William Faulkners romans Light in August, Pylon, The Sound and The Fury en Sanctuary, alle vier in een gecorrigeerde uitgave. (Vintage, f 19,75). Hetzelfde geldt voor Max Frisch' Tagebuch 1946-1949 (Sührkamp, 407 p. f 19,30) of voor The Choice, de eerste liefdesroman van thrillerschrijver Ted Allbeury. (New English Library, 375 p. f 17,50). Voor tekstverzamelingen als Rolf Hochhuths War hier Europa? Reden, Gedichte, Essays (Deutscher Taschenbuch Verlag, 284 p. f 21,45) en Boris Vians variétes La belle époque (Uitgever 10-18, 284 p. f 18,75). Of voor een roman als Kurt Vonneguts Galapágos (Grafton, 269 p. f 14,90) en Anatole Frances prachtige Monsieur Bergeret à Paris (Calmann-Lévy, 215 p. f 13,60). Al deze pockets meten 10 bij 18 centimeter, en wegen bijna niets: ± 140 gram. Wie toch grotere pockets wil meenemen: een zeer onderhoudende historische roman is The Fabulous. Concubine door de Chinese schrijver Chang Hsin-hai (Oxford University Press, 478 p. f 42), het verhaal van een geslaagde carrière als bijzit tegen de achtergrond van de troebelen van 1895 tot 1904. The Fabulous Concubine weegt 320 gram. Een zwaarder wegend werk is Carlos Fuentes adembenemende Terra Nostra (Penguin, 890 p. f 26,90). Met 480 gram bagagegewicht gaan in deze historische roman, zeker waar Fuentes de loop van de gebeurtenissen in het Spanje van Philips II in eigen hand neemt, meesterlijke
bladzijden mee. Ten slotte een boek dat er altijd nog bij kan (met afmetingen van 11 × 18 × 0.8 cm, gewicht 50 gram) is Günther Künerts Zurück ins Paradis (Deutscher Taschenbuch Verlag, 158 p. f 14,65). Vier fantastische liefdesverhalen voor de laatste uren van de tocht. Uiteindelijk is de ideale plaats om een (reis)boek te lezen toch je eigen huis.
ATTE JONGSTRA