[Religieus besef als middelpuntzoekende kracht - vervolg]
wat blijkt uit die keer dat hij losbarstte in een ‘vernietigende’ sprint over een lang stuk trottoir richting Broadway. Hij rende harder dan hijzelf voor mogelijk hield, hij vlóóg over straat, zonder op of om te kijken. Toen hij echter hel geluid van een achtervolging opving, spande hij zich nóg meer in, om nóg harder te kunnen rennen. Tevergeefs. Buddy voelde een hand naar zich grijpen en zijn trui beetpakken (‘op de plaats waar het nummer van het winnende team had moeten staan’, wordt er nog aan toegevoegd), en even later keek hij recht in het geschrokken gezicht van, ‘natuurlijk’, Seymour die hem verwilderd vroeg: ‘Wat is er? Wat is er gebeurd?’ Licht geërgerd antwoordde Buddy dat hij gewoon een beetje aan het rennen was, niks bijzonders - dit tot opluchting van Seymour: ‘Schrok ik even! (..) Wat een snelheid! Ik haalde je bijna niet in!’
Deze anekdote kan twee dingen betekenen. Ofwel werd het de toen negenjarige Buddy duidelijk dat zijn broer over een uitzonderlijke gave moest beschikken om te komen tot een dergelijke snelheid, ofwel duidt het aan dat zoiets als vaart, snelheid louter betrekkelijk is en eigenlijk helemaal niet bestáát. Hoe het ook zij, beide mogelijkheden hebben in het licht van het voorafgaande zo hun sacrale implicaties. In het eerste geval wijst Seymours snelheid op zijn status van bodhisattva die zijn capaciteiten slechts aanwendt voor altruïstische doeleinden. De tweede mogelijkheid hangt onverbrekelijk samen met de slotzin van Seymour, een introductie, waarin Buddy het zowel tegen zichzelf lijkt te hebben als ook de lezer lijkt aan te spreken: Ga nu maar naar bed, Snel en langzaam.
Wat is snelheid? Volgens Buddy kun je blijkbaar ‘snel en langzaam’ naar bed gaan, zoals je dan waarschijnlijk ook ‘snel en langzaam’ kunt lezen of rennen. Dat er in feite geen verschil bestaat tussen het een en het ander hangt zonder twijfel weer samen met de door de Chinese wijsgeer Lao-tse geuite wijsheid (die ik hier in de vertaling van Witter Bynner citeer):
There is no difference between the quick and the dead.
They are only one channel of vitality.
In dit licht bezien is het leven van de toen jeugdige Seymour identiek aan diens dood vele jaren later. Zoals ‘quick’ staat voor zowel ‘snelheid’ als ‘leven’, zo vloeit het overlijden van Seymour hier vlekkeloos ineen met de klassieke taoïstische overtuiging dat iedere beweging slechts tot doel heeft uit te komen bij de toestand van de roerloze stilte. Seymour is overleden maar juist de erkenning van diens bestendigheid (leven en dood is één) is de taoistische toegangspoort tot verlichting - waarvan wij, lezers, op galante want fictionele wijze deelgenoot zijn. Is het nu nog steeds zo raadselachtig dat Buddy ons aanraadt de gedichten van Seymour niet ter hand te nemen zonder dat we, ‘liefst twee keer’, zijn gestorven?