Tijdschrift
't Is niet gauw goed, is mijn eerste gedachte bij het lezen van het stukje ‘De toekomst van een geforceerd klimaat’ in Het Moment nummer 4 (lente 1978) van de als vertaler en schrijver vermomde uitgever van Meulenhoff. Er is sprake van een ongekende bloei van de literatuur constateert ook Laurens Vancrevel, nu iedereen die een stem heeft die gehoord wil worden in het literaire circuit al iets dergelijks heeft beweerd. Literatuur wordt big business en schrijvers zijn publieke figuren geworden net als politici, sporters en komieken. Dat er geld verdiend moet worden ook bij een uitgeverij zal Laurens van Krevelen wel weten. En hoe het met het liefdeleven, de eetgewoonten en dergelijke van een gevierd auteur als bijvoorbeeld Bernlef zit, is toch niet algemeen bekend. Literatuur is, net als toneel en film al grotendeels eerder, tot entertainment gedegradeerd met de bijbehorende modetrends, zegt Van Krevelen. De rol van de literaire tijdschriften die vroeger de koers in de literatuur bepaalden, is nu overgenomen door kranten en weekbladen die met de populariteit als norm koortsachtig de ene trend na de andere lanceren. Dus kwaliteit is niet meer de norm, maar populariteit en succes. De kansen voor vernieuwende literatuur om tot deze top tien door te dringen acht Van Krevelen gering. Hij gelooft dus niet in de stepping stone-theorie dat kopers en lezers via Vicky Baum tot Thomas Mann kunnen geraken om maar even een veilig voorbeeld uit het nabije verleden te nemen. Van Krevelen ziet het echt somber in en stelt zich voor dat de niet-bestsellers helemaal uit de markt gedrukt zullen worden onder meer door stilzwijgen van de kranten over deze boeken ten gunste van de bij een groot publiek hoge ogen gooiende roman die dus meer nieuwswaarde heeft. Zogenaamd moeilijke literatuur raakt aangewezen op subsidiereservaten (zoals het literaire tijdschrift bijvoorbeeld, vrees ik) en de samizdat. Zo formuleert Van Krevelen zijn angst
voor de vrijwillige censuur die er volgens hem gaande is in Nederland. Ik geloof er niks van van al deze sombere gedachten. Populaire boeken als detectives en oorlogsromans hebben toch nog nooit de literaire boeken kunnen overvleugelen? Moeilijke boeken zullen per definitie altijd een kleiner publiek aanspreken dan bijvoorbeeld doorzichtig geconstrueerde romans als De aanslag en Publiek geheim. Dat ondertussen Van Krevelens podium, het tijdschrift Het Moment uitblinkt in niet al te directe teksten is bekend en dat wordt met deze aflevering weer bevestigd. Van Krevelen zelf vertaalde een verhaal met absurdistische trekjes van Joyce Mansour. Verder bevat Het Moment een fragment uit de roman Mefisto van John Banville, een beklemmend goed verhaal van Bodo Kirchhoff en het als prozadebuut van vertaler Ton Naaijkens gepresenteerde betoog De Poolheilige. De intrigerende grimassen van beeldhouwer Frans Xaver Messerschmidt bespotten als het ware de inhoud van het tijdschrift. Verschillende onderdelen van het menselijk lichaam corresponderen met stukken van het gezicht, was de theorie van deze achttiende-eeuwer. Vandaar dat hij 64 varianten van zijn eigen kop maakte, waarmee hij de macht over zijn eigen lichaam wilde bezegelen. Een tekst van Friedrich Nicolai legt Messerschmidts systeem uit.
EVA COSSEE