Volg de pijproker
Al heeft hij zijn geboortestad op negentienjarige leeftijd opgelucht vaarwel gezegd, in Luik zijn ze trots op de inmiddels vierentachtigjarige romancier Georges Simenon. Cafés en winkels zijn vernoemd naar de grote schrijver, of naar de schepping die hem bekend heeft gemaakt, commissaris Maigret. Aan de gevel van zijn geboortehuis in de Rue Leopold prijkt een gedenksteen. Er bestaat een studiecentrum gewijd aan schrijvers' leven en werk. En sinds enige tijd heeft men een Simenonwandeling uitgestippeld.
De wandeling begint bij het Toerismebureau, en Féronstrée 92, in de binnenstad, vlakbij de Place de Marché, en eindigt ook weer in de binnenstad, bij ‘Le Carré’, de vierhoek van winkelstraten waar bohémien Simenon 's avonds placht te flaneren met zijn medekunstenaars, van wie overigens niemand iets wist te bereiken. Maar het grootste gedeelte van de wandeling voert over het grondgebied van de Vrije Republiek Outre-Meuse, aan de andere kant van de Maas.
Het stadsdeel Outre-Meuse ligt eigenlijk op een eiland tussen de Maas en de Dérivation, het omleidingskanaal dat de Maas bij hoog water moet ontlasten. Luik staat bekend als de Cité Ardente, de Vurige Stede, maar de inwoners van Outre-Meuse schijnen nog net een tikje feller en hartstochtelijker te zijn dan de andere Luikenaren. Vanouds een links bolwerk, dat zich heeft uitgeroepen tot onafhankelijke republiek. Maar in de oude, smalle straatjes rond de kerken van St.-Pholien en St.-Nicolas ziet de wandelaar in verwondering op naar de nissen en kastjes met lichtblauw gemantelde Mariabeelden erin. Op 15 augustus, het feest van Ste.-Marie, worden ze extra versierd; die dag is het in Outre-Meuse even druk als op Koninginnedag in Amsterdam.
Simenon heeft het grootste deel van zijn jeugd in deze, afgezien van de nissen en kastjes sombere, wijk doorgebracht. Hij woonde in bakstenen huisjes in de Rue Pasteur (nu Rue Georges Simenon) en de Rue de la Loi, waar hij ook naar de broederschool ging, hij leende boeken van Balzac, Dickens en Dumas in de openbare bibliotheek (inmiddels ook naar hem vernoemd) in de Rue Gaston Gregoire, hij dronk wijn en snoof ether met dezelfde kunstenaars in een krot in de Impasse de la Houpe en hij ging naar de hoeren op de Boulevard de la Constitution. Zijn eerste roman, verschenen toen hij zeventien was, heette Aux Ponts des Arches. Op de andere brug die Outre-Meuse met het centrum verbindt, de Passarelle, een ijzeren voetgangersbrug, riep hij midden in de nacht in een theatrale bui uit dat hij op zijn veertigste òf minister òf lid van de Académie Française zou zijn. Het een noch het ander is uitgekomen. Maar hij werd wel de meest vertaalde schrijver ter wereld.
Op zijn zeventigste zei Simenon dat hij nog steeds handelde, dacht en zich gedroeg als het kind dat hij in Outre-Meuse was. Wie de wandeling heeft gelopen, kan zich daar heel wat meer bij voorstellen. Volg de bordjes met een pijprokende man erop.
De routebeschrijving, met citaten uit Simenons autobiografische boeken als Quand j'étais vieux, Je me souviens, Pedigree en Memoirs intimes, is verkrijgbaar bij het Toerismebureau, en Féronstrée 92, 4000 Luik. Telefoon (041) 222456.
AvI
Bijdragen op deze pagina van Maarten 't Hart, Ad van Iterson, Atte Jongstra.