Pieter de la Court
Vervolg van pagina 11
Maar de la Court ging nog iets verder en daar botst zijn standpunt met dat van een ware regent als Johan de Witt. Hij meende dat die aristocratische groep zijn gelederen open moest houden voor de burgerij. Daarin dacht hij hetzelfde als Spinoza, door hem sterk beïnvloed. Logisch dat hij zo dacht: hij was zelf nog niet tot de regentenkliek doorgedrongen. Ook in zijn economische denkbeelden verdedigde hij een typisch Leids standpunt dat niet strookte met het Amsterdamse: hij pleitte ervoor om van de export van binnenlandse produkten (Leids laken) de basis van Hollands welvaren te maken en de Hollandse markt niet te beperken tot een doorvoerhaven. Tot slot ging hij ook in zijn Hollandocentrisme extreem ver: naar zijn mening moest er rond Holland en wellicht een deel van Utrecht een gracht gegraven worden die deze provincie tegen buitenlandse aanvallen zou kunnen beschermen. De overige provincies van de Republiek werden daarmee openlijk gereduceerd tot bufferstaten, en ook al dachten regenten als Johan de Witt er in een stil moment misschien ook wel zo over, politiek was het niet haalbaar. De denkbeelden van Pieter de la Court waren een extreme en ook wat excentrieke uitwerking van het Hollands regentenstandpunt: boeiend als theorie, te scherp voor toepassing in de praktijk. Maar diezelfde regenten lieten de buitenstaander de la Court met genoegen kolen uit het vuur halen of, om in stijl te blijven: de kat de bel aanbinden.
■