Vonne van der Meer
Vervolg van pagina 1
ze destijds de dochters tot medeplichtigen; nu bagatelliseert ze de minnaar voor wie ze destijds huis en haard had willen verlaten tot ‘een wissewasje’ en legt een angstwekkende hypocrisie aan de dag in haar sussend oordeel over Marita's voorgenomen scheiding van een man van wie ze niet houdt. De lafheid shockeert de jongste dochter Prikkebeen, die in de epiloog subtiel wraak neemt, zij het dat ze voor de totale afbranding terugschrikt als ze al de strop om de hals van haar moeder heeft gelegd.
De moeder, smetteloos in haar rol van directeursvrouw, maar als Duitse slagersdochter voorzien van een incestueus verleden dat angstvallig verzwegen wordt, maakt een fraai portret. ‘Hinten Lyzeum, vorne Museum,’ oordeelt haar oudste dochter kritisch, die sekreterig misbruik maakt van het deelgenootschap in haar moeders ‘Gilles-geheim’. Voor haar jongere zusje ‘kleeft er iets aan haar moeder, waardoor Prikkebeen haar niet met rust kan laten.’ De handeling is dan al naar tien jaar eerder verplaatst: naar de herfst van Gilles, de minnaar voor wie ‘Helen’ (die in haar schaamtevolle verleden de naam Helga droeg) het huis zou hebben verlaten als hij het had gewild. ‘Prikkebeen zag, maar legde geen verbanden.’ In de interpretatie van tien jaar later legt Prikkebeen de verbanden wel. Met een effect dat op zinsbegoocheling lijkt wordt bijna ongemerkt het perspectief verplaatst, zodat de habitus van ambitieuze directeursvrouw met ogenschijnlijk zelfvertrouwen, haar manier van praten (‘Ze sprak de woorden “joodse mensen” behoedzaam uit, of ze helemaal van hoofdletters zijn’), het overspel dat zich afspeelt onder de nietsziende ogen van een hardwerkende, veel afwezige echtgenoot die wegens de penetrante sigarenlucht in zijn kleren slechts bij hoge uitzondering toegang krijgt tot het echtelijk bed, ook van de moeder uit gezien wordt. Maar het blijven de hypothesen van Prikkebeen, wier blik verduisterd wordt door het misverstand dat de belangstelling van Gilles naar háár uitgaat.
Prikkebeens jammerlijke verleidingspoging, het sex-appeal van Marita, het erotisch zweem dat om Helen hangt, maken Een warme rug tot een hoogst seksueel boek. Maar dat is de smakelijke kant. Er is een andere, die van het bederf en de lachwekkende tragiek. ‘Ich weiss wie man die Männer behandelt,’ zegt Helen zelfverzekerd tegen de altijd in haar aanwezige denkbeeldige camera, maar haar glamour zwikt als de minnaar-huisvriend op wrede wijze zijn belangstelling begint te verliezen. Haar verdriet is echt, en daardoor meelijwekkend en ontroerend, net als Prikkebeens gruwelijke schaamte over de manier waarop ze op Gilles indruk heeft willen maken.
De epiloog bevat een meesterzet. Het gezin, ter gelegenheid van Marita's overkomst bijeen in imitatie-knusse familiekring, bekijkt de nostalgische filmbeelden van voorbije verjaarspartijtjes. De vader, aan wie inmiddels door een beroerte zijn vroegere ‘kommarijke’ spreken is ontnomen, fungeert voor de moeder nog steeds als de gijzelaar met wie ze elk gevaar van oprechtheid van haar dochters op afstand houdt, ‘als schrikdraad’. Het pijnlijke in beeld verschijnen van Gilles op een van de films biedt Prikkebeen even de mogelijkheid tot superieure wraak. Ze ziet er op het cruciale moment van af, zich haar moeders van zon stralende ‘warme rug’ vol zomersproeten herinnerend. ‘Ik had neergekeken op die sterrenhemel van sproeten en gedacht: mijn moeder. Hoe ik ook oordeel, hier zal ieder verwijt uiteindelijk verdwaald raken.’
De perversie achter de volmaakte façade van een well-to-do fabrikantengezin, dat is waar Een warme rug over gaat. Van der Meer heeft smaak voor intrige, opbouw, stijl en dialoog, kortom, voor economie. Ik vind het prachtig, maar ik begrijp dat het niks was voor de jury van de AKO-prijs. Van der Meer speelt geen literair spel met parallellen, tegenstellingen, symbolen en spiegelingen waarmee personen en situaties elkaar verduidelijken. Ze ontleedt alleen maar, tot op het bot, de tirannie van de goede vormen waarachter een kleinmenselijke tragedie in de betere kringen schuilgaat. Alleen maar? Als grotesk familiedrama is het nogal véél.
■