De boekcorner van... Goos Verhoef!
Als boekbespreker moet je alle kanten op kunnen. De ene keer moet je zeggen wat je vond van een spetterende liefdesroman en de andere keer moet je beoordelen of de rijen getallen in de nieuwe Belastingalmanak wel netjes onder elkaar staan. Bij wijze van spreken. Alles wat gedrukt is en waar een omslagje omheen zit komt op zijn tafel terecht. Ook al weet hij of zijn geen ene mallemoer van het onderwerp uit het boek af hij of zij zal toch zijn eigenwijze meninkje ten beste moeten geven. Ondertussen leert hij of zij er van alles bij waar hij of zij anders nooit weet van zou hebben gekregen. Dat is het leuke van dit vak. Of een vak. Dat is het natuurlijk niet. Het beste is het als hobby bij je eigenlijke werk te doen anders wordt men gek.
Zo kan het gebeuren dat men het volgende probleem tegenkomt. De opstelling van het bruidspaar namelijk. Bij de klassieke opstelling staat het nieuwe bruidspaar in het midden met links de ouders van de bruidegom en rechts de ouders van de bruid. Dat heeft wel een nadeel. Men wenst natuurlijk eerst het bruidspaar geluk waarna men weer terug moet om de ouders van de bruid geluk te wensen en dan moet men opnieuw voor het bruidspaar langs schuifelen om de ouders van de bruidegom de hand te kunnen drukken. Maar deze opstelling is weer makkelijk wanneer het bruidspaar vrienden of kennissen aan de wederzijdse ouders wil voorstellen. Een snellere mogelijkheid is het bruidspaar aan één kant te laten staan daarnaast de ouders van de bruid en daarweer naast de ouders van de bruidegom. Ook is het een goed idee om achter het bruidspaar en de ouders stoelen neer te zetten zodat zij op rustige momenten even kunnen uitrusten.
Hierboven vertelde ik een heel klein hoofdstukje na van Het Grote Trouwboek geschreven door Tineke Beishuizen een uitgave van de Libelle. Ja wat moet uw boekbespreker daar nou van zeggen. Als hij zelf getrouwd geweest zou zijn was het makkelijker want dan kon hij het vergelijken met zijn eigen trouwerij. Nu dit niet het geval is kan hij niet anders dan tot de conclusie komen dat het hem een nuttig boek lijkt. Als je graag wil trouwen. Na lezing van het boek zou dat enthousiasme wel 's gedaald kunnen zijn. Want mijn hemel wat komt er niet bij kijken zeg bij een trouwerij volgens de regels. Ik wist niet dat cadeaus al vóór de trouwdag naar het bruidspaar gestuurd moeten worden. Dat heb ik toen bij het huwelijk van Corrie fout gedaan. Heb ik de rookpoot gewoon op de receptie gegeven. Dat mag ook weer wel maar dan moet er een cadeautafel ingericht en dan geeft het bruidspaar het cadeau aan een bruidsmeisje die het op de cadeautafel legt nadat eerst de naam van de gever of geefster er met een sticker op is geplakt (en liefst ook nog in een boekje is genoteerd). Binnen een maand na de huwelijksdag wordt er een hartelijk briefje geschreven waarin wordt verteld hoe zeer het betreffende geschenk (of de bloemen) op prijs werden gesteld.
Kijk en daar gaat het mij even te ver. Wordt er een hartelijk briefje geschreven. Omdat het nou eenmaal moet. Hartelijkheid volgens de regels. Heel hartelijk dank voor de prachtige pedaalemmer die wij van u mochten ontvangen. Na afloop van de trouwerij was er zoveel weg te gooien dat hij reeds zeer goed zijn nut heeft bewezen.
Natuurlijk hoort de boekbespreker ook een puntje van kritiek te geven. Daar komt het. Nergens in dit hele boek wordt iets geschreven over de rookwaar bij een trouwerij! Moet er op een receptie niet voor worden gezorgd dat op alle tafeltjes glazen staan met een sorterinkje sigaretten en sigaartjes? Ik dacht het wel. Al hoe vaak verzorgde deze boekbespreker niet de afdeling rookwaar van menige trouwerij!
Over het roken ligt nu al zo'n groot taboe dat de schrijfster het er in haar boek niet over durft te hebben denk ik. Maar ook op een trouwdiner kan behoorlijk wat weg worden gepaft neemt u dat van mij aan. En wat zijn dan de regels? Mag er tussen hoofdgerecht en toetje al worden gerookt? Is het maar beter om aan een officieel diner geen shaggie te gaan zitten rollen? Moet de spreker zijn bolknak niet eerst in een asbak parkeren? Mag er in een stadhuis tegenwoordig nog worden gerookt?
Dan bespreek ik hier in een moeite door nog een boek van de Libelle namelijk Moeder. Gedichten over de eerste vrouw in je leven. Het weekblad Libelle heeft vorig jaar deze oproep gedaan: ga er eens rustig voor zitten, denk aan uw moeder en schrijf een gedicht over haar. Daar kregen ze meer dan drieduizend gedichten op! Dit boek is daar een selectie uit. Uw boekbespreker weet niks van gedichten af zeg ik u eerlijk. Maar deze gedichten hebben mij veel gedaan. Echt waar. Er waren erbij die mij een brok in de keel gaven mag u gerust weten. Van veel schrijfsters (maar er staan ook gedichten van mannen in) is de moeder overleden en dan krijg je gauw iets sentimenteels. Maar bij sommige gedichten had ik moeite om de waterlanders tegen te houden. Omdat je aan je eigen moeder denkt natuurlijk. Als ik dat doe zie ik mijn moeder drie dagen na het overlijden van mijn vader in de winkel staan. Nooit had zij achter de toonbank gestaan. Nu zorgde zij ervoor dat de winkel weer openging. Ik was nog te klein en moest naar school. Toentertijd was een tabakszaak een mannenaangelegenheid tegenwoordig staan er ook veel vrouwen in. Dat gezicht toen van mijn moeder. Dat verdrietige gezicht. Ik weet niet hoe dat moet maar daar zou ik een gedicht over willen schrijven.