Verleidelijke receptuur
‘Kissing don't last: cookery do!’ Al in het motto (van George Meredith) van Philip Mechanicus' Plantaardig kookboek voor níet-vegetariërs (Uitgeverij Tabula, 91 p., f 17,50, geïllustreerd met foto's van de auteur) zijn literatuur, erotiek en koken met elkaar verband gebracht. Mechanicus zal nooit nalaten te vermelden dat een tomaat een Liebesapfel heet, de vergelijking tussen een French bean en een French letter windt hem op, en het is verre van hem om dubbelzinnigheid te vermijden in een terzijde over een asperge die zijn kopje niet mag laten hangen. Zijn 41 kleine verhandelingen (lichtpornografisch maar met cultuurhistorisch cachet en veel gevoel voor etymologie, smaakvol gëetaleerd) over delicaatheden (de bescheiden kikkererwt, het gebruik van zout, de beminnelijkheid van koriander, het lieflijke doppertje) hebben eerder als ‘vegetarisch feuilleton’ in De Groene gestaan. ‘Kookboek’ is níet het goede woord voor deze verzameling erotische genietingen, maar het zou te ver gaan om het poëzie te noemen, al zijn Mechanicus' hymnes daar toch wel het best mee gekarakteriseerd. De ingrediënten zijn nederig: wat paddestoelen, wat knollen en citroenen en een enkel takje exotisch kruid, daar komt het ongeveer op neer. De receptuur is vooral verleidelijk, prettig-onmodieus, en sophisticated. Neem de tagliatelle met wat boter, citroenrasp en crème-fraîche, die ik koninklijk vindt, maar die Mechanicus opdraagt aan Broderick Crawford uit Fellini's Il Bidone. De toon tot de lezer is intiem, al is er iets van wantrouwen in de opmerking dat geraspte parmezaanse kaas uit een pakje ‘goed is om de muizen weg te jagen, maar niet voor menselijke consumptie’. Het boekje lijkt ongeschikt voor leerstellige
vegetariërs voor wie voedsel in de eerste plaats gezond moet zijn en daarom lekker: ‘Hoewel de omkering van deze stelling aanvechtbaar is lijkt zij mij toch te prefereren.’
DS