Het lichaam een arena
Anorexia nervosa, een ziekte die met de cultuur te maken heeft
Hunger strike The Anorectic's Struggle as a Metaphor for our Age door Susie Orbach Uitgever: Faber and Faber, 201 p., Importeur: Nilsson & Lamm, f13,35
Martje Breedt Bruyn
Terwijl Suzie Orbach in de jaren zeventig onderzoek deed naar dwangmatige eetsters, een studie die leidde tot de bestseller Fat is a Feminist Issue, kreeg ze het verzoek of ze ook een paar patiënten wilde behandelen die kampten met een volstrekt tegenovergesteld probleem: vrouwen met anorexia nervosa. Orbach geeft toe dat ze daar nogal tegenop zag, die skeletachtige vrouwen met grote ogen stonden haar tegen. Bovendien wist ze uit de literatuur en ervaringen van anderen dat deze vrouwen zich hardnekkig verzetten tegen hulp. Maar ze wist ook dat het aantal vrouwen dat aan dit syndroom leed de laatste tien jaar in de westerse wereld enorm was toegenomen. Ze dacht erover na, en realiseerde zich dat haar afweer voortkwam uit vooroordelen. Ze nam enkele vrouwen met anorexia in therapie en merkte dat ze lang niet allemaal beantwoorden aan de stereotypen: het zouden vooral jonge meisjes zijn die weigerden volwassen te worden, meisjes met een morbide instelling, afkomstig uit de hogere sociale klassen. Maar onder de patiënten die zij ontmoette in haar Therapiecentrum voor vrouwen in New York waren veel vrouwen van in de twintig en in de dertig, en zelfs een grootmoeder van zestig. Haar belangstelling hield stand, en na veel jaren werken met vrouwen met anorexia schreef ze daar een interessant boek over, Hunger Strike, The anorectic Struggle as a Metaphor for our Age.
Vergelijking van de uiteenlopende achtergronden van haar anorexiapatiënten bracht Orbach tot het inzicht dat al deze vrouwen van jongs af aan in extreme mate gepreoccupeerd waren met de manier waarop ze als vrouwen moesten leven. Volgens het gangbare socialisatieproces hadden ze moeten leren hun behoeften en wensen te onderdrukken, maar in dat opzicht raakte ze niet geheel aangepast. De vrouwen schaamden zich voor het feit dat ze behoeften bleken te houden, voelden zich schuldig, zochten een uitweg in het weigeren van één behoefte, die aan voedsel. Honger zouden ze onder controle krijgen.
Waarom het juist vrouwen zijn die weigeren te eten en daardoor hun lichaam zo onzichtbaar mogelijk proberen te maken, en waarom zo veel vrouwen juist in deze tijd, legt Orbach uit in een aantal theoretiserende, zeer leesbare en heldere hoofdstukken in het eerste deel van Hunger Strike. Vrouwen hebben een ingewikkelde relatie met de begrippen eten (in de zin van voedsel), dik, dun en vrouwelijkheid. Ieder meisje krijgt van alle kanten - via advertenties, geïllustreerde bladen, de mode, de media - de boodschap dat ze aantrekkelijk moet zijn. En ieder meisje zal op een dag voor de spiegel gaan staan en nagaan of haar lichaam in overeenstemming is met het ideaal. En dat ideaal is thans: slank. Vrijwel alle vrouwen zijn dan ook regelmatig druk in de weer met diëten, of ze manipuleren op de een of andere manier de hoeveelheid voedsel die ze tot zich nemen. En met dat voedsel zit het ook paradoxaal. Van vrouwen wordt verwacht dat ze anderen aangenaam te eten geven, terwijl ze tegelijkertijd hun trek in het eten dat ze op tafel zetten moeten zien te beheersen. Je bakt een verrukkelijke taart - maar zelf mag je er niet van eten, want dan word je te dik. Het muizehapje wordt tegenwoordig uiterst vrouwelijk geacht.
In een illustratief hoofdstuk gaat Orbach in op de grote zichtbaarheid van eten. Na de Tweede Wereldoorlog zijn er niet alleen veel meer soorten voedsel op de markt, er is nog iets anders aan de hand: eten is een vorm van entertainment geworden, het soort voedsel dat je eet, het soort restaurant dat je bezoekt is tot statussymbool geworden. Voor miljoenen vrouwen met in hun achterhoofd de plicht slank te zijn is de maaltijd dan ook een slagveld geworden. En dan is er nog de belangrijke maar controversiële moeder-dochter-relatie. Wie brengt welke verlangens en eisen over op wie? En wat te doen als je het gevoel hebt dat je niet beantwoordt aan de vele eisen die aan je worden gesteld? Wat te doen als je ervaart dat die eisen maken dat je niet toekomt aan je eigen behoeften, dat je je ervoor schaamt dat je ze überhaupt hebt?
Dertig jaar geleden, stelt Orbach, zou een meisje of vrouw met een extreem gebrek aan achting voor zichzelf ook een of andere neurose hebben ontwikkeld, maar niet een neurose die verband hield met eten, omdat de cultuur van die tijd daar veel minder de nadruk op legde. Maar de cultuur van deze tijd brengt met zich mee dat een vrouw die wanhopig probeert acceptabel gevonden te worden, een syndroom ontwikkelt waarbij zij als ‘straf’, als een vorm van zelfkritiek, haar toevlucht neemt tot deze rigide vorm van ascese. Met enorme wilskracht probeert zij zowel fysiek als emotioneel een nieuw persoon van zichzelf te maken. Ze maakt haar lichaam tot een arena, haar fysieke verschijning wordt haar vijand.
De theorieën van Orbach over de achtergronden van het ontstaan van anorexia nervosa lijken zo aannemelijk, dat je je bijna gaat afvragen waarom het verschijnsel zich nog niet in veel grotere om vang voordoet.
Het tweede deel van Hunger Strike schetst de mogelijkheden waarmee vrouwen die aan anorexia lijden misschien toch - ook al hebben bijna alle vormen van therapie die zijn geprobeerd gefaald - te helpen zijn. Op grond van haar eigen ervaringen als therapeute geeft Orbach een aantal raadgevingen aan psychotherapeuten die behartigenswaard lijken te zijn. Haar adviezen lijken zo ter zake dat je, als je zelf aan anorexia zou lijden, je therapeut onmiddellijk dit boek ter hand zou stellen.
Onlangs brak Piet Vroon zich in z'n column in de Volkskrant het hoofd over ‘het onbegrijpelijke verschijnsel’ anorexia nervosa. ‘De kwaal werd al in de zeventiende eeuw beschreven,’ schrijft hij, ‘en niemand heeft er ooit een vruchtbaar idee over gehad.’ Waarschijnlijk had Vroon Hunger Strike, inmiddels als pocket verschenen, toen nog niet gelezen.