Ter zake
Diny Schouten
De zwartkijkers hadden ongelijk. Uitgeverij De Bezige Bij lijkt het laatst en dus het best te lachen om wat in 1984 een onverbiddelijke winkeldochter leek te worden: Jan Cremers ‘Hunnensaga’. De Bezige Bij liet nimmer de moed zakken en biedt nu zelfs de drie delen, samen 1536 bladzijden, voor september 1987 opnieuw aan de boekhandel aan. Ditmaal ‘makkelijker betaalbaar’, want de drie delen van ‘De Hunnen’ (I. ‘Oorlog’, II. ‘Bevrijding’ en III. ‘Vrede’) kunnen los gekocht worden voor f 25.- elk. In cassettevorm werden van Cremers ‘fel omstreden, warm bewonderd’ epos 60.000 delen verkocht, meldt de tekst in de aanbiedingsfolder, die kenmerken van zorgvuldige redactie vertoont: het woord herdruk valt niet, en 60.000 delen klinkt meer dan 20.000 cassettes, die trouwens elk 75,- kostten. ‘Nu ja, de verkoop was 16.000 cassettes’, relativeert verkoopleider Han van Doorn van De Bezige Bij de verkoopcijfers enigszins, ‘maar dat is toch geen geringe verkoop?’ Het zijn de vierduizend exemplaren die over zijn, die nu afzonderlijk in folie gesealed gaan worden, ‘Je mag het inderdaad geen herdruk noemen,’ zegt Van Doorn na een lichte aarzeling.
Van de reportage van Adriaan van Dis over de zijderoute, verschenen in Elseviers Magazine zou men denken dat die tot de non-fiction behoort. Maar Een barbaar in China (uitgeverij Meulenhoff) prijkt op de top-tien fictie-lijst van Libris. De samenstellers van de top-tien-lijsten bedenken niet zelf, of een boek tot de belles lettres gerekend mag worden, het wordt bepaald door de code die de uitgever aan het betreffende boek meegeeft. Geeft het een heer meer standing om op de ‘fictie-lijst’ te staan? ‘We moeten natuurlijk voorkomen dat Van Dis tussen de kattenboeken en de kaassnacks terechtkomt,’ licht Maarten Asscher van uitgeverij Meulenhoff toe. Asscher heeft nog een argument: Van Dis moet tot de bellettrie gerekend worden omdat hij een schrijver is die mooi schrijft. De vraag had echter al veel eerder gesteld kunnen worden: ook de ego-documenten van Renate Rubinstein, ‘zo non-fiction als het maar zijn kan’ staan altijd op de fictie-lijst. ‘Ze vallen onder de moderne definitie van literatuur.’
van dis
Le Chemin de l'Espoir, de uit Polen gesmokkelde hoopvolle memoires van de Nobelprijswinnaar van de vrede (1983) en ex-voorzitter van Solidariteit Lech Walesa, verscheen eind april bij uitgeverij Fayard in Parijs. Op de persconferentie legde Fayards uitgeefdirecteur Claude Durand uit hoe hij de wereldrechten van het boek verwierf nadat de onderhandelingen met Amerikaanse uitgevers al begonnen waren. Durand stuurde Walesa bij wijze van visitekaartje een aantal recente uitgaven van zijn uitgeverij: het laatste boek van Solzenitsyn, een bundel toespraken van de Paus-als-jongeman en de werken van Czeslaw Milosz, Nobelprijswinnaar literatuur uit 1980. Walesa's tekst arriveerde bij Fayard in het Pools, werd daar in het Frans vertaald, geredigeerd door Durand, vervolgens naar Gdansk gesmokkeld, in het Pools terugvertaald, waarna Walesa zijn definitieve correcties aanbracht. Bij het smokkelen van de tekst waren ongeveer veertig mensen betrokken. Ook bij Uitgeverij Het Spectrum, dat de Nederlandse rechten heeft verworven, is wegens het risico van een mogelijke arrestatie anderhalf jaar de opperste geheimhouding betracht. ‘Het heette hier Project X, en er waren maar twee man op de hoogte van wat dat project inhield, zegt Spectrum-uitgever Joost Bloemsma. Het Spectrum geeft De weg van de hoop (650 bladzijden) in september uit, nog voorde Engelse uitgave van Collins. ‘Daarmee zullen we tweede zijn na Fayard,’ zegt Bloemsma met trots. De eerste oplage wordt 10.000 exemplaren.
De bescheiden eenmansuitgeverij Tabula van Jeroen Koolbergen heeft vijf jaar standgehouden. Tabula viert het lustrum met een cadeauboekje dat vijf gulden kost: het verhaal ‘Iets van Tolstoi’ van Tennessee Williams, waarin de tragische liefde van de verlegen boekhandelaar Jacob Brodzky verhaald wordt. Het is nu een van de meer highbrow-titels uit het fonds van Tabula. Koolbergen start met een nieuwe imprint, Legio. Daarin zullen boeken verschijnen met speciale aandacht voor ‘Nieuwe Wetenschap, holisme, en het wetenschappelijk onderzoek naar alternatieve geneeswijzen’. De reeks ‘Medisch Alternatief’, zes boeken die in september zullen verschijnen, bevatten verhandelingen over voetzool- en meridiaanmassage, wichelroedes, Bircher-Benner, Moerman, toegepaste kinesiologie en aardstralen. De vraag of Koolbergen gelovige is geworden doet hem schateren, en vervolgens verzekeren wat ook al in de begeleidende tekst voor de serie staat: dat ‘alternatieve’ geneeswijzen steeds minder alternatief worden, doordat ze toegelaten zijn tot de serieuze wetenschap. Een bewijs daarvoor is dat ‘vrijwel alle ziektekostenverzekeraars inmiddels de alternatieve geneeswijzen in hun pakket hebben opgenomen’. Die verzekeringsmaatschappijen worden, als financieel alternatief voor de een tijdlang in financiele moeilijkheden verkerende uitgeverij Tabula, door Koolbergen allemaal aangeschreven met het verzoek om de boeken, middels advertenties, te sponsoren.
Best mogelijk dat het aids-slachtoffer uit Frans Kellendonks roman Mystiek Lichaam een wereldprimeur is. Aids is gedramatiseerd in films, televisie-programma's en op het toneel, maar volgens schrijvers Adam Mars-Jones en Edmund White praktisch niet in fictie. Samen schreven ze een verhalenbundel, The Darker Proof; Stories from a Crisis, waarin de verhalen, vier van Mars-Jones en twee van White, aids als hoofdthema hebben. Uitgeverij Faber brengt het boek niet in hardcover, maar onmiddellijk als paperback op de markt, in de verwachtingsvolle oplage van 20.000. Het boek komt in juli uit. Over ‘de pest van de twintigste eeuw’ is bij Bucher Verlag al een prentenboek verschenen, gemaakt door de artiste die daar de naam voor heeft: Niki de Saint Phalle. De (Engelse) tekst, een lijst van ge- en verboden ter bescherming tegen aids, is van immunologie-expert Silvio Barandun, geschreven en getekend als een brief van een bezorgde moeder aan haar zoon. De tekst is opbeurend: ‘Je krijgt het niet van handvasthouden’, en: ‘Niet bijten, maar strelen mag je overal.’
Uitgever Rene Malherbe van M & P Boeken, die in een jaar tijd een heel uitgeverij-concern bijeenkocht (waarvan Unieboek en de voormalige Elsevier-uitgeverijen De Boekerij en Manteau deel uitmaken) onderhandelt met uitgeverij Elsevier over overname van de laatste ‘Belgische restanten’: Elsevier wil zich geheel terugtrekken van de Belgische boekenmarkt. Het gaat om de almanakken, de Kronieken en de naslagwerken, om precies te zijn de Winkler Prins Encyclopedie, waarvan Malherbe de Nederlandse edities overneemt. M & P neemt ook de exploitatie van de Winkler Prins in Nederland over: ‘Dat moest wel, want je kunt de grenzen niet dichthouden’, zegt Malherbe. Het gaat heus niet om een uitverkoop van de encyclopedie, want Malherbe ‘denkt voorzichtig’ aan een herdruk, en dat zal naar alle waarschijnlijkheid geen pocket-editie zijn. Elsevier houdt - met het oog op elektronische uitgaven? - wel het copyright. Malherbe heeft ook een voorzet gegeven om de altijd wat moeizaam verlopende distributie van boeken in Vlaanderen te bundelen in één onafhankelijk distributiecentrum. Grote tijdschriftenconcerns als VNU en Bührmann Tetterode zullen daarin mede-aandeelhouders zijn. Het is niet de bedoeling dat M & P Boeken er een grote vinger in de pap zal hebben, zegt Malherbe: ‘Concurrerende uitgeverijen moeten de verzekering hebben dat hun boeken in Vlaanderen optimaal gedistribueerd zullen worden.’