Oeroude polygame tradities
Het is juist die nette, geordende wereld, althans een minder bekende kant ervan, die Edna Salamon heeft belicht in The Kept Woman. In de volksmond worden maîtresses in één adem genoemd met call-girls, maar die opvatting noemt Salamon veel te simpel. De meeste ‘kept women’ in haar onderzoek hebben een keurige relatie met één getrouwde man. Net als zijn echtgenote is de maîtresse afhankelijk van zijn financiële steun. Over het precieze aantal onderhouden vrouwen kon Salamon niets te weten komen - het verschijnsel is gezien de dubbele huwelijksmoraal goed afgeschermd - maar dat het om gigantische aantallen gaat is volgens haar wel zeker. Voor de rijke, getrouwde mannen die Salamon sprak is het erop nahouden van een tweede vrouw een bewijs van status en mannelijkheid, precies als in oeroude polygame tradities bij niet-westerse volkeren. ‘Er komt een grote mate van ego aan te pas,’ zei een 58-jarige man uit San Francisco, gevraagd naar zijn beweegredenen om zijn minnares een jacht, een appartement en een maandelijkse toelage te schenken. Bijna alle vrouwen die Salamon interviewde en observeerde zagen de relatie met hun welgestelde (getrouwde) minnaar als een manier om de maatschappelijke ladder te bestijgen. Onderhouden vrouwen baden in de weerspiegeling van zíjn macht. Hun status is niet alleen afgeleid, zoals die van getrouwde vrouwen, maar bovendien onzichtbaar en afwijkend. De verschillende categorieën onderhouden vrouwen die Salamon onderscheidt reageren anders op de voortdurende dreiging om voor immoreel versleten te worden.
De ‘echte’ Maîtresse is doorgaans iemand met een traditionele sekserol-opvatting. Ze voelt zich echtgenote, is trouw, zegt nadrukkelijk dat ze veel van haar getrouwde vriend houdt en dat het haar niet om het geld gaat. Ze ziet hem als kostwinner, voelt zich onderdeel van zijn leven en draagt hem op handen. ‘Het argument klinkt houders van huisdieren bekend in de oren,’ schrijft Salamon, ‘zou je hond nog van je houden als je het dier geen eten meer gaf?’ Maar de hopeloosheid van een dergelijke verhouding doet het romantisch vuur voor de Maîtresse alleen maar hoger opflakkeren en houdt haar gevoel van fatsoen juist in stand. De Maîtresse voelt zich het prototype van de good girl, ze is naïef en leeft in een klein, beschermd wereldje.
Een soort tussenpositie op de schaal van good naar bad girl wordt ingenomen door een tweede type, de Carrièrevrouw. Evenals de Maîtresse aanvaardt zij het gegeven dat mannen de macht en het geld hebben, maar zij beschouwt het veroveren van haar baas als een onderdeel van haar carrièreplanning. De kwetsbaarheid van een dergelijke strategie ontgaat haar ten enen male. Dit type carrièrevrouwen is het heftig oneens met feministen die klagen over ongewenste intimiteiten op de werkplek. Zij voelen zich geen slachtoffer en benoemen hun geraffineerde gevlei als adequaat gedrag. Uit de interviews blijkt maar weer dat veel mannen zeer gevoelig zijn voor hulpeloze kindvrouwtjes die voorwenden dat ze een man nodig hebben. Het is de keerzijde van het macho-dom, al kunnen dergelijke mentor-protégée relaties wel degelijk uitgroeien tot iets kameraadschappelijks. Beiden delen immers een grote toewijding aan het werk en staan in dat opzicht dichter bij elkaar dan de man bij zijn echtgenote.
De derde soort onderhouden vrouwen die Salamon aantrof noemde zij de Professionele Opportunisten. Driekwart van hen is gescheiden en heeft kinderen en hun teleurstelling over een mislukt huwelijk - opvallend vaak met een gewelddadige of alcoholische man - heeft hen cynisch gestemd over mannen en de liefde. Ze willen zich niet meer binden, maar in werkelijkheid zitten ze als een schoothond vast aan hun weldoener. In tegenstelling tot de Carrièrevrouw interesseert de Professionele Opportunist zich minder voor betaald werk. Haar werkterrein ligt op het sociale, relationele vlak. Deze vrouwen weten een rijke man vakkundig aan zich te binden door overtuigend de rol van het popperige, behoeftige vrouwtje te spelen. Mannen raken in de ban van haar geflirt en haar overdadige complimenten. De Professionele Opportunist ziet haar verhouding als toegangsbewijs tot een luxueuze levensstijl. In een artikel uit 1972 noemde Susan Sontag narcisme en acteren de hoofdkenmerken van echte vrouwelijkheid. Inderdaad betrekken de geïnterviewden alles in het leven op zichzelf en gedragen zij zich met vriendinnen totaal anders dan