Vooraan in de rij van morele striptease-artiesten
Leven als een wervelwind, biografie van de uitgever Victor Gollancz
Victor Gollancz. A biography door Ruth Dudley Edwards Uitgever: Victor Gollancz, 782 p. Importeur: John Pleysier, f60,45
Adriaan van der Veen
Eeen legendarische figuur, zo werd Victor Gollancz terecht genoemd in de rubriek Uitverkoren van de Boekenbijlage, waarin de biografie werd aanbevolen van deze uitzonderlijke uitgever die geschiedenis maakte in de uitgeverswereld, en zeker niet alleen daarin, tussen 1920 en 1967. De schrijfster Ruth Dudley Edwards had na het bestuderen van de omvangrijke correspondentie, het lezen van de vele boeken en pamfletten die Gollancz schreef, en na talrijke gesprekken met tijdgenoten, tegen de achthonderd bladzijden nodig om feit en fictie zo te scheiden dat er een betrouwbaar beeld ontstond van deze zowel verfoeide als uitbundig geprezen Engelsman van joodse afkomst.
Een waardevolle medewerker in zijn uitgeverij in Henrietta Street, Norman Collins, met wie Gollancz op den duur ruzie kreeg zoals met vrijwel iedereen in buurt, herinnerde zich het binnenkomen van Victor in zijn kantoor als het losbreken van een storm. Er heerste een gevoel van permanente crisis zolang hij aanwezig bleef, en dat bleef hij van vroeg tot laat. Geen ogenblik gunde hij zich rust, zichzelf niet en evenmin de leden van zijn bescheiden staf - bescheiden, want Gollancz was op de penning, al had hij weleens opwellingen van generositeit. Bovendien was hij ervan overtuigd dat hij alles uitsluitend alleen kon doen. Wie had hij dat nog nodig? Hij was een alleenheerser.
Alle schrijvers van zijn fonds veroverde hij zelf. Vaak waren ze van belang en niet zelden schreven ze bestsellers. In zijn eentje bracht hij op allerlei manieren een revolutie teweeg in de publiciteit voor boeken, het opvallendst in zijn door hem zelf ontworpen advertenties in de pers. De gele omslagen voor zijn boeken waren een vondst, een ideaal herkenningsteken. Volkomen nieuw voor Engeland was ook zijn initiatief voor het stichten van een boekenclub met korting in de jaren dertig, de ‘Left Book Club’, linksgericht in overeenstemming met de geest van de tijd.
Geen wonder dat er onrust ontstond onder uitgevers, literaire agenten en boekverkopers. Op een speciale vergadering van uitgevers werd na enig heen en weer gepraat eindelijk door C. Evans, de directeur van Heinemann, de vraag gesteld hoe zij zich van Gollancz konden ontdoen. ‘Hoe kunnen we V.G. klein krijgen? Wie heeft een idee?’ Er ontstond enige consternatie over deze ongebruikelijke openhartigheid. Het lukte overigens niet.
Victor Gollancz was geen gentleman zoals menige van de gedistingeerde Engelse uitgevers wel waren of wilden zijn. Hij ambieerde voor zichzelf veel en veel meer. Als actief socialist en pacifist wijdde hij zich behalve aan het uitgeven bij voorkeur aan het verdedigen van goede en vaak controversiële zaken. Victors ambities kenden geen grenzen. Zijn vele verdiensten als antifascist, humanist, verdediger van het verlenen van hulp aan het verslagen Duitsland, initiatiefnemer voor het redden van de joodse bevolking in bezet Europa, werden zeker erkend, maar ze wekten dikwijls wrevel, in het bijzonder in de joodse gemeenschap, waar men verbolgen was over zijn ambivalente verhouding met het jodendom.
Hoe gunstig of ongunstig ook over hem werd gedacht, voor hem was het nooit genoeg. Diep in zijn hart zou hij er pas tevreden mee zijn geweest als hij gezien werd als een soort profeet, vergelijkbaar op zijn minst met Gandhi, Schweitzer, en enkele flinke stappen verder, Jezus Christus. Een onmogelijke man, zo werd nogal eens over hem geoordeeld. Malcolm Muggeridge hield zijn mening niet voor zich, toen hij het eerste deel van Gollancz' autobiografie My Dear Timothy (1952) besprak: ‘Als een morele striptease-artiest staat Mr. Gollancz voorop in de rij. Wanneer hij zijn doornenkroon opzet is hij minder indrukwekkend.’
Victor had naar zijn eigen overtuiging een ideaal familieleven. Hij had vijf dochters, voor wie hij minder aandacht had dan voor zijn voorbeeldige, even mooie als verstandige vrouw Ruth, zoals hij uit een niet onbemiddelde joodse familie. Hij eiste haar totaal voor zich op, was op het overspannene af gehecht aan haar en van haar afhankelijk. Deze grote liefde belette hem niet om heel wat andere vrouwen achterna te lopen, wat soms tot een innige seksuele relatie leidde. Vooral later in zijn leven kampte hij met schuldgevoelens over deze liefdesavonturen. Tijdens een psychische instorting in 1943 beeldde hij zich in dat hij aan een of andere geslachtsziekte leed. Verzekeringen van zijn dokter dat er niet de minste aanleiding bestond om zoiets te vrezen stelden hem niet gerust.
Een van de merkwaardigste feitjes die de schrijfster in haar boek vermeldt is Victors gedrag in die tijd. Zodra hij zich in Henrietta Street alleen in zijn werkkamer bevond, haalde hij zijn penis te voorschijn om panisch te speuren naar eerste tekenen van de vreselijke ziekte. Aan deze dagelijks inspectie kwam een eind toen medewerkers van een theater tegenover zijn kantoor er discreet op wezen dat de vensters van zijn kamer doorzichtiger waren dan hij klaarblijkelijk aannam.