Knielang ravenzwart haar
Het is een verhaal vol suggestieve couleur locale, hartstocht, afgunst, armoede en rijkdom, opgetekend in een zeer persoonlijke, hier en daar nogal geëxalteerde stijl. Toch geeft het een fascinerend inkijkje in het leven van mensen in de vorige eeuw. Vita's overgrootmoeder Catalina Ortega, een exuberante persoonlijkheid, buitenechtelijk samenlevend met een man die niet de vader van haar kinderen is, bemint haar dochtertje Pepita met de ‘bezitterige liefde’ die ‘Latijnse moeders’ eigen is. Ondanks de bittere armoede - het Andalusische gezin woont in een souterrain en leeft van het venten van kleding - krijgt Pepita danslessen en zijden jurkjes. De kleine ballerina met het knielange ravenzwarte haar heeft in Malaga veel succes. Helaas wordt haar danskunst in Madrid te licht bevonden, maar dat verhindert haar doorbraak over de grens niet. Spoedig danst de beeldschone Pepita in de Europese hoofdsteden. Het publiek adoreert haar. Ze laat haar moeder baden in weelde, maar staat ook de rest van haar familie ruimschoots bij. Pepita's huwelijk met de Madrileense danser Juan de Oliva wordt in de kiem gesmoord na een ruzie met zijn bazige schoonmoeder Catalina, die zich spoedig ontwikkelt tot een bekwaam organisator van verbouwingen in steeds grotere villa's. Catalina, met haar ‘simpele, snobistische circusgeest’, vertelt aan iedereen die het horen wil dat haar dochter onder de bescherming van een rijke Duitse prins leeft. ‘De zigeunerin werd bourgeoise,’ laat Vita Sackville-West niet na om even te zeggen, maar: ze bleef in elk geval zichzelf, zoals alle andere Spanjaarden in het boek.
Vita's grootmoeder Pepita
Vita's moeder Victoria in 1910
Pepita houdt haar moeder onkundig van haar veroveringen, ook als ze de man van haar leven ontmoet: Lionel Sackville-West, een jonge Engelse attaché in Stuttgart. De passie slaat met kracht toe: reeds de eerste week brengen ze elke nacht samen door. Tijdens een bezoek aan haar moeder in Granada bevalt Pepita van haar eerste kind, dat wordt geregistreerd als zoon uit haar huwelijk met Oliva. Catalina denkt natuurlijk dat de kleine Max is verwekt door de Duitse keizer - heet die immers niet Maximiliano? Zijn tweede naam luidt subtiel Leon, Spaans voor Lionel. Moeder en dochter krijgen al snel ruzie over de baby en Pepita vertrekt. Daarna breekt een huiselijke periode aan voor haar en Lionel. Ze volgt hem naar Turijn, waar het gelukkige liefdespaar enkele villa's betrekt, terwijl de huizen in Duitsland worden aangehouden. Zelfs de conservatieve Vita vindt het overdadig. Lionel spot met alle diplomatieke conventies, maar hij weet pijnlijke situaties vakkundig te omzeilen. Dat hij het daar moeilijk mee heeft blijkt uit een anekdote uit 1865, als hij drie dagen in een hotelkamer wordt opgesloten door de Engelse consul, omdat hij een vals huwelijk met Pepita wil sluiten. Echtscheiding was indertijd vrijwel onmogelijk en Vita breekt dan ook, hoe kan het anders met haar levensstijl, door het hele boek heen een lans voor de maatschappelijke aanvaarding van niet-huwelijkse relaties. Catalina's plan om Pepita's wettige echtgenoot Oliva uit de weg te ruimen - in haar logica een voor de hand liggende stap na de ontdekking van de relatie van de gedistingeerde vreemdeling tot haar dochter - wordt verijdeld.
Het tweede kind van Lionel en Pepita - Victoria, naar de koningin van Engeland - wordt in Parijs geboren en aangegeven als fille de père inconnu. Echter, de laatste drie kinderen zullen worden ingeschreven onder de namen van Pepita en Lionel. Pepita is dol op haar dochtertje - Vita's moeder - en net als zij toen ze klein was, slaapt het meisje bij haar moeder in bed. De danseres hervat haar loopbaan als Lionel wordt overgeplaatst naar Madrid. Er volgt een verwijdering; ze leeft met een andere man samen en krijgt een miskraam. Lionel toont zich een realist, tenslotte had hun liefde al eerder een kort uitstapje met prins Youssoupov overleefd, en het paar verzoent zich, om daarna nooit meer uiteen te gaan.
Pepita vestigt zich met de kinderen in een dorp vlak bij Bordeaux en laat visitekaartjes drukken met de (niet bestaande) titel Countess West. Haar tragedie is ‘dat ze niemand had om te bezoeken’; het is uitgesloten dat ze ooit voor officiële gelegenheden kan worden uitgenodigd. Hoger kan ze in sociaal opzicht niet stijgen en haar roem als danseres staat in schril contrast met het marginale bestaan van een ‘overspelige’ vrouw. Ze toont zich net als haar moeder een meester in het bestieren van een grote huishouding, al heeft ze de vervelende trek geërfd dat ze om het minste of geringste bedienden ontslaat.