Spiritueel niemandsland
Eigenlijk was het in 1982 helemaal Marechera's bedoeling niet om te blijven. Hij kwam alleen maar naar Zimbabwe voor de verfilming van The House of Hunger door het Engelse televisiestation Channel Four. Omdat hij niet in het bezit was van een Zimbabwaans paspoort liet men hem niet meer vertrekken. ‘Ze zeiden: we hebben je talenten nodig voor de opbouw van ons land. Maar als je doorgaat met schrijven, schrijf dan socialistisch realisme.’
Maar Marechera weigert ‘zich te laten modelleren op het aambeeld van de filisters’. In Mindblast, een verzameling eenakters, gedichten, verhalen en dagboekfragmenten, laat hij op ontroerende, humoristische en vooral vlijmscherpe wijze zijn licht schijnen over het socialisme, de handel en wandel van de nieuwe elite, de positie van de kunstenaar, het materialisme en het spirituele niemandsland.
‘Het is nog steeds dezelfde oude ossekar van de rijken die rijker en de armen die armer worden. (...) Je vertelt dat je honger hebt en de chef kijkt over zijn drie onderkinnen heen op je neer en zegt: “Kameraad, jij bent de ruggegraat van de revolutie,” alsof het je grote ideaal is om net zo slank te zijn als de ruggegraat van een muskiet. En je wilt zeggen: “Chef, ik wil niet de ruggegraat zijn, ik wil de dikke buik zijn van de strijd tegen het neokolonialisme, zoals die buik van u daar onder die Castro-baard.” En voor je zelfs maar uitgesproken bent heeft hij de BVD en de politie er al bijgehaald en je wordt met een revolver in je rug opgebracht naar het bureau om ondervraagd te worden.’ (Mindblast)
Marechera heeft er ervaring mee. Zo werd hij tijdens de International Bookfair van 1984 tijdens een interview gearresteerd en wegens niet nader gespecificeerde ‘subversieve activiteiten’ zes dagen vastgehouden. Een man die niet aarzelt om bij gelegenheid in het openbaar te verkondigen dat een schrijver in Zimbabwe geen leven heeft, tenzij hij ‘government shit’ schrijft, die kon maar beter even tijdelijk buiten gevecht worden gesteld. Zeker nu zoveel buitenlandse journalisten de Bookfair bijwoonden. Als uitvloeisel van die arrestatie verloor hij zijn part-time baan als Engelse leraar aan een high-school. Toen studenten en collega's door veiligheidsagenten werden ondervraagd over de inhoud van Marechera's lessen achtte de directeur het veiliger hem te ontslaan. ‘Ik ben geneigd de geëngageerde schrijver als een Cassandra-figuur te beschouwen. Met heel dat fenomenale talent om 's mensens lotsbestemmingen te analyseren, het onderbewuste van onze nieuwe maatschappij scherp in beeld te brengen. Zo'n visie overstijgt elk politiek programma. Dat is de kern van de problemen die ik hier heb. Men analyseert hier alles vanuit een bepaald politiek gezichtspunt. Ze zien niet dat je iets hebt geschreven voor alle tijden, niet alleen voor deze specifieke politieke constellatie. Ze zullen je altijd vragen: aan welke kant sta je? Is je werk vóór of tegen het volk? Ben je een socialist of een kapitalist?’
‘En Buddy, die altijd al problemen met slogans had gehad, zou teleurgesteld en droef zijn hoofd schudden en weglopen. Soms zouden ze hem niet laten gaan. Ze zouden hem afranselen, zijn aantekeningen verscheuren en ze in zijn bloedende mond proppen. Maar dat was in orde. Je leerde het geweld en de wellustige genoegens van deze stad te verdragen zonder een spier te vertrekken. Het alternatief was krankzinnigheid.’ (Mindblast)
‘Dan zeg ik alleen maar: ik ben geen van die labels. Als je wilt weten wie ik ben, ga dan naar huis, lees mijn boeken en oordeel zelf... enne... maar kun je een kratje bier voor me achterlaten?’ Hij barst uit in bulderend lachen. De wereld is een House of Hunger. Zo niet fysiek, dan toch zeker in spirituele zin. Surrealistische humor en overvloedig drankgebruik zijn instrumenten om op de been te blijven, trouw aan ‘dat ene ding dat me werkelijk gezond houdt: al dit lezen, al dit schrijven’.
Nergens anders voelt Marechera zich beter thuis dan in de werkelijkheid van het geschreven woord. Dat was al zo in de township van Rusape (een provinciestadje op 150 kilometer van Salisbury) waar hij opgroeide. Reeds op jeugdige leeftijd vormden boeken een beproefd toevluchtsoord uit de verschrikkingen van het township-leven. Koloniale uitbuiting, massale werkloosheid en racisme drukten hun stempel op de onderlinge verhoudingen in het miserabel geoutilleerde getto. Geweld was er aan de orde van de dag. Een van de laatst overgebleven levensterreinen waarop de mannelijke township-bevolking zich kon laten gelden was de seksualiteit. Vrouwen waren vogelvrij. In The House of Hunger beschrijft Marechera waar dat toe kon leiden:
‘Het eindigde ermee dat de man zijn vrouw neukte - verkrachtte - onder de ogen van het opgewonden publiek. Ondertussen verwenste hij alle vrouwen naar de hel. En het leek er op dat hij niet meer kon stoppen haar te neuken - hij ging maar door en door en door, tot zij doodsbleek zag. Toen hij op het laatst - de menigte likte haar lippen en slikte - toen hij tenslotte zijn penis uit haar ruw geworden ding trok en hem terugstopte in zijn broek, leek ze nog te bewegen, waarop wij ons allemaal afvroegen hoe ze zo'n heftige aanslag kon hebben overleefd.’
‘Zwarten waren de slaven van de blanken en de enige slaven die de zwarten bezaten waren hun vrouwen. Dit seksisme, dit geweld tegen vrouwen was de uiterste consequentie van het racisme in dit land.’
De wereld van de blanken (‘zoiets als Het slot van Kafka. Ontoegankelijk en bewonderd’) strekte zich uit aan gene zijde van een kilometer brede ‘groenstrook’. De vuilnisbelt van de blanken was letterlijk de schatkamer van de township-kinderen. Dambudzo vond er zijn boeken. Op kostschool bij de missionarissen werd zijn literaire belangstelling verder aangewakkerd. Hij maakte er onder andere kennis met het werk van Afrikaanse schrijvers. ‘Het eerste boek van een Afrikaan dat ik in handen kreeg was Weep not, Child van Ngugi Wa Thiongo. Tot op dat moment was het nooit bij me opgekomen dat zwarten ook schrijvers konden zijn. Daartoe waren alleen blanken in staat. Ik las en herlas het boek en ik zei tegen mezelf: als een andere Afrikaan zoiets kan, dan kan ik het ook!’
Wat begonnen was als toevluchtsoord werd de motor voor zijn ontsnapping uit het township-milieu. ‘Door dat vele lezen wist ik dat er nog een andere werkelijkheid bestond. Out there!’ Voorlopig werd dat Salisbury en de universiteit van Rhodesië. Als een van de leiders van een grootscheepse studentendemonstratie tegen het Ian Smith-regime werd Marechera in 1973 van de universiteit verwijderd. Een jaar later kreeg hij een beurs voor het roemrijke Oxford.
Oxford bleek in verschillende opzichten een ander House of Hunger. ‘Ik dacht dat ik apartheid achter me had gelaten. Maar hier was de aristocratische universiteitsgemeenschap volkomen afgeschermd van de woonwijken van de arbeiders die de rest van Oxford uitmaakten. Wanneer je wat ging drinken in de pubs waar de arbeiders kwamen liep je grote kans in