Ter zake
De gezamenlijke Vlaamse boekhandels en uitgeverijen richtten zich met een kleine advertentie, die vijfmaal achtereen werd herhaald in De Morgen, tot hun ministers van cultuur en economie om hen te bewegen de boekenprijs vooral niet vrij te laten: ‘Honderdduizend exemplaren van Hugo Claus betekent dat er tien debutanten uitgegeven kunnen worden.’ Wie er ook antwoordde op de noodkreet, niet de ministers. Tot hun verbijstering zagen de boekhandelaren en uitgevers hun argumenten eind december paginagroot herhaald in dezelfde krant, alleen was de strekking volledig omgedraaid. De heren ministers werd ditmaal verzocht om de boekenprijs juist wél vrij te laten, in een advertentie die ondertekend was door ‘de boekenlezers, gesteund door FNAC.’ Het Franse boekenwarenhuis FNAC, dat vestigingen heeft in Brussel en Gent en boeken systematisch met twintig procent korting verkoopt, lijkt de aartsvijand van de boekhandels. Toch reageert Chris van Kersschaever, van de Antwerpse boekhandel De Groene Waterman, laconiek op de advertentie. Hij vindt de argumenten van FNAC (‘een vaste boekenprijs maakt boeken duur en geeft daardoor minder lezers, minder boekhandelaars, minder keuze en minder kansen voor schrijvers’) weliswaar geheel vals, al is het maar omdat FNAC uitsluitend goedlopende titels verkoopt en boeken in Vlaanderen niet duur zijn door de vaste boekenprijs maar door een inefficient distributiesysteem. ‘Maar de advertentie kan heel effectief zijn om de boekhandels op te jutten. De boekhandelaren zijn hier voor het merendeel laks in hun inkoopbeleid. Als het druk is met de schoolboeken, worden vertegenwoordigers van literaire uitgeverijen weggestuurd met de mededeling dat men geen tijd heeft om de nieuwe aanbiedingen te bekijken. De meeste boekhandels hebben
er het assortiment niet naar om het argument te mogen gebruiken dat het loslaten van de vaste boekenprijs tot minder keuze zal leiden. FNAC gooit een knuppel in het hoenderhok, misschien dat er daardoor eindelijk eens een discussie op gang komt. Het is simpelweg een kwestie van eigen schuld dikke bult.’
boekenweekgeschenk
Dat er gevloekt wordt in de boeken van Tessa de Loo maakt het jaarlijkse boekenweekgeschenk opnieuw onaanvaardbaar voor christelijke boekhandelaren. Ook in het verleden werd het CPNB-geschenk niet echt in dank aanvaard, hoewel dat van individueel geval tot geval verschilde, ‘want er zijn natuurlijk gradaties in christelijkheid,’ zegt secretaresse mevrouw Jannie Smit van het Christelijk Lektuur Kontakt. Nog vers in haar geheugen ligt de krenking van het christelijk volksdeel die stond in het boekenweekgeschenk van Wim Kan: ‘God is dood, nu de gelovigen nog.’ Zo'n boekje geeft een christelijke boekhandelaar niet gaarne aan zijn klanten cadeau, en het Christelijk Lektuur Kontakt verzocht daarom aan de CPNB, het collectieve propaganda-apparaat van de algemene Nederlandse boekhandelaren en uitgevers, om met een eigen boekenweekgeschenk te mogen komen. De CPNB ‘toonde begrip’, maar voelde toch niet erg veel voor die oplossing. Daarom werd dit jaar besloten tot een eigen uitgave, in samenwerking met de Vereeniging tot verspreiding der Heilige Schrift en uitgeverij ARK-boeken. Voor U, De zegen die ons leven draagt gaat het boekje, van ds G. Split, heten. Tot en met de maand maart, waarin de boekenweek valt, geldt de introduktieprijs van f1,80, maar het wordt aan de boekhandel overgelaten of men het boekje gratis geeft. Toch moet het beslist niet gezien worden als alternatief boekenweekgeschenk, zegt mevrouw Smit: ‘We willen de CPNB niet in de wielen rijden.’ Dat het niet mogelijk bleek om tot een vergelijk te komen, verdriet haar: ‘De kloof tussen christenen en nietchristenen is nu eenmaal te groot, maar dat is mijn persoonlijke mening.’
Een bericht uit het hiernamaals werd op donderdag 11 december uitgezonden door de BBC World Service (648 kHz, middengolf). In het klassieke verzoekplatenprogramma ‘The Pleasure is Yours’ voldeed presentator Gorden Clyde aan een verzoek ‘from Mr. Simon Vestdijk, from Doorn, The Netherlands. He'd like to play Gounod's Funeral March of a Marionette with greetings to Miss Ina Damman from Harlingen - whom you say you met over sixty years ago.’ De ondernemende luisteraar neemt in zo'n geval de moeke om de afzender op te sporen, maar de BBC kan geen opheldering verschaffen: ‘Sometimes they just mention their names and don't give an address.’ De enveloppes worden weggegooid, zodat het niet mogelijk is om het poststempel te controleren.
Sinds het aantreden van de regering-Kohl hebben Westduitse uitgevers veel last van censuur. Vorig jaar werd een record bereikt in van staatswege in beslag genomen erotica; zo waren 700 leden van de Kriminalpolizei betrokken bij de invallen op 285 boekenclubwinkels. Daar werd een boekenclubuitgave van Henry Millers Opus Pistorum in beslag genomen. Hetzelfde boek wordt in de originele uitgave van Rowohlt met rust gelaten, maar de omslag daarvan verraadt de inhoud dan ook niet: volgens het Landgericht Darmstadt schildert het boek op zeer opwindende wijze de meest woeste en ontaarde, zich vaak op het terrein van de faecaliën afspelende, seksuele praktijken. Lastiger nog, want juridisch niet aanvechtbaar, is de index die wordt opgesteld door de Bundesprüfstelle für jugendgefährdende Schriften, (BPS), die zetelt in Bonn. De BPS moet ervoor waken, dat media die ‘aanzetten tot geweld, misdaden, of rassehaat; het nazisme, de drugconsumptie of de oorlog verheerlijken of als onschuldig voorstellen, en die sexualethisch desoriënterend werken’, voor personen onder de achttien ontoegankelijk zijn. Sinds 1981 staan er 415 boeken op de index, waaronder boeken van Pauline Réage, Josefine Mutzenbacher en Harold Robbins (wegens de seks), Mickey Spillane (wegens het geweld) en Timothy Leary (wegens de drugs). Officieel hoort in de ‘Prüfstelle’ ook een schrijver vertegenwoordigd te zijn, maar de Duitse Vereniging van Letterkundigen (het Verband deutscher Schriftsteller) boycot het Bonner college. Een voorstel tot een zelfcensuur-orgaan van schrijvers en uitgevers stuit vooralsnog op verzet. Uitgever Naumann van Rowohlt (39
titels op de index) noemde het idee onzinnig: ‘Ik heb geen zin om rond de tafel te gaan zitten met Heinz Konsalik en Alice Schwartzer en me door hen mijn boeken te laten verbieden.’ Uitgevers klagen dat boekhandels ook niet-verboden erotische titels niet meer bestellen uit angst voor onaangenaam bezoek van de kripo's. De kleine Berlijnse uitgever Sympathie raakte om die reden zelfs een onschuldige parodie op een voorlichtingsboekje (Sex Tips für Girls) niet kwijt.
De privatisering van de Staatsuitgeverij en -drukkerij in Den Haag maakt haar tot een geduchte concurrent: uitgeverij Kwadraat in Utrecht verloor het van de Staatsuitgeverij in wat er uitziet als een ongelijke strijd. Inzet was de opdracht tot het maken van een jubileumboek, dat Het Nederlands Theaterinstituut in samenwerking met Carré gaat uitgeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het laatste. Het boek. Honderd jaar amusement, is gekoppeld aan een gelijknamige tentoonstelling; een manifestatie die past in het kader van Amsterdam Culturele Hoofdstad van Europa 1987. De calculaties van Kwadraat, die tot twee maal toe werden verlaagd na de bekendmaking van het concurrerende bod, voorzagen in een tekort waarvoor Kwadraat sponsors of subsidieverstrekkers zou moeten zoeken. Het bod werd overtroefd door de Staatsuitgeverij, die zich als sponsor aanbood en daarmee de opdracht binnenhaalde. Dat is helemaal niet onfatsoenlijk, verdedigt directeur commerciële zaken D. Koger zich: ‘Als je zo'n dik jubileumboek betaalbaar wilt houden voor een groot publiek, dan komt elke calculatie op verlies uit. Nu is de manifestatie Amsterdam Culturele Hoofdstad afhankelijk van sponsors en wij steken daar nu een bedrag in. Dat is géén overheidsgeld, want de Staatsuitgeverij heeft altijd haar eigen geld verdiend. We zijn nu bijna geheel geprivatiseerd en we leven daar sterk naar toe, en moeten daardoor wat anders gaan optreden dan vroeger.’
DINY SCHOUTEN