En verder:
Het boek waarmee Kingsley Amis dit jaar de Booker Prize in Engeland verwierf is kennelijk niet toevallig uitverkoren. Neemt men een aantal overzichten waarin dé boeken van 1986 worden gememoreerd door critici, schrijvers en lezende politici, dan komt The Old Devils daar het meeste op voor (het boek werd door Anthony Paul besproken in de Boekenbijlage van 1 november en verschijnt begin volgend jaar in vertaling bij Veen). Anthony Powell, Melvyn Bragg, V.S. Pritchett, Duncan Fallowell, Anthony Thwaite en Anthony Burgess kozen het met nadruk uit (‘A funny, sad and totally honest study of old age’ zegt Burgess). In de overzichten van The Observer, The Sunday Times, The Spectator en The New Statesman worden twee reisboeken herhaaldelijk genoemd: Between the Woods and the Water van Patrick Leigh Fermor (uitgegeven door John Murray) en Coasting van Jonathan Raban (Collins). Fermors boek is een travelogue door Europa, van de Noordzee tot de Bosporus, waarin de Europese geschiedenis persoonlijk wordt verwerkt. Het betreft een voettocht ondernomen vóór de oorlog en er komt nog een deel. ‘More mad, hilarious, omnilingual adventures’ schrijft Bernard Levin en die mening wordt gedeeld door Stephen Spender, John Cross, Peter Levi en Paul Allen. Het boek van Raban (die veel reisboeken schreef en wiens debuutroman Buiten land deze maand in vertaling bij Contact verscheen) beschrijft een reis langs de kust van Engeland. Hij legt geregeld aan en begeeft zich te land om daar te merken dat hij in een van de brandhaarden van Engeland terecht is gekomen. Het vierde meest genoemde boek is Less than One, de essays en herinneringen van de Russische in Amerika wonende dichter Joseph Brodsky (Viking). Anita Brookner, Seamus Heaney, Frank Johnson en Stephen Spender noemden het (Karel van het Reve
bespreekt het in het Kerstnummer van de Boekenbijlage). De sociaaldemocratische politicus David Owen is een van degenen die A Tast for Death, de thriller van P.D. James, als een van de beste boeken noemt (besproken in de Boekenbijlage van 8 november). Meerdere malen (onder meer door Martin Amis en Hermione Lee) wordt The Blind Watchmaker van Richard Dawkins (Longman) genoemd. Het is een briljante aanval op de anti-evolutionisten en besproken in de Boekenbijlage van 1 november door Hans Moll. Meerdere vermeldingen kregen ook William Empsons Essays on Shakespeare (Cambridge University Press), de roman Hawksmoor van Peter Ackroyd (speelt in de achttiende eeuw, maar is zeer bij de tijd), Lake Wobegon Days van Garrison Keillor (gekozen door Julian Barnes, besproken door Henk Romijn Meijer in de Boekenbijlage van 19 juli en volgend jaar in vertaling te verschijnen bij Veen). Philip Roth kiest La Douleur van Marguerite Duras, Roger's Version van John Updike (samen met Martin Amis, besproken in de Boekenbijlage van 1 november) en A Perfect Spy van John le Carré. Nadine Gordimer kiest de kleine roman Foe van J.M. Coetzee, Graham Greene A State of Fear van Andrew Graham-Youll (over het Argentijnse generaalsbewind), Anita Brookner White Noise van Don DeLillo (juist in vertaling verschenen bij De Bezige Bij), Doris Lessing een boek over het aandeel van vrouwen in de wetenschap: Hypatia's Heritage (The Women's Press), de filosoof A.J. Ayer onder meer Astaire Dancing, Harold Pinter Bernard Lewis' Semites and Anti-Semites (besproken door Leon de Winter in de Boekenbijlage van 22 november), Mary McCarthy noemt Carpenter's Gothic van William Gadis.
Twee boeken die op de short-list voor de Booker Prize stonden worden genoemd door Anthony Burgess en Margaret Drabble: What's Bred in the Bone van de Canadees Robertson Davies en An Insular Possession van Timothy Mo. Een boek dat men vaker verwacht zou hebben, The Second Oldest Profession van Philip Knightley wordt maar één keer genoemd. Het gaat namelijk over het beroep van spion, een professie waar Engelsen vooral in deze tijd weer aan herinnerd worden. (Knightley is ook de schrijver van een beroemd boek over het beroep van oorlogscorrespondent The First Casualty). Er is altijd weer één dichter die in zulke overzichten opvalt: dit jaar is het Michael Hofmann, die wordt genoemd vanwege zijn bundel Acrimony (Faber and Faber) en van wie onlangs een bundel in vertaling uitkwam bij De Bezige Bij.