Religieuze preoccupatie
Iedere niet vroom-katholieke bewonderaar van Messiaens muziek vraagt zich af welke houding hij moet aannemen tegenover de devotie die spreekt uit titels, toelichtingen, en volgens Messiaens verklaarde bedoeling uit de muziek zelf. Griffiths doet er wat moeilijker over dan nodig lijkt. Messiaens werk zou ‘too theological to be purely musical, too musical to be theological’ zijn. Het probleem is goeddeels opgelost wanneer men ervan afziet de wordingsgeschiedenis van een kunstwerk te betrekken bij de betekenis van het uiteindelijke produkt. Ongetwijfeld is de muziek van Messiaen geworden tot wat zij is mede dank zij zijn preoccupatie met het geloof. De luisteraar die daarin niet is geïnteresseerd kan dit aspect negeren zonder daardoor iets van die muziek te missen. En de luisteraar die wél belang stelt in de geloofswaarheden kan ze, zolang hij luistert, óók beter negeren: ook hij doet er verstandig aan zijn vroomheid te bewaren voor in de kerk, en niet muzikale en religieuze waarden te vermengen op een manier die aan beide afbreuk doet. Dat er bij Messiaen net als bij Bach een ‘thema van het Kruis’ voorkomt, waarvan de notatie vagelijk de contouren van het Kruis suggereert, is aardig om te weten, maar voegt niets toe aan de muzikale waarneming of appreciatie. Het is met zulke zaken als met de verborgen getallengoochelarij die Messiaen niet alleen met Bach maar met talloze componisten gemeen heeft: zij openbaart zich alleen bij analyse, niet aan de luisteraar, hoe goed zijn gehoor ook is; of als met de kleurenassociaties die Messiaen, evenals Skriabin, heeft bij bepaalde akkoorden. Ook Isaac Newton beschouwde zichzelf in de eerste plaats als theoloog, zonder dat dit iets toe of af doet aan zijn grondlegging van de mechanica. Ik ben nu overigens weer helemaal op één lijn met Griffiths, die over Messiaens getallensymboliek retorisch vraagt: ‘One may wonder
whether this secretness, this essential independence from the music, is a property too of its theological substance.’
Behalve voor Messiaen-freaks en recensenten is het boek van Griffiths, die tot de belangrijkste auteurs over hedendaagse muziek behoort, er niet een om in één ruk uit te lezen. De gewone lezer (die wel wat muziektheorie moet kennen) zal zich tevredenstellen met de lectuur van enkele hoofdstukken, waarna hij zijn inzicht in Messiaens stijl zal hebben verdiept, en zal het boek verder als naslagwerk gebruiken. Het is een waardige exegese van een van de kerkvaders der muzikale avant-garde.
■