Thematisch zwalken
Freewheelend proza van Marjan Berk
De zelfvergrootster door Marjan Berk Uitgever: De Arbeiderspers, 152 p., f25,-
Martin Koomen
‘Ze liet zich nu in haar volle gewicht op hem zakken, hij steunde van verrukking. Achtenvijftig jaar was ie, en hij stroomde nu voor de derde maal binnen een uur moeiteloos in haar leeg. Nee, niet ín haar, zijn zaad kwam overal, verspreidde die lichte verse-champignongeur waar ze dol op was. Ze stak haar hand tussen haar benen, wreef zijn zaad als een schoonheidsmiddel in haar huid.’
Zo wordt een geslachtelijke ontmoeting beschreven in De zelfvergrootster, de nieuwe roman van Marjan Berk. Het citaat is om verschillende redenen karakteristiek voor deze schrijfster, dus niet alléén vanwege de verwijzing naar de geur van verse champignons, waarin men de auteur van titels als Nooit meer slank en De dag dat de mayonaise mislukte herkent. Er is daarnaast iets monters en onbekommerds in deze schriftuur, die een beetje de indruk geeft even ‘moeiteloos’ tot stand te zijn gekomen als de drie zaadlozingen van die achtenvijftigjarige man. Misschien méér dan voor enige andere levende Nederlandse schrijver of schrijfster, geldt voor Marjan Berk dat ze, zoals dat heet, ‘vlot’ schrijft.
Laat mij hier haastig deze mededeling aan toevoegen: ik bedoel dit als een compliment. In de letteren is Nederland nog altijd vooral een domineesland. Elke schrijver die genoeg reverentie voor zijn lezers heeft om zoals Berk naar een luchtige en soepel leesbare stijl te streven (een taakstelling lastiger te realiseren dan het voortbrengen van bloedeloze zwaarwichtigheden), die verdient in onze literatuur een hartelijk onthaal. En toch, in de vlotheid van Berks schrijfwijze schuilen ook weer risico's, specifieke gevaren waaraan zij in haar jongste voortbrengsel niet heeft weten te ontkomen.
De ‘zelfvergrootster’ waarover het in dit boek gaat, heet Mewalda van Dieten. Ze is mezzosopraan, met hart en ziel Wagner toegewijd en - als het verhaal opent - lid van het Operakoor. Die baan verliest ze door een keer bij het jaarlijkse voorzingen ‘zo vals als een kwartel’ te klinken. Voortaan zal ze in haar levensonderhoud voorzien door het geven van zanglessen. Vier leerlingen heeft ze al; de meestbelovende daarvan is de veelzijdige Eddy de Meeuw, die behalve de taxi waarmee hij zijn brood verdient ook Mewalda veelvuldig berijdt en die voorts samen met haar werkt aan zijn loopbaan als zanger in ‘het licht religieuze genre’.