Verwante geesten rond een ziekbed
Hoe Joseph Heller weer overeind krabbelde
No Laughing Matter door Joseph Heller en Speed Vogel Uitgever: Jonathan Cape, 335 p. f46,30
F. Dekking
Joseph Heller publiceerde in 1960 het boek Catch-22 dat meteen een bestseller werd (in vele talen vertaald en meer dan acht miljoen maal verkocht!) en ook verfilmd is. Hij was een zeer actieve, sterke gezonde man toen hij half december 1981 tijdens het eten vage klachten kreeg: moeite met het doorslikken van sommige hapjes, en enkele merkwaardige smaaksensaties. De klachten namen vrij snel toe en de volgende dag had hij zoveel last van zwakte in armen en benen dat hij een bevriende internist opbelde, die al snel via de telefoon de diagnose ‘Guillain-Barré’ stelde, een ziekte waar hij nog nooit van gehoord had. Hij werd direct opgenomen op de intensive care unit van het Mount Sinai Hospital in New York, waar hij tot eind januari zou blijven. Toen een vriend van hem hoorde dat hij GB had was diens reactie: ‘God wat erg.’ Gevraagd of hij wist wat dat was, was het antwoord: ‘Nee, maar een ziekte waar twee mensen hun naam aan geven dat moet heel erg zijn.’
Het is overigens een nogal zeldzame ziekte, met per jaar vijftien tot twintig patiënten op één miljoen Amerikanen, waarvan de oorzaak onbekend is, maar die soms enkele weken later volgt op een longontsteking of een ernstige verkoudheid, en soms na een vaccinatie optreedt: zo waren er in 1976 in Amerika tijdens een influenzavaccinprogramma acht maal meer GB-patiënten dan verwacht kon worden. Het is een ontsteking van mogelijkerwijs alle motorische en sommige sensibele zenuwen waarvan men aanneemt dat hij op auto-immuniteit berust, dat wil zeggen immuunreacties tegen cellen van het eigen lichaam. Het is een ziekte die net als bij Heller in een klein aantal dagen zijn maximumuitgebreidheid bereikt, (en hij was praktisch geheel verlamd, met nog een gering functioneren van zijn ademhalingsspieren) en op de vrij lange duur meestal weer geheel genezen kan. Vroeger was er een zeer hoge sterfte door ademhalingsstilstand, maar nu bijna alle ziekenhuizen hart-longmachines hebben is de sterfte aanzienlijk lager. Omdat zijn ademhaling nog grotendeels intact was, en zijn spraak maar gedeeltelijk gestoord, werd hij door zijn medische vrienden als een licht geval van GB gekenschetst, maar hij kon zich daar moeilijk mee verenigen omdat, met uitzondering van zijn diafragma, zijn oogleden, enkele andere gezichtsspieren en een deel van zijn tongspieren, alle andere spieren verlamd waren. Later toen over zijn ziektegeval in een aantal tijdschriften interviews en publikaties verschenen en hij een groot aantal brieven van andere patiënten, oudpatiënten en familieleden van patiënten kreeg, moest hij wel inzien dat hij inderdaad een licht geval was.
Heller, zelf dus een bekend schrijver, heeft een goede vriend, Speed Vogel, die schilder en beeldhouwer geworden is na een aantal uiteenlopende baantjes waarmee hij soms veel geld verdiende. Als Heller is opgenomen, gaal Vogel zijn zaken waarnemen en gemakshalve in zijn appartement wonen, niet alleen omdat dat veel beter is ingericht, maar ook omdat dat veel dichter bij het ziekenhuis is, zodat hij minder ver hoeft te fietsen voor zijn dagelijkse bezoek. Heller is technisch praktisch een imbeciel, en ook in allerlei andere dingen nogal onhandig (hij kan zelfs geen roerei klaar maken), maar toch wel zo handig dat al dit soort werkzaamheden door anderen voor hem opgeknapt wordt. Speed kan en doet alles, vanaf naaimachines repareren tot top-Chinese maaltijden klaarmaken, tot het zetten van valse handtekeningen op Hellers cheques en in zijn boeken die bewonderaars hem toesturen.
Na het ontslag uit het ziekenhuis brengen zij samen de zomer door op het platteland, en ze krijgen daar bezoek van een bevriende redacteur van de New York Times die als Speed verslag uitbrengt van zijn dagelijkse werkzaamheden meteen vraagt of hij dat niet op wil schrijven voor een kleine publikatie in zijn krant. Speed doet dit na enige aarzeling, en al spoedig blijkt dat zijn verhaal door zeer veel lezers zo gewaardeerd wordt dat hij zich nu ook een schrijver voelt, en na lezing van dit boek dat voor de helft door hem geschreven is, moet men het daar geheel mee eens zijn.