En verder:
Veel Amerikaanse universiteitsuitgeverijen hebben in Londen of Nederland vertegenwoordigingen, wat in de praktijk betekent dat de boeken in voorraad of makkelijk te leveren zijn. De University Presses van California, Chicago, Harvard, MIT en Yale worden in Nederland vertegenwoordigd door Fred Hermans in Hoorn. Bij MIT verschijnt een boek waar Maarten 't Hart naar uitgekeken heeft: Women in Science - Antiquity through the Nineteenth Century, een biografisch woordenboek van Marilyn Baily Ogilvie waarin 196 profielen van geleerde vrouwen staan die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan de wetenschap. Bij The University of Chicago Press komt een nieuwe uitgave in paperback van Patricia Meyer Spacks boek over Gossip. Spacks weet van dit verschijnsel iets heel bijzonders te maken door ver in het verleden te duiken, er veel literatuur bij te betrekken en voorbeelden te geven van de effecten van kwaadaardige, onschuldige, politieke of functionele kwek. Bij Yale is zo juist de vertaling verschenen van Umberto Eco's Art and Beauty in the Middle Ages, een boek dat oorspronkelijk al in 1966 verscheen en tot de bouwstenen van zijn roman De naam van de roos behoort.
In zijn bericht over de toekenning van de Engelse Booker Prize op de voorpagina van The Times van donderdag 22 oktober maakte literair redacteur Philip Howard van zijn hart geen moordkuil. Over de toekenning zelf aan Kingsley Amis voor zijn roman The Old Devils lijkt hij wel te spreken, maar het circus er omheen bevalt hem niets als hij het heeft over ‘the silly game of treating books as a sporting contest’. De mededeling dat de prijs werd bekendgemaakt tijdens een diner in de Guildhall krijgt als toelichting: ‘amid all the usual literary pomp (praal), speeches and embarrassing media circus.’
In Duitsland is DTV (Deeteevou) een begrip als Salamander in Nederland: een pocketreeks waarin gerenommeerde uitgevers de goedkope uitgaven laten verschijnen van hun boeken. De Deutsche Taschenbuch Verlag bestaat vijfentwintig jaar en wie het boekje ziet dat ter gelegenheid van dit feit is verschenen, krijgt een idee van de honderden titels en reeksen die in de loop der jaren zijn verschenen. Series met het Duitse proza, een wetenschappelijke reeks, verzamelde werken, lexicons, atlassen, woordenboeken (de complete heruitgave van het Deutsche Wörterbuch van de gebroeders Grimm), landenreeksen, dundrukuitgaven, poëzie, een Regenboogserie met werk van jonge Duitse schrijvers. De oplage van een DTV-pocket schommelt tussen de veertig- en vijftigduizend. In Nederland wordt DTV geïmporteerd door Van Ditmar.
In Vooys, het tijdschrift van studenten aan het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde (jaargang 5, nummer 1) staat een interview met de hoogleraar in de theoretische literatuurwetenschap J.J. Oversteegen waarin hij zijn ontwikkeling na zijn optreden in het tijdschrift Merlyn uiteenzet. Oversteegen zegt zich steeds meer te zijn gaan interesseren voor literatuur en filosofie: ‘Eigenlijk is er nog steeds weinig gedaan aan de vraag, in welk opzicht en op welke wijze men zich in de literatuur uitspreekt over het bestaan. Dat is een filosofische vraag. Wat achter is gebleven in de Nederlandse literatuurwetenschap is de benadering van literatuur als filosofische attitude (...) Literatuur als attitude tegenover het bestaan, maar beginnen met de middelen die de schrijver daarvoor gebruikt.’
In de serie Past Masters van Oxford University Press zijn twee nieuwe deeltjes verschenen: Virgil door Jasper Griffin en Spinoza door Roger Scruton. Het laatste is opmerkelijk omdat Scruton ook de auteur is van het boek Sexual Desire waarover dit voorjaar in Engeland felle discussies ontstonden omdat Scruton daarin een uitermate behoudend standpunt innam. Hij schreef eerder het deeltje over Kant in de serie Past Masters (f17,50 per deel).