En verder:
De zes kandidaten voor de Engelse romanprijs bekend als de Booker Prize (waarvan de winnaar bekend wordt gemaakt op 22 oktober) zijn bijna allemaal ook bekend door vertalingen van hun werk in Nederland: van Kazuo Ishiguro en Timothy Mo, die respectievelijk in aanmerking komen voor hun romans An Artist of the Floating World en A Singular Possession, is eerder werk vertaald door Meulenhoff: Versluierde heuvels van Ishiguro en Koning Aap en Zuur-zoet van Mo. Margaret Atwood, de Canadese schrijfster, maakt kans met haar roman The Handmaid's Tale en Kingsley Amis met The Old Devils, een roman over het twijfelachtige genoegen van ouderworden. Van de twee andere kandidaten, Paul Bailey met Gabriel's Lament en What's Bred in the Bone van Robertson Davies, is nog niets in het Nederlands vertaald. Wat Davies betreft komt daar binnenkort verandering in, want uitgeverij Contact kondigt voor april volgend jaar de vertaling aan van het eerste deel van Davies' Deptford-trilogie: Het vijfde plan. Davies is niet een van de jongsten. Hij was tot 1981 hoogleraar in Toronto en schreef al een reeks romans. Anthony Burgess noemde hem in zijn boek over de negenennegentig romans die hem het beste bevielen sinds 1939 als een Nobelprijs-kandidaat. Hij is de belangrijkste schrijver van Canada en dat werd onlangs nog eens bevestigd door Malcolm Bradbury in zijn bespreking van de roman in The Sunday Times (‘splendidly ironic... an extraordinary story’). Het vijfde plan gaat over de herinneringen van Dunstan Ramsay wiens leven wordt bepaald door een gebeurtenis uit zijn jeugd: hij ontweek een sneeuwbal gegooid door een vriendje, maar de bal trof Mary Dempster, de dochter van de dominee die zwanger is. De zoon die zij daardoor te vroeg baart, blijft een rol spelen in
zijn leven. De meeste kans van de zes kandidaten maakt Kingsley Amis, omdat zijn roman tot zijn beste werk wordt gerekend. De jury, die elk jaar wisselt, bestaat voornamelijk uit vrouwen (behalve de voorzitter Anthony Twaite) te weten Edna Healey (vrouw van Dennis Healey, de politicus), Isabel Quigley, Gillian Reynolds en Bernice Rubens, Er waren 127 romans ingestuurd door zevenenveertig uitgevers.
De filosoof Jean François Lyotard publiceerde in 1979 het boek La condition postmoderne. Vorig jaar was hij de man achter de mysterieuze tentoonstelling Les immatériaux in het Centre Pompidou (waarover hij werd geïnterviewd in de Boekenbijlage van 22 juni 1985). Het postmodernisme wordt door Lyotard opgevat als een ‘conditie’ waarin de samenleving van de twintigste eeuw verzeild is geraakt als gevolg van een al te hartelijke omhelzing van de idealen van het ‘modernisme’, die weer werden beheerst door het gedachtengoed van de verlichting: de expansie van het liberale kapitalisme, de emancipatie van de mensheid door de spreiding van kennis en macht, de afschaffing van de onrechtvaardigheid. Deze idealen van de ‘moderniteit’ hebben zich niet waargemaakt of zijn misbruikt volgens Lyotard en hij is er een voorstander van het ‘failliet van de moderniteit’ te erkennen en zich te richten op andere zaken. In zijn nieuwe boek Le postmoderne expliqué aux enfants polemiseert Lyotard hierover met Jürgen Habermas, die de idealen van de verlichting in stand wil houden en het misbruik ervan verklaart uit een te gebrekkig rationalisme. Lyotards nieuwe boek heeft de vorm van brieven waarin hij aan vrienden, dus allerminst aan kinderen, uitlegt wat volgens hem de postmoderne conditie is van de kunst, de architectuur, de wetenschap en de filosofie. Deze vorm is duidelijk bevorderlijk voor de helderheid en het boek is een goede inleiding op zijn werk en op het idee van het postmodernisme (verschenen bij Uitgeverij Galilée, f31,40).