Thrillers
Mickey Spillane schiep aan het eind van de jaren veertig een nieuw soort privé-detective. Zijn Mike Hammer was niet uit op het handhaven van de wet of op het laten zegevieren van rechtvaardigheid, maar wilde alleen maar wraak. Tuig, en vooral communistisch tuig, moest je uitroeien. Het optreden van Hammer heeft tot vele navolgers geleid, maar in onze tijd komt de wrekende detective nauwelijks meer voor. Wel is de burger die het allemaal zat is geworden en het machinegeweer uit het vet haalt, nog steeds een bekend verschijnsel, met Charles Bronson als standaardpersonage in de verfilming van dit soort boeken. Flood van Andrew Vachss (bij ons vertaald als Burke's Manhattan) bracht kortgeleden de herinnering aan Mike Hammer weer boven en bijna gelijktijdig viel de Mickey Spillane Omnibus in de bus (Luitingh, f29,90). Om te zien of de herinnering klopte, begon ik de eerste van de drie opgenomen Mike Hammer-verhalen te lezen. ‘Mij is de Wraak’ is een van de klassieke verhalen, maar ik vond het tegenvallen. In plaats van te slaan, jammert Hammer wat af, vooral over de periode dat hij aan de drank was. Toen bleek al gauw dat ik de vertaling van ‘The Girlhunters’ zat te lezen uit 1960 in plaats van ‘Vengance is mine’ uit 1950. Iemand heeft bij Luitingh zitten slapen (en wat me daarbij nog het meest verontrust is dat ze mijn eigen boeken er ook uitgeven). De omnibus bevat de drie nieuwe Hammer-verhalen die zijn verschenen nadat Spillane tien jaar lang het schrijven naliet en zich als Jehovahs getuige met het woord van de Heer bezighield. Behalve ‘The Girlhunters’ bevat de bundel een herdruk van ‘The Snake’ en ‘The Twisted Thing’. In ‘The Snake’ vindt Hammer zijn wulpse secretaresse Velda terug die hij jaren kwijt was en naar wie hij in ‘The Girlhunters’ verbeten op zoek gaat, nadat
hij heeft begrepen dat Velda niet dood is. Het leuke van ‘The Snake’ zijn de verleidingsscènes die Velda op Hammer uitprobeert (‘Ze drukte zich nog vaster tegen mij aan tot onze lichamen in elkaar schenen te passen en ik de druk van haar buste tegen mijn borst voelde.’ Vele ouders zullen zich in die tijd hebben afgevraagd of dat wel de zaklantaarn was die onder de deken stak, waar zoonlief stiekem Spillane lag te lezen). Van de hardheid van Hammer is in deze nieuwe cyclus nog maar weinig over. In ‘The Twisted Thing’ ligt dat echter anders. Dat begint met de klassieke Spillane-zin ‘Het gezicht van het kleine kereltje was een bloedige brij.’ Achteraf bleek dat dit boek een van de vroege Hammer-romans was die nog niet eerder was gepubliceerd. Hammer is hier op zijn hardst en zijn meest bekrompen. Verder hebben vrouwen dus nog bustes.
In The Lady Investigates van Patricia Craig en Mary Cadogan (Oxford University Press, f24,50) worden borsten, billen en buik niet expliciet genoemd. Beide dames zeggen de rol van de vrouwelijke detective en spionne in de misdaadlectuur te willen belichten, vanaf het negentiende-eeuwse begin tot in onze tijd. Dat schrok me eerst af, want door schade en schande heb ik moeten ervaren dat beschouwende boeken over de misdaadroman elke suggestie weten te vermijden dat het genre vooral op ontspanning en vermaak is gericht. Craig en Cadogan zijn gelukkig niet al te analytisch bezig. Ze zijn meer van het omgevallen-boekenkasttype en dat maakt The Lady Investigates wel tot een aardige, maar niet een echt geslaagde studie. In het begin willen ze je wijsmaken dat de vrouwelijke detective het of van onbenoembare intuïtie moet hebben of van bemoeizuchtige nieuwsgierigheid, beide algemeen bekende vrouwelijke eigenschappen. Uit hun schildering van tientallen personages blijkt echter dat de vrouwelijke detective bijna evenveel verschijningsvormen kent als de mannelijke. (De spionne bungelt er overigens een beetje bij in het boek.) De schrijfsters geven een chronologische opsomming die enigszins wordt doorbroken door een thematische benadering. Het leukste hoofdstuk gaat over detectiveboeken voor meisjes. Die hebben ze blijkbaar zelf met veel plezier gelezen en bovendien weten de schrijfsters hier erg veel van, omdat ze ook een aparte studie over het meisjesboek hebben geschreven (You're a brick, Angela!). Ik weet nu dat Engelse speurende heldinnen meestal rood haar hebben en onafscheidelijk zijn van hun aap en hun Duitse herder (in de Amerikaanse meisjesboeken wordt de herder vaak vervangen door een vriendje, voegen de schrijfsters er aan toe). The Lady Investigates is vooral leuk voor de lezer die in het zinloze detail is geïnteresseerd of eens een nieuwe heldin wil ontdekken
om van te kunnen genieten. (‘Het korte contact tussen levend vlees en levend vlees was bijna te veel om te dragen en we waren nu te ver gegaan om onze verlangens nog verder te onderdrukken.’ Dat zijn Mike en Velda dus weer.)
Donald Hamilton is met zijn spion Matt Helm ook al weer jaren bezig. The Vanishers (Fawcett, f14,75) is van zeer recente datum, maar komt erg belegen over. Snelle auto's, mooie meiden en veel mensen die zich anders voordoen dan ze zijn. Matt moet weer eens naar Scandinavië waar zijn voorouders vandaan kwamen en waar de Rus zeer vilein bezig is. Maar wanneer is de Rus dat nu niet? Af en toe mag Helm zijn geheimste wapen uit de broek halen om een van slag geraakte spionne te kalmeren.
Van Colin Dunne had ik nooit eerder gehoord. Het is best mogelijk dat Ratcatcher (Arrow, f13,60) een debuut is. Het is er rommelig genoeg voor. Een exlid van de Engelse elitetroepen komt in een broeinest van moord, pornografie en psychopathie terecht waarbij zijn gevechtsverleden in Noord-Ierland een belangrijke rol gaat spelen. De hoofdpersoon is aardig afgeschilderd als een ex-militair die eigenlijk niet hard genoeg is, maar het verhaal bevat zoveel melodrama dat je het niet echt serieus kunt nemen. Het is net alsof de smidsjongen die zo goed de voorhamer kon hanteren en die de aanleiding tot het verhaal vormt, met een geweldige klap de intrige wist te verbrijzelen.
THEO CAPEL