En verder:
In de tijd dat Lewis Carrolls Alice in Wonderland de ene druk na de andere beleefde begonnen de regels voor copyright en de rechten en plichten van uitgevers en auteurs pas vorm aan te nemen. Uit geen correspondentie zal dat beter blijken dan uit de brieven van Lewis Carroll aan zijn uitgever Macmillan die door Cambridge University Press zullen worden uitgegeven. Voor de schrijver en de uitgever was de verkoop van Alice in Wonderland zo'n verrassing dat de bestaande regels in de tweede helft van de negentiende eeuw er niet op waren ingesteld. Macmillan groeide in die tijd van een bescheiden uitgeverijtje uit tot een gerenommeerde uitgeverij. De brieven worden uitgegeven door Morton N. Cohen en Anita Gandolfo, van wie vooral de eerste zich de laatste jaren de grootste kenner van leven en werk van Carroll mag noemen. Lewis Carroll and the House of Macmillan verschijnt in oktober en zal bijna vijfhonderd pagina's omvatten.
De meest gevarieerde en volledige bloemlezing over wat Europese schrijvers over de Spaanse Burgeroorlog hebben geschreven in artikelen, essays, romans en gedichten is ter gelegenheid van de herdenking van die oorlog verschenen bij Oxford University Press, samengesteld door Valentine Cunningham: Spanish Front: Writers on the Civil War. De samenstelster koos fragmenten uit diverse bronnen en uit uiteenlopende standpunten, zodat men er iets van Evelyn Waugh kan aantreffen naast Jef Last, Stephen Spender naast V.S. Pritchett. T.S. Eliot, John dos Passos en vele anderen zijn eveneens vertegenwoordigd (importeur Van Ditmar, f29,80).
In het voorjaar van 1968, dus bijna twintig jaar geleden, zou bij uitgeverij Bert Bakker een boek verschijnen met de titel Tekst en beeld. Cobra en Vijftig, een bibliografie. Dat boek is nooit verschenen, maar beleeft nu een aangepaste en bijgewerkte herrijzenis. De Belgische uitgeverij Lannoo, in opdracht van de Katholieke Universiteit Leuven, heeft het boek dat indertijd door Erik Slagter werd samengesteld uitgegeven. Uitgegeven is misschien een te groot woord: de uitgever heeft de tekst naar een drukker gestuurd en nadien kennelijk niet meer gezien. Een bibliografie moet het hebben van toegankelijkheid en dus overzichtelijkheid, en daarvan is in dit geval geen sprake. Men kan zich voorstellen dat in een bibliografie veel titels voorkomen. Het is goed gebruik die te cursiveren. Alzo niet in dit boek, waarin ze tussen dubbele aanhalingstekens staan, wat een heel onrustig beeld van de pagina oplevert. Het boek geeft een overzicht van de samenwerking tussen de Cobra-schilders en de Vijftigers. De aardigste tekst in het boek is van Lucebert. Het beschrijft een bezoek aan de rotaprinter die het tijdschrift Braak drukte.
Het bezoek, samen met zijn mederedacteur Rudy Kousbroek, had als doel de drukker en zijn vrouw mild te stemmen omdat ze bezwaar gingen maken tegen de godslasterlijke inhoud van het tijdschrift, met name in de bijdragen van Bert Schierbeek. Lucebert speelde daar komisch de advocaat van de duivel; hij stemde van harte in met uithalen als deze van de vrouw: ‘De man, die meneer Kousbroek is een getekende, een zoon van de allerdiepste duisternis die alles met zich meetrekt in het slijk van zijn verdoemenis.’ (f33,50, gedistribueerd door Unieboek.)