Doortrapte erotische politiek
In ‘De gouden appel’ is Martin een comfortabele Don Juan, iemand die zijn hart thuis heeft gelaten, waar het veilig is bij de vrouw die hij echt liefheeft. Dit is wel het luchtigste verhaal uit de bundel, samen met ‘Dr. Havel twintig jaar later’, waarin het ook ongedurige verlangens zijn die op basis van een goed huwelijk op avontuur gaan. Wranger is een verhaal als ‘Liftertje spelen’, over erotiserend zelfbedrog. Een jong echtpaar op vakantie stopt bij een tankstation. De vrouw stapt even uit en wanneer ze later instapt speelt ze een liftster. Hun gesprekken zijn oppervlakkig en van een halve nieuwsgierigheid. Het verhaal speelt zich af in een Centraalcuropees land waarin alles en iedereen gecontroleerd wordt. Die last begint de man te voelen en het komt in hem op dat hij nu eens een vakantie wil waarvan hij niet weet hoe ze zal verlopen. Daarom zet hij het liftertje spelen voort tot een moment dat de vrouw het niet meer leuk vindt. Ze overnachten in een niet van tevoren besproken hotel en hij behandelt haar als een hoer. Ze beleven een niet eerder ervaren lust, waarna de man in slaap valt en de vrouw zich in alle vezels van haar ziel schaamt. Dit verhaal is kenmerkend voor Kundera's desillusionerende kijk op de seksualiteit. Zijn scepsis ten aanzien van de pure motieven die in de liefde zouden spelen beheerst ook het verhaal ‘Symposium’. In een kamer in een ziekenhuis zijn twee doktoren, een assistent en een verpleegster bij elkaar. Hun gesprekken gaan, zoals in Plato's Symposium, over de liefde, maar niet in abstracte zin: alles is geladen van erotiek, verwachting, inbeelding. De assistent hoopt op belangstelling van de vrouwelijke dokter, maar ondertussen is de verpleegster verliefd op hem. De verpleegster vinden ze later in gezelschap van een sterke gaslucht in haar kamer, nog net niet dood. De assistent denkt dat ze om hem zelfmoord wilde plegen, maar een dag later vertelt ze dat ze
in slaap is gevallen nadat ze water op had gezet om koffie te zetten.
Lachwekkende liefdes: Kundera's eerste verhalen vertaald
In de verhalen ‘Oude doden moeten plaats maken voor nieuwe’ en ‘Eduard en God’ begeeft Kundera zich nog iets verder in de intimiteit van de motieven tot liefhebben, op een manier die vijftien jaar later in De onverdraaglijke lichtheid van het bestaan tot volle ontplooiing komt: er heerst daar volstrekte onduidelijkheid over die motieven en alles wordt beheerst door rationalisaties van gevoelens, medelijden, zelfbescherming, trouw aan een herinnering. Wat op het ene moment ‘zwaar’ is, is op het andere moment ‘licht’. In ‘Oude doden’ wordt een man verliefd op de herinnering aan zijn verliefdheid van vijftien jaar eerder. In ‘Eduard en God’ - het meest ingenieuze verhaal van de bundel - wordt zo'n mengsel van zuivere en doortrapte erotische politiek gevoerd door de verschillende personages dat het uiteindelijk de wisselende omstandigheden zijn die de vorm van de liefde bepalen. Eduard is verliefd op Alice. Ze is gelovig, maar uit politieke overwegingen. Hij wordt ook gelovig. Dat wordt gesignaleerd door de partij. Hoewel hij niet gelooft, wil hij dat niet tegenover dit gezelschap erkennen. Verzint een list. Papt aan met het partijlid/directrice. De anders zo ontoegankelijke Alice komt los door zijn moedige gedrag. Eduards broer verwijt hem zijn opportunistische gedrag. De onaantrekkelijke oude directrice laat al haar reserves varen en vernedert zich tegenover Eduard. Hij vernedert zich door het bedrijven van dit soort machiavellistische liefde, waar hij bovendien nog genoegen aan beleeft. Enzovoort.
In Kundera's werk worden zowel Tristan en Don Juan ontmythologiseerd. De ware liefde bestaat slechts uit flitsen en momenten, zoals aan het begin van Afscheidswals staat: ‘Ja, van tijd tot tijd gebeurde het (het waren wonderlijke momenten) dat hij in één enkele geste of beweging de hele geschiedenis van haar lichaam en ziel leek te bespeuren. Dit waren momenten van een soort absolute helderziendheid en ook van absolute ontroering.’ Zulke momenten heeft ook Tomas in De onverdraaglijke lichtheid van het bestaan en zij geven aan die roman een tragische schoonheid omdat ze omgeven zijn door lichte of zware rationalisaties van gevoelens die het opkomen van zulke momenten belemmeren. De roman is scherper, ongenadiger, ontroerender dan deze verhalen, maar hiermee is niets negatiefs over deze verhalen gezegd. Kundera's ingenieuze cynisme is er slechts in iets luchtiger gedaante in aanwezig. ■